Translation of "Fietsen" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Fietsen" in a sentence and their spanish translations:

- Kan zij fietsen?
- Kan ze fietsen?

¿Ella sabe andar en bicicleta?

Kan zij fietsen?

¿Ella sabe andar en bicicleta?

Ik moet fietsen.

Debo montar una bicicleta.

Kan ze fietsen?

¿Sabe montar en bicicleta?

Laten we gaan fietsen.

Vamos a montar en las bicicletas.

Vooruit! Naar de fietsen!

¡En marcha! ¡A las bicicletas!

Tom kan niet fietsen.

Tom no sabe montar en bicicleta.

Dat meisje kan niet fietsen.

Esa niña no sabe montar en bicicleta.

Het kleine meisje kan niet fietsen.

La niña pequeña no sabe montar en bicicleta.

Als je kunt lopen of fietsen, doe dat.

si es posible, llegar caminando o utilizar la bicicleta

Alleen genieters fietsen en komen altijd eerder aan.

Solo los gozadores andan en bici y llegan siempre antes.

Ik heb leren fietsen toen ik zes was.

Aprendí a montar en bicicleta cuando tenía seis años.

We vinden het allemaal leuk om te fietsen.

A todos nos gusta montar en bici.

Of het nu gaat om auto's, fietsen of bussen.

ya sea en automóviles, bicicletas o autobuses.

Het kostte hem drie maanden om te leren fietsen.

Le tomó tres meses aprender a andar en bicicleta.

- Fietsen zijn een hulpmiddel voor het behoud van het stedelijke milieu.
- Fietsen zijn een hulpmiddel om het stedelijke milieu te beschermen.

Las bicicletas son una herramienta para la sostenibilidad urbana.

Hoe lang is het fietsen van hier naar jouw huis?

¿Cuánto lleva ir en bici desde aquí a tu casa?

- Op het fietspad niet met de bromfiets fietsen.
- Fietspad. Dus niet brommen.

No andar en ciclomotor por la ciclovía.

Winkelketen Halfords, bekend van onderdelen voor fietsen en auto's, is gisteren failliet verklaard.

La cadena comercial Halfords, conocida por sus partes para bicicletas y autos, se ha declarado en quiebra ayer.

Het leven is als fietsen. Om in balans te blijven moet je in beweging blijven.

- La vida es como montar en bicicleta: para mantenerte en equilibrio tienes que seguir moviéndote.
- La vida es como una bicicleta. Uno debe avanzar para no perder el equilibrio.
- La vida es como andar en bicicleta. Para mantener el equilibrio uno debe seguir avanzando.

Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van de gaten in het wegdek.

Al fin van a empezar a pavimentar de nuevo el camino. ¡Ya era hora! Solo se podía ir zigzagueando si no querías que se te dañara la rueda por los hoyos en el camino.