Translation of "Fototoestel" in Spanish

0.005 sec.

Examples of using "Fototoestel" in a sentence and their spanish translations:

- Heb je een fototoestel?
- Hebt ge een fototoestel?

¿Tienes una cámara?

- Mijn fototoestel is een Nikon.
- Mijn fototoestel is van Nikon.

Mi cámara es Nikon.

Heb je een fototoestel?

¿Tienes una cámara de fotos?

Hoe werkt dat fototoestel?

¿Cómo funciona esta cámara de fotos?

- Pak de camera.
- Pak het fototoestel.
- Haal de camera.
- Haal het fototoestel.

Toma la cámara.

- Ik zal u dit fototoestel geven.
- Ik zal je dit fototoestel geven.

Te daré esta cámara.

Heb je mijn fototoestel gezien?

¿Has visto mi cámara de fotos?

Hij heeft een goed fototoestel.

Él tiene una buena cámara.

Hij gaat geen fototoestel kopen.

Él no va a comprar una cámara.

Hoe gebruik je dit fototoestel?

¿Cómo se usa esta cámara?

Dit fototoestel is van Tom.

Esta cámara es de Tom.

Ik zal u dit fototoestel geven.

Te daré esta cámara.

Hij heeft een goed fototoestel gekocht.

Él compró una buena cámara.

Ik wil een nieuw fototoestel kopen.

Quiero comprar una cámara nueva.

Ik heb haar mijn fototoestel geleend.

Le presté mi cámara.

Ze heeft hem een fototoestel gekocht.

Ella le compró una cámara.

Dit fototoestel is geproduceerd in Duitsland.

Esta cámara fue hecha en Alemania.

- Weet je waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?
- Weet u waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?

- ¿Sabes dónde compró él su cámara de fotos?
- ¿Sabes dónde compró su cámara?

Kunt u mij een goed fototoestel aanraden?

- ¿Puedes recomendarme una buena cámara?
- ¿Puede recomendarme una buena cámara?

Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.

Papá me compró una cámara.

Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven

Mi tío me regaló una cámara.

Ik kocht een fototoestel voor dertig dollar.

- Compré una cámara a 30 dólares.
- He comprado una cámara por treinta dólares.

Ik heb mijn fototoestel op haar gericht.

Apunté mi cámara hacia ella.

Tom kocht een fototoestel voor 500 dollar.

Tom compró una cámara por 500 dólares.

Hij heeft zijn fototoestel aan zijn vriend gegeven.

Él le dio su cámara a su amigo.

Weet je waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?

¿Sabes dónde compró él su cámara de fotos?

Tom heeft een fototoestel en een statief gekocht.

Tom compró una cámara y un trípode.

- Mijn camera is waterdicht.
- Mijn fototoestel is waterdicht.

Mi cámara es a prueba de agua.

Neem dat fototoestel en geef het mij, dat ik er kan naar kijken.

Toma esa cámara y dámela para que pueda mirarla.

- Niet mijn camera aanraken.
- Kom niet aan mijn fototoestel.
- Raak mijn camera niet aan.

No toques mi cámara.

- Handen af van mijn camera!
- Kom niet aan mijn fototoestel.
- Raak mijn camera niet aan.

No toques mi cámara.