Translation of "Heen" in Portuguese

0.008 sec.

Examples of using "Heen" in a sentence and their portuguese translations:

- Waar wil je heen?
- Waar willen jullie heen?
- Waar wilt u heen?

O que você está insinuando?

- Waar waren jullie?
- Waar ging je heen?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar ging je net heen?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?

- Aonde você ia?
- Aonde foste?
- Aonde você foi?
- Para onde você foi?

- Waar ging je heen?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar zijn jullie geweest?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?

- Aonde você ia?
- Aonde foste?
- Aonde você foi?
- Para onde você foi?
- Para onde vocês foram?
- Aonde tu foste?

Om hem heen gedood.

são mortos ao seu redor.

Waar ga je heen?

- Para onde você está indo?
- Onde você vai?

Waar moet ik heen?

Aonde devo ir?

Ga jij daar heen?

Você irá lá?

Waar willen jullie heen?

O que você está insinuando?

Waar gaan zij heen?

- Onde é que eles vão?
- Onde é que elas vão?

Waar gaan ze heen?

- Aonde eles vão?
- Aonde eles estão indo?

Tom moet ergens heen.

- Tom tem que ir em algum lugar.
- Tom precisa ir em algum lugar.

Deze kudde gaat nergens heen...

Esta manada não vai a lado nenhum...

Papa, waar ga je heen?

Aonde você está indo, papai?

Hé, waar ga je heen?

- Ei, aonde vai?
- Ei, aonde você está indo?

Ik ga er alleen heen.

Eu vou lá sozinho.

Tom wil daar niet heen.

Tom não quer ir para lá.

Heen en terug? Enkele reis.

Ida e volta? Só ida.

Waar ga je vanavond heen?

Aonde você vai hoje à noite?

Waar ga je heen, Tom?

Aonde está indo, Tom?

Nu gaat hij nergens meer heen.

Não vai sair daqui.

Eens kijken waar deze heen leidt.

Vamos ver onde vai dar.

Waar ga je heen? -Naar Maldonado.

- Aonde vais? - A Maldonado.

Je trekt hem over je heen.

Podemos pô-lo assim.

En dan kan hij nergens heen.

E então, não tem por onde fugir.

De hond volgt me overal heen.

O cachorro me segue aonde quer que eu vá.

Zonder jou ga ik nergens heen.

Não irei a lugar nenhum sem você.

Ik ga daar niet meer heen.

Não irei mais lá.

- Kijk om je heen.
- Kijk rond.

- Olhe ao seu redor.
- Dá uma olhada em volta!

Niemand weet waar hij heen is.

Ninguém sabe onde ele foi.

Weet iemand waar Tom heen is?

Alguém sabe onde Tom foi?

Ik moest er gisteren heen gaan.

Eu tinha que ir lá ontem.

Weet je waar je heen gaat?

Você sabe aonde está indo?

Zeg Tom waar hij heen moet.

- Diga ao Tom para onde ir.
- Digam ao Tom para onde ir.

- Waar ga je heen?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u naartoe?
- Waar gaat u heen?
- Waar gaan jullie heen?

- Aonde você vai?
- Aonde você está indo?
- Aonde vais?
- Aonde vocês estão indo?

...maar gooide haar web over hem heen.

atirar a teia por cima.

Ik wil daar nog een keer heen.

Eu quero ir lá mais uma vez.

Waar zou je als eerste heen willen?

Onde você gostaria de ir primeiro?

Je zou er niet heen moeten gaan.

Você não deveria ir lá.

Daar wil ik niet nog eens heen.

Não quero ir lá outra vez.

Hij kwam niet door de blaastest heen.

- Ele foi reprovado no teste do bafômetro.
- Ele foi reprovado no teste do alcoolímetro.

Ik vroeg hem waar hij heen ging.

- Perguntei-lhe onde ia.
- Eu perguntei para ele onde ia.

Ik ben daar tientallen keren heen gegaan.

Já estive lá dezenas de vezes.

Waarom brengen we ze daar niet heen?

- Por que não os levamos lá?
- Por que não as levamos lá?

Waar zei Tom dat hij heen wilde?

Aonde Tom disse que queria ir?

Ik ben daar nooit meer heen gegaan.

- Eu nunca fui lá novamente.
- Eu nunca fui lá de novo.
- Eu nunca fui lá outra vez.
- Nunca fui lá novamente.
- Nunca fui lá de novo.

"Waar gaat u heen?" "Ik ga daarheen."

- "Onde você está indo?" "Eu estou indo para lá. "
- "Onde você está indo?" "Estou indo para lá. "

- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u naartoe?
- Waar gaat u heen?
- Waar gaan jullie heen?

- Para onde você está indo?
- Aonde você vai?
- Onde você vai?
- Aonde você está indo?
- Para onde vais?
- Aonde vais?
- Aonde vocês estão indo?
- Aonde tu irás?
- Onde vais?

- Waar ging je heen?
- Waar ging je naartoe?

- Aonde você ia?
- Aonde você estava indo?

Waar wil je van de zomer heen gaan?

- Para onde você quer ir nesse verão?
- Para onde você quer viajar no próximo verão?
- Aonde você quer ir nesse verão?

- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?

- Para onde você está indo?
- Aonde você está indo?
- Aonde vais?
- Aonde vão?

- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar gaan jullie heen?

Aonde vocês estão indo?

Tom gaat nooit ergens heen zonder zijn hond.

Tom nunca vai a lugar nenhum sem seu cachorro.

- Waar wilt ge naartoe?
- Waar wil je heen?

- Aonde você quer ir?
- Para onde vocês querem ir?

Ik wist niet waar ik heen moest gaan.

Eu não sabia para onde ir.

- Waar ga je heen?
- Waar ga je naartoe?

- Para onde você está indo?
- Aonde você vai?
- Para onde vais?

Het konijn is over de hond heen gesprongen.

O coelho saltou por cima do cachorro.

Ik stond op en keek om me heen.

- Eu levantei e olhei em volta de mim.
- Eu me levantei e olhei em minha volta.

- Waar gaan ze heen?
- Waar gaan ze naartoe?

Aonde eles estão indo?

- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u heen?

- Para onde você está indo?
- Aonde você vai?
- Aonde você está indo?
- Para onde vais?
- Aonde vais?
- Aonde vocês estão indo?

...maar ik weer niet waar ze heen is gegaan.

mas não sei aonde foi depois.

...zodat 't nergens heen kan. Dat houdt me veilig.

para não poder sair daqui. Isso manter-me-á seguro.

Ik voel waar het gat heen gaat. O, man.

Consigo sentir para onde vai o buraco. Caramba.

Waar je ook heen gaat, zullen mensen je verwelkomen.

Em qualquer lugar para onde vá, você será bem-vindo.

- Ik keek rondom mij.
- Ik keek om me heen.

Olhei à minha volta.

We raakten op weg daarnaartoe door onze benzine heen.

Ficamos sem gasolina no meio do caminho.

Tom moet er niet heen tenzij hij dat wil.

O Tom não precisa ir para lá a não ser que ele queira.

Tom en Maria wisten niet waar ze heen moesten.

Tom e Mary não sabiam para onde ir.

Kun je om deze wolf heen, kies dan 'Opnieuw proberen'.

Se acha que conseguimos fugir-lhe, selecione "tentar novamente".

De hamsters van Wenen zitten gevangen en kunnen nergens heen.

Os hamsters de Viena estão presos, não têm para onde ir.

Aangezien mijn moeder ziek was, kon ik er niet heen.

Como minha mãe estava doente, não pude ir lá.

Als jij er niet heen gaat, ga ik ook niet.

Se você não for, eu também não irei.

Ik keek om me heen, op zoek naar een brievenbus.

Eu dei uma procurada na caixa de correios.

Het was beter geweest als jullie daar niet heen waren gegaan.

- Teria sido melhor se você não tivesse ido lá.
- Teria sido melhor se vocês não tivessem ido lá.

Ik heb er bezwaar tegen dat ze daar alleen heen gaat.

Eu não concordo que ela vá lá sozinha.

- Ik ben er gisteren naartoe gegaan.
- Ik ging daar gisteren heen.

Eu fui lá ontem.

We gooien er een gloeistaaf in en kijken waar die heen gaat.

Vamos atirar outro bastão luminoso e ver onde vai parar.

Ze roepen op een frequentie die door het normale geluid heen gaat.

Fazem vocalizações numa frequência distinta dos restantes sons da floresta.

Vakanties zijn goed voor mensen die door het jaar heen verveeld raken.

Férias são boas para pessoas que se entediam durante o ano.

Met zoveel mensen om zich heen werd hij natuurlijk een beetje nerveus.

Com tanta gente ao redor, é claro que ele ficou um pouco nervoso.

Als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.

Dois guerreiam - um terceiro lucra.