- Rot op! - Scheer je weg! - Ga weg! - Hoepel op! - Onder mijn ogen uit! - Rot toch op! - Wegwezen! - Verdwijn! - Rot op. - Donder op. - Ga toch weg!
Defol.
- Rot op! - Scheer je weg! - Ga weg! - Hoepel op! - Weg! - Wegwezen! - Weg van hier! - Ga! - Rot op. - Lopen! - Maak dat je wegkomt! - Donder op. - Vooruit. - Loop weg!
Yürü!
- Scheer je weg! - Hoepel op! - Buiten! - Wegwezen! - Weg van hier! - Lazer op! - Maak dat je wegkomt! - Eruit! - Donder op. - Ga weg. - Kom eruit. - Scheer je weg. - Maak dat u wegkomt! - Ga weg hier.
Defol.
- Rot op! - Scheer je weg! - Ga weg! - Hoepel op! - Weg! - Onder mijn ogen uit! - Wegwezen! - Weg van hier! - Verdwijn! - Rot op. - Maak dat je wegkomt! - Eruit! - Donder op. - Loop weg! - Maak dat jullie wegkomen. - Maak dat u wegkomt.
Defol buradan!
- Rot op! - Scheer je weg! - Ga weg! - Hoepel op! - Weg! - Onder mijn ogen uit! - Wegwezen! - Weg van hier! - Verdwijn! - Lazer op! - Rot op. - Maak dat je wegkomt! - Donder op. - Loop weg! - Maak dat jullie wegkomen. - Maak dat u wegkomt! - Ga weg hier.
Defol.
- Scheer je weg! - Ga weg! - Hoepel op! - Weg! - Buiten! - Onder mijn ogen uit! - Wegwezen! - Weg van hier! - Verdwijn! - Lazer op! - Maak dat je wegkomt! - Eruit! - Donder op. - Kom eruit. - Weg met jou! - Scheer je weg. - Maak dat u wegkomt! - Ga weg hier.