Translation of "Geholpen" in Turkish

0.007 sec.

Examples of using "Geholpen" in a sentence and their turkish translations:

- Heb je geholpen?
- Heeft u geholpen?
- Hebben jullie geholpen?

Yardım ettin mi?

- Ik ben geholpen.
- Ik word geholpen.

Bana yardım edildi.

- Jij bent geholpen.
- Jij wordt geholpen.

Sana yardım edildi.

- Zij zijn geholpen.
- Zij wordt geholpen.

Onlara yardım edildi.

- Heeft iemand je geholpen?
- Heeft iemand u geholpen?
- Heeft iemand jullie geholpen?

Sana kimse yardım ediyor mu?

Hij is geholpen.

Ona bakıyoruz.

Wij worden geholpen.

Bize yardım ediliyor.

Heeft Tom geholpen?

Tom yardım etti mi?

Ik word geholpen.

Bana yardım ediliyor.

Jij wordt geholpen.

Sana yardım ediliyor.

Zij wordt geholpen.

Ona yardım ediliyor.

- Het heeft me erg geholpen.
- Het heeft me veel geholpen.

Çok işime yaradı.

Niemand heeft me geholpen.

Hiç kimse bana yardım etmedi.

Zij heeft ons geholpen.

O, bize yardım etti.

Tom moet geholpen worden.

Tom'un yardım edilmeye ihtiyacı var.

Hebt ge mama geholpen?

Annene yardım ettin mi?

Tom heeft enorm geholpen.

Tom büyük bir yardımcıydı.

- Bob heeft mij geholpen.
- Bob heeft me geholpen.
- Bob hielp mij.

Bob bana yardımcı oldu.

Het heeft niet echt geholpen.

Pek faydası olmadı.

Ze hadden elkaar ooit geholpen.

Onlar bir zamanlar birbirlerine yardım etmişlerdi.

En niemand heeft je geholpen?

Ve kimse sana yardım etmedi mi?

Tom heeft ons veel geholpen.

Tom bize çok yardım etti.

Mijn vriend heeft me geholpen.

Arkadaşım bana yardım etti.

- Tom hielp.
- Tom heeft geholpen.

Tom yardım etti.

Neen, ik heb niet geholpen.

Hayır, ben yardım etmedim.

Ik heb hem gisteren geholpen.

Dün ona yardım ettim.

Tom heeft ook hier geholpen.

Tom da burada yardım etti.

- Ik hielp.
- Ik heb geholpen.

Yardım ettim.

Ze heeft haar vrienden geholpen.

O, arkadaşlarına yardım etti.

"Heeft het geholpen?" "Een beetje."

"Bu yardımcı oldu mu?" "Biraz."

- U hielp ons.
- Jij hielp ons.
- Jullie hielpen ons.
- U heeft ons geholpen.
- Jij hebt ons geholpen.
- Jullie hebben ons geholpen.

- Bize yardım ettin.
- Bize yardım ettiniz.

- Wie hielp jou?
- Wie hielp u?
- Wie hielp jullie?
- Wie heeft u geholpen?
- Wie heeft jou geholpen?
- Wie heeft jullie geholpen?

Kim sana yardım etti?

- Jij hielp mij.
- U hielp mij.
- Jullie hielpen mij.
- Jij hebt mij geholpen.
- U heeft mij geholpen.
- Jullie hebben mij geholpen.

Sen bana yardım ettin.

Dat heeft me vaak geholpen. Oké.

Bu bana çok yardımcı olmuştur. Pekâlâ.

Heeft Tom gisteren zijn moeder geholpen?

Tom dün annesine yardımcı oldu mu?

Gisteren heb ik mijn vader geholpen.

Dün babama yardım ettim.

Het heeft me geholpen steun te krijgen

Bu bana aynısını diğerlerine yapmak üzere

Ik heb mama in de keuken geholpen.

Anneme mutfakta yardımcı oldum.

- Wie hielp Tom?
- Wie heeft Tom geholpen?

Tom'a kim yardım etti?

- Tom hielp zichzelf.
- Tom heeft zichzelf geholpen.

Tom kendine yardımcı oldu.

- Hij hielp ons.
- Hij heeft ons geholpen.

Bize yardım etti.

- Zij hielp ons.
- Zij heeft ons geholpen.

Bize yardım etti.

- Maria hielp ons.
- Maria heeft ons geholpen.

Mary bize yardım etti.

- Zij hielpen ons.
- Zij hebben ons geholpen.

Bize yardım ettiler.

- Ik heb Tony geholpen.
- Ik hielp Tony.

Ben Tony'ye yardımcı oldum.

- Tom hielp iedereen.
- Tom heeft iedereen geholpen.

Tom herkese yardım etti.

- Tom hielp weer.
- Tom heeft weer geholpen.

Tom tekrar yardım etti.

- Ik hielp Tom.
- Ik heb Tom geholpen.

Tom'a yardım ettim.

- We hielpen Tom.
- We hebben Tom geholpen.

Tom'a yardım ettik.

- Ze hielpen mij.
- Ze hebben mij geholpen.

Onlar bana yardım ettiler.

- Zij hielpen Tom.
- Zij hebben Tom geholpen.

Onlar Tom'a yardım ettiler.

- Tom hielp me.
- Tom heeft me geholpen.

Tom bana yardım etti.

- Tom hielp ons.
- Tom heeft ons geholpen.

Tom bize yardım etti.

- Tom hielp Maria.
- Tom heeft Maria geholpen.

Tom Mary'ye yardım etti.

- Wie hielp hem?
- Wie heeft hem geholpen?

Kim ona yardım etti?

- Wie hielp haar?
- Wie heeft haar geholpen?

Kim ona yardım etti?

- Wij hielpen hem.
- Wij hebben hem geholpen.

Biz ona yardım ettik.

- Wij hielpen haar.
- Wij hebben haar geholpen.

Biz ona yardım ettik.

- Zij hielpen hem.
- Zij hebben hem geholpen.

Onlar ona yardım etti.

- Zij hielpen haar.
- Zij hebben haar geholpen.

Onlar ona yardım etti.

- Ik hielp hem.
- Ik heb hem geholpen.

Ben ona yardım ettim.

- Hij hielp Tom.
- Hij heeft Tom geholpen.

O, Tom'a yardım etti.

- Ken hielp Tom.
- Ken heeft Tom geholpen.

Ken Tom'a yardım etti.

- Zij hielp Tom.
- Zij heeft Tom geholpen.

O, Tom'a yardımcı oldu.

- Hij hielp mij.
- Hij heeft mij geholpen.

O bana yardım etti.

- Zij hielp mij.
- Zij heeft mij geholpen.

O bana yardım etti.

- Maria hielp mij.
- Maria heeft mij geholpen.

Mary bana yardım etti.

- Ik hielp iedereen.
- Ik heb iedereen geholpen.

Herkese yardım ettim.

Ik weet dat Tom je heeft geholpen.

Tom'un sana yardımcı olduğunu biliyorum.

- Je hebt me niet geholpen.
- U heeft me niet geholpen.
- Jullie hebben me niet geholpen.
- U hielp mij niet.
- Jij hielp mij niet.
- Jullie hielpen mij niet.

Sen bana yardım etmedin.

Dit is de jongen die me geholpen heeft.

Bu, bana yardım eden oğlan.

Ik zal hem vertellen dat je geholpen hebt.

Yardım ettiğini onlara söyleyeceğim.

Ze hebben ook geholpen het land te verenigen.

Ayrıca ülkeyi birleştirmeye yardım ettiler.

- Tom heeft me niet geholpen.
- Tom hielp me niet.

Tom bana yardım etmedi.

U wordt zo snel mogelijk door hen verder geholpen.

Onlar size mümkün olduğu kadar çabuk yardım edecekler.

Wat Tom me heeft verteld heeft me veel geholpen.

Tom'un bana söylediği şey bana çok yardımcı oldu.

Je slimme beslissingen hebben me geholpen de meedogenloze woestijn overleven,

Şimdiye kadar zekice seçimleriniz bu acımasız çölde hayatta kalmamı sağladı

Als ge mij niet geholpen hadt, was ik niet geslaagd.

Yardım etmeseydin, başarılı olamazdım.

Als ze nog leefde zou mijn moeder me hebben geholpen.

Annem hâlâ hayatta olsaydı, o zaman bana yardımcı olurdu.

- Jouw advies heeft goed geholpen.
- Jouw advies was een grote hulp.

Tavsiyenin büyük yardımı oldu.

- Tom hielp Maria met het huiswerk.
- Tom heeft Maria geholpen met het huiswerk.

Tom ev işinde Mary'ye yardımcı oldu.

Geholpen door de vloedgolf van de nieuwe maan... ...stijgen duizenden van haar soort richting het oppervlaktewater.

Yeni Ay'ın oluşturduğu gelgitten faydalanarak binlerce soydaşıyla beraber yüzeye çıkıyor.