Examples of using "Audience" in a sentence and their dutch translations:
(Publiek) Hallo.
Publiek: Yeah!
Het publiek leek verveeld.
Het publiek applaudisseerde voor de actrice.
Haar toespraak ontroerde het publiek.
- Jullie zijn zo een vriendelijk publiek.
- U bent zo'n aardig publiek.
Tom glimlachte tegen het publiek.
dus zij werden ons doelpubliek.
Ik wil niet zeggen 'het publiek',
Het publiek was enthousiast over de show.
Het publiek lag aan zijn voeten.
Heb je ooit al eens voor publiek gezongen?
Het publiek gaf Tom een staande ovatie.
Tom zit in het publiek, niet waar?
om zo oprecht mogelijk contact te maken met mijn publiek.
Er waren veel toehoorders op het concert.
Er was een groot publiek in het theater.
Ik vind het een eer om dit gehoor toe te spreken.
Het hele publiek stond op en begon te applaudisseren.
Het publiek reageerde met applaus voor de spreker.
Het publiek schreeuwde "Bravo!" gedurende minstens één hele minuut.
Tom vertelde een paar grappen om het publiek op te warmen.
Onder het publiek waren er studenten, professoren, personeelsleden, en anderen.
Of we een bisnummer spelen of niet, hangt van het publiek af.
Wijsheid is nodig om wijsheid te verstaan: muziek bestaat niet voor een doof publiek.
Wijsheid is nodig om wijsheid te verstaan: muziek bestaat niet voor een doof publiek.
Het vereist wijsheid om wijsheid te verstaan: muziek is niets wanneer het publiek doof is.