Translation of "Dineren" in Spanish

We dineren.

Cenamos.

- Laten we gaan dineren.
- Laten we dineren.

Cenemos.

Ga je dineren?

¿Cenarás?

Laten we dineren!

¡Cenemos!

- Kan je vanavond komen dineren?
- Kunt u vanavond komen dineren?

¿Puedes venir a cenar esta noche?

- Hij is aan het dineren.
- Zij is aan het dineren.

Está cenando.

Gaan jullie thuis dineren?

¿Vais a cenar en casa?

Willen jullie vandaag dineren?

¿Quieres ir hoy a cenar?

Kan je vanavond komen dineren?

- ¿Podés venir a cenar esta noche?
- ¿Puedes venir a cenar esta noche?

Hier is waar ze meestal dineren.

Aquí es donde suelen cenar.

Ik wil in een restaurant dineren.

- Quiero cenar en un restaurante.
- Quiero ir a cenar a un restaurante.

Tom en Mary dineren vaak samen.

Tom y María a menudo cenan juntos.

- Ga je eten?
- Ga je dineren?

¿Cenarás?

- Kunt ge komen eten vanavond?
- Kan je vanavond komen dineren?
- Kunt u vanavond komen dineren?

- ¿Podés venir a cenar esta noche?
- ¿Puedes venir a cenar esta noche?

Waarom neem je me nooit mee uit dineren?

¿Por qué nunca me sacas a cenar?

Duizenden komen samen om te dineren en te vieren.

y miles de personas se reúnen para comer y celebrar.

Niet in lekker dineren of jazz, in cocktails of in gesprekken.

no es en cenas, jazz, cócteles o conversaciones.