Translation of "Wandeling" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Wandeling" in a sentence and their spanish translations:

Hoe was je wandeling?

¿Qué tal estuvo tu paseo?

Maak elke dag een wandeling.

Da un paseo cada día.

Ga je een wandeling maken?

¿Vas a dar un paseo?

Wil je een korte wandeling maken?

¿Te apetece dar un paseo?

Zullen we een wandeling gaan maken?

¿Vamos a dar un paseo?

Tom maakt elke ochtend een wandeling.

Tom sale a caminar cada mañana.

Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.

Mi papá da un paseo todos los días.

John maakte een wandeling langs de rivier.

John dio un paseo junto al río.

- Laat ons wandelen.
- Laten we een wandeling maken!

Caminemos.

Oef! Dat doet deugd, gaan zitten na een lange wandeling!

¡Oh! ¡Qué gusto! ¡Sentarse después de una larga caminata!

Wat vind je ervan om een wandeling te maken in het park?

¿Qué te parece ir a dar un paseo al parque?

Op een dag ondernam hij een lange wandeling om het dorp heen.

Un día emprendió un largo paseo al rededor de la ciudad.

- Mijn vader wandelt iedere dag.
- Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.

Mi papá da un paseo todos los días.

- Scheer je weg!
- Neem een wandeling!
- Ga een eindje lopen!
- Ga wandelen!

- Vete de paseo.
- Vete a pasear.

Ze is maar zes km naar het Westen... ...maar dit is geen simpele wandeling.

Está a solo seis kilómetros al oeste, pero no será nada sencillo.