Translation of "Gingen" in English

0.015 sec.

Examples of using "Gingen" in a sentence and their english translations:

- Ze gingen naar het westen.
- Ze gingen westwaarts.

They headed westward.

- We gingen honkbal spelen.
- We gingen baseball spelen.

We were going to play baseball.

- Ze gingen Tom schieten.
- Ze gingen Tom doodschieten.

They were going to shoot Tom.

Jaren gingen voorbij.

Years passed.

Ze gingen weg.

They left.

Zij gingen vissen.

They went fishing.

Zij gingen samen.

They went together.

Ze gingen surfen.

They went surfing.

Ze gingen uit.

They went out.

Alle telefoons gingen.

All the phones were ringing.

Wij gingen skiën.

We went skiing.

We gingen zitten.

We sat down.

Sommigen gingen te voet, anderen gingen met de fiets.

- Some went on foot, and others by bicycle.
- Some went on foot, others by bicycle.

We gingen naar huis.

We headed home.

Tien dagen gingen voorbij.

Ten days passed by.

Ze gingen langzaam vooruit.

They moved ahead slowly.

Vele jaren gingen voorbij.

Many years went by.

We gingen naar Gifu.

We went to Gifu.

Drie weken gingen voorbij.

Three weeks went by.

Ze gingen naar Ibiza.

They went to Ibiza.

We gingen kleiduiven schieten.

We went clay pigeon shooting.

Ze gingen allebei zitten.

They both sat down.

Ze gingen samen schaatsen.

They went ice-skating together.

Ze gingen allebei weg.

The two of them left.

We gingen naar Boston.

We went to Boston.

We gingen baseball spelen.

We were going to play baseball.

Ze gingen Tom doodschieten.

They were going to shoot Tom.

We gingen naar Barcelona.

We went to Barcelona.

Ze gingen gisteren vissen.

They went fishing yesterday.

Ze gingen naar Australië.

They went to Australia.

We gingen aardbeien plukken.

We went to pick strawberries.

- Ze gingen zonder mij naar Kabylië.
- Ze gingen naar Kabylië zonder mij.

They went to Kabylie without me.

We gingen aan het werk.

And, well, we started working.

Ze gingen naar de dierentuin.

They went to the zoo.

Ze gingen er allemaal naartoe.

All of them went there.

Plots gingen de lichten uit.

All of a sudden, the lights went out.

Plots gingen alle lichten uit.

- Suddenly all the lights went out.
- All of sudden all the lights went out.
- All of a sudden, all the lights went out.
- Suddenly, all the lights went out.

Ze gingen naar Nieuw-Zeeland.

They went to New Zealand.

We gingen allemaal, behalve hij.

All of us, except him, went.

We gingen skiën in Canada.

We went skiing in Canada.

We gingen naar het strand.

We went to the beach.

Veel Italianen gingen naar Australië.

Lots of Italians went to Australia.

We gingen naar een restaurant.

We went to a restaurant.

We gingen naar de rivier.

We went to the river.

We gingen naar de kerk.

We went to church.

Zij gingen naar de kerk.

They went to church.

We gingen naar een vuurwerkfestival.

We went to a firework festival.

Ze gingen het bos in.

They entered the forest.

gingen over deze wiskunde-ideetjes

were about these mathematical ideas

Tom en Maria gingen schaatsen.

Tom and Mary went ice skating.

Tom en ik gingen akkoord.

Tom and I agreed.

Tom en Maria gingen skiën.

Tom and Mary went skiing.

Tom en Maria gingen kanoën.

Tom and Mary went canoeing.

Tom en Mary gingen snorkelen.

Tom and Mary went snorkeling.

We gingen naar de schoenenwinkel.

We went to the shoe store.

Ze gingen allebei naar Algerije.

They both went to Algeria.

Alle kinderen gingen naar bed.

All the children went to bed.

- Tom wou weten waar we heen gingen.
- Tom wou weten waar we naartoe gingen.

Tom wanted to know where we were going.

gingen honderdduizenden mensen de straat op

a few hundred thousand people took to the streets

Gisteravond gingen we naar de bioscoop.

We went to the movies last night.

Ze gingen op expeditie naar Antarctica.

They went on an expedition to the Antarctic.