Translation of "Killed" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Killed" in a sentence and their dutch translations:

- Betty killed her mother.
- Betty killed his mother.

Betty vermoordde haar moeder.

- Too much work killed him.
- Working too much killed him.
- Excessive work killed him.

Te veel werken heeft hem gedood.

Godwinson was killed.

Godwinson gedood.

Betty killed her.

Betty vermoordde haar.

Betty killed him.

Betty heeft hem gedood.

What killed Tom?

Wat heeft Tom gedood?

Was anybody killed?

- Werd er iemand vermoord?
- Werd er iemand gedood?

Who killed Tom?

- Wie heeft Tom gedood?
- Wie heeft Tom vermoord?

Somebody killed Tom.

Iemand heeft Tom vermoord.

Abbott killed Mary.

Abbott heeft Mary gedood.

Mary killed Abbott.

Maria vermoordde Abbott.

Aron killed Elizabeth.

Aron doodde Elizabeth.

Betty killed everyone.

Betty heeft iedereen vermoord.

Tom killed himself.

Tom pleegde zelfmoord.

Who killed him?

Wie heeft hem vermoord?

Tom wasn't killed.

Tom was niet vermoord.

He killed him.

- Hij heeft hem vermoord.
- Hij vermoordde hem.
- Hij heeft hem gedood.
- Hij doodde hem.

He killed himself.

Hij heeft zelfmoord gepleegd.

You’ll be killed!

Ze gaan u vermoorden!

Tom killed Mary.

- Tom doodde Maria.
- Tom vermoorde Maria.
- Tom heeft Maria vermoord.

You killed her.

Jullie hebben haar vermoord.

I killed her.

Ik heb haar vermoord.

- I killed them both.
- I killed both of them.

Ik heb ze beiden gedood.

- Betty killed her.
- Betty killed him.
- Betty murdered him.

Betty heeft hem gedood.

- He committed suicide.
- He killed himself.
- She killed herself.

Ze pleegde zelfmoord.

- Have you ever killed someone?
- Have you ever killed anybody?
- Have you ever killed a man?

Heb je ooit iemand vermoord?

- You’ll be killed!
- You will be killed!
- They'll kill you!

Ze zullen je vermoorden!

- A bear killed him.
- He was killed by a bear.

Een beer heeft hem gedood.

Are killed around him.

om hem heen gedood.

Betty killed her mother.

- Betty vermoordde haar moeder.
- Betty heeft haar moeder gedood.

Tom killed the spider.

Tom heeft de spin doodgemaakt.

Betty killed his mother.

Betty heeft zijn moeder vermoord.

I killed them all.

- Ik heb ze allemaal vermoord.
- Ik heb ze allemaal gedood.
- Ik heb ze allemaal doodgemaakt.

She killed herself yesterday.

Ze heeft gisteren zichzelf gedood.

Curiosity killed the cat.

Nieuwsgierigheid werd de kat fataal.

I killed the mosquito.

Ik doodde de mug.

A bear killed Tom.

Een beer doodde Tom.

Tom killed a tiger.

Tom heeft een tijger gedood.

Sami killed his camel.

- Sami heeft zijn kameel gedood.
- Sami doodde zijn kameel.

Tom really killed it.

- Tom heeft het echt geweldig gedaan.
- Tom heeft het echt gedood.
- Tom heeft echt een bom duiten verdiend.
- Tom heeft het echt vermoord.

Mary killed her husband.

Maria heeft haar man vermoord.

An intruder killed Tom.

- Een indringer heeft Tom vermoord.
- Een indringer vermoordde Tom.
- Een indringer doodde Tom.
- Een indringer heeft Tom gedood.

- Tom thinks Mary killed John.
- Tom thinks that Mary killed John.

Tom denkt dat Maria John heeft vermoord.

- Tom admitted he'd killed Mary.
- Tom admitted that he'd killed Mary.

- Tom bekende dat hij Mary vermoord had.
- Tom gaf toe dat hij Mary vermoord had.

- I have never killed nor injured anybody.
- I've never killed nor injured anybody.
- I've never killed nor injured anyone.

Ik heb nog nooit iemand gedood of verwond.

- Melanie has accidentally killed a fly.
- Melanie had accidentally killed a fly.

- Melanie heeft per ongeluk een vlieg gedood.
- Melanie heeft zonder opzet een vlieg gedood.

The cheetahs have killed too.

...hebben de jachtluipaarden ook gedood.

Barbara was killed by Alister.

Barbara werd door Alister gedood.

The archer killed the deer.

De boogschutter doodde het hert.

My cat killed this mouse.

- Mijn kat heeft die muis gedood.
- Mijn kat heeft deze muis gedood.

Tom killed his own father.

Tom heeft zijn eigen vader vermoord.

My cat killed a squirrel.

Mijn kat heeft een eekhoorn gedood.

The wasp killed the spider.

De wesp doodde de spin.

Tom was killed in Boston.

Tom is vermoord in Boston.

Tom's dog killed Mary's cat.

Toms hond doodde Maria's kat.

The dragon cannot be killed.

De draak kan niet worden gedood.

The dragon can be killed.

De draak kan worden gedood.

Tom may have been killed.

Tom is misschien vermoord.

How many have you killed?

Hoeveel heb je er gedood?

- Our son was killed in action.
- Our son was killed in the war.

Onze zoon stierf in de strijd.

- Tom was killed by a land mine.
- Tom got killed by a land mine.

Tom werd gedood door een landmijn.

Yukio Mishima killed himself in 1970.

Yukio Mishima pleegde zelfmoord in 1970.

Bill was killed by an intruder.

Bill was door een inbreker vermoord.

Bill was killed by that man.

Bill werd gedood door die man.

- He committed suicide.
- He killed himself.

- Hij heeft zelfmoord gepleegd.
- Hij heeft zichzelf omgebracht.

She killed him with a knife.

Ze vermoordde hem met een mes.

Elizabeth killed Alister in cold blood.

Elisabeth doodde Alister in koelen bloede.