Translation of "Juist" in Turkish

0.007 sec.

Examples of using "Juist" in a sentence and their turkish translations:

Juist.

Tabii.

- Correct!
- Juist!

Doğru!

Ze zongen juist.

Onlar ahenk içinde şarkı söyledi.

De zin "Deze zin is grammatisch juist" is grammatisch juist.

"Bu cümle dil bilgisi bakımından doğrudur" cümlesi dil bilgisi bakımından doğrudur.

Dan begint het juist.

İyileşme asıl burada başlar.

De prijs is juist.

Fiyat doğru.

Uw veronderstelling is juist.

- Varsayımınız doğrudur.
- Hipoteziniz doğrudur.

Is mijn antwoord juist?

Benim cevabım doğru mu?

Is deze zin juist?

Bu cümle doğru mu?

Toms voorspelling was juist.

Tom'un tahmini doğruydu.

Jouw antwoord is juist.

Cevabınız doğru.

Beide antwoorden zijn juist.

İki cevabın her ikisi de doğru.

Ik ben juist klaar.

Onu az önce bitirdim.

Juist nu of nooit.

Ya şimdi ya hiç.

Beide uitspraken zijn juist.

Her iki telaffuz doğrudur.

- Uw antwoord is juist.
- Jouw antwoord is juist.
- Jouw antwoord is goed.

Cevabınız doğru.

Deze zin is spraakkundig juist.

Bu cümle gramatiksel olarak doğrudur.

De lichtniveaus moeten precies juist zijn.

Işık, tam doğru seviyede olmalıdır.

Je hebt het inderdaad juist voor.

Aslında sen oldukça haklısın.

Juist. Dus je had drie maanden.

Doğru. Yani senin üç ayın vardı.

Dat is nou juist de lol.

Bu eğlencenin bir parçası.

Dat is nu juist het probleem.

Sorun orada yatıyor.

Een ongeval deed zich juist voor.

Az önce bir kaza oldu.

Ik denk dat het juist is.

Onun doğru olduğunu düşünüyorum.

Tom heeft de vraag juist beantwoord.

Tom soruyu doğru yanıtladı.

Ik heb nu juist veel problemen.

Şu sıralar çok fazla sorunum var.

Mijn baas heeft me juist ontslagen.

Patronum beni kovdu.

Een van de antwoorden is juist.

- Cevaplardan biri doğrudur.
- Cevaplardan biri doğru.

Maar wat als 10 procent juist is?

Ama ya yüzde 10'u doğruysa?

Hij werd Facundo genoemd. Juist. BEDANKT, PEPE

Ona Facundo diyorlardı. Evet. TEŞEKKÜRLER PEPE

Hun huis ligt juist tegenover de bushalte.

Onların evi otobüs durağının tam karşısında.

Daar schoot mij juist iets te binnen.

Az önce bir fikir aldım.

Ik zat juist toen de bel ging.

Tam oturmuştum ki zil çaldı.

- Loopt je horloge goed?
- Loopt uw horloge juist?

Saatinizin doğru mudur?

Hij kwam juist op tijd aan op school.

Okula tam zamanında vardı.

- Ja. Dat is juist.
- Ja, dat is correct.

Evet, o doğru.

- Maria kwam juist thuis.
- Maria is zonet thuisgekomen.

Mary daha yeni eve geldi.

- Ik heb zojuist ontbeten.
- Ik heb juist ontbeten.

Az önce kahvaltıyı bitirdim.

Vindt een andere dat het juist goed zou zijn.

iyi olacağını iddia eden bir uzman vardı.

We waren juist op tijd voor de laatste trein.

Biz sadece son treni yakalamayı başardık.

Ik ontmoette hem juist toen hij uit school kwam.

Tam okuldan çıkarken ona rastladım.

De kerk is juist aan de overkant van de straat.

Kilise caddenin hemen karşısında.

Juist zoals Max het voorspeld had, heeft ons team verloren.

Max'ın tahmin ettiği gibi, takımımız kaybetti.

Tom had onmiddellijk door dat er iets niet juist was.

Tom bir şeyin yanlış olduğunu hemen bildi.

- Ik heb juist gegeten.
- Ik ben net klaar met eten.

Yemek yemeği az önce bitirdim.

Ik kan het niet geloven dat ik dat juist heb gezegd.

Sadece bunu söylediğime inanamıyorum.

- Is dat zo?
- Klopt dat?
- Is dat correct?
- Is dat juist?

O doğru mu?

- Alles wat hij zei was juist.
- Alles wat hij zei klopte.

- Onun söylediği her şey doğruydu.
- Onun dediği her şey doğru.

Ik had er problemen mee om de vraag juist te interpreteren.

Benim soruyu yorumlama zorluklarım vardı.

- Dat is nu juist het probleem.
- Dat is waar het probleem ligt.

Sorunun olduğu yer orasıdır.

Ik denk dat hetgeen wat je me juist verteld hebt een leugen was.

Bence bana söylediğin şey bir yalandı.

Iedereen kan helpen verzekeren dat de zinnen goed klinken en juist gespeld zijn.

Herkes cümlelerin doğru seslendirilmesini ve doğru bir biçimde yazılmasını sağlamak için yardımcı olabilir.

- Ik denk dat jouw antwoord correct is.
- Ik denk dat je antwoord juist is.

Sanırım cevabınız doğru.

- Ik ben zojuist uit Groot-Brittannië gekomen.
- Ik kwam juist terug uit Groot-Brittannië.

İngiltere'den az önce döndüm.

- Ik weet niet precies waar ik geboren ben.
- Ik weet niet juist waar ik geboren ben.

Tam olarak doğduğum yeri bilmiyorum.

- Dat is juist wat hij zei.
- Dat is exact wat hij zei.
- Dat is precies wat hij zei.

Onun söylediği tam olarak odur.

- Dit kan niet waar zijn.
- Dat kan niet kloppen.
- Dat kan niet juist zijn.
- Dat kan niet correct zijn.

Bu doğru olamaz.

- Het houdt juist op met regenen, laat ons dus vertrekken.
- Het is net opgehouden met regenen, dus laten we gaan.
- Het stopte net met regenen, dus laten we gaan.

Yağmur henüz durdu, bu yüzden gidelim.

- Hij zou juist in slaap gevallen zijn, toen hij iemand zijn naam hoorde roepen.
- Hij stond op het punt in slaap te vallen, toen hij hoorde dat iemand zijn naam zei.

Adının söylendiğini duyduğunda uyumak üzereydi.