Translation of "Water" in Polish

- Je hebt water.
- Jij hebt water.

Ty masz wodę.

- Koud water, a.u.b.
- Koud water, alstublieft.

Poproszę zimną wodę.

- Het water is goed.
- Water is goed.

Ta woda jest dobra.

- Ik drink water.
- Ik drink het water.

Piję wodę.

- Je verspilt water.
- U verspilt water.
- Jullie verspillen water.
- U bent water aan het verspillen.
- Je bent water aan het verspillen.
- Jullie zijn water aan het verspillen.

Marnujesz wodę.

- Ga uit het water.
- Kom uit het water.

Wyjdź z wody.

- Het was gewoon water.
- Het was maar water.

To była tylko woda.

Prachtig, koel water.

Piękna, chłodna woda.

Radar ziet water.

Radar widzi wodę.

Vrij ondiep water.

Na dość płytką wodę.

8 liter water.

8 litrów wody.

Katten haten water.

Koty nienawidzą wody.

Koud water, alstublieft.

Poproszę zimną wodę.

Drink meer water.

Pij więcej wody.

Hij drinkt water.

On pije wodę.

Ik drink water.

Piję wodę.

Water is doorzichtig.

Woda jest przezroczysta.

Water is belangrijk.

Woda jest ważna.

Ik wil water.

Chcę wody.

- Mag ik alstublieft een glas water?
- Een glas water alstublieft!

Proszę mi dać szklankę wody.

Dat water is steenkoud.

Ta woda jest lodowata.

In extreem ondiep water.

W bardzo płytkiej wodzie.

Ik wil water drinken.

Chciałbym napić się wody.

Het water smaakt lekker.

Woda dobrze smakuje.

Het water is warm.

Woda jest gorąca.

Het water is lauw.

Woda jest letnia.

Katoen neemt water op.

Bawełna absorbuje wodę.

Hij drinkt alleen water.

On pije tylko wodę.

Planten sterven zonder water.

Rośliny umierają bez wody.

Ik drink geen water.

Nie pijam wody.

Hier is wat water.

Oto trochę wody.

IJs smelt tot water.

Lód topnieje w wodzie.

Water verandert in stoom.

Woda zmienia się w parę.

Alsjeblieft, geef mij water!

Proszę, daj mi wodę!

Het water is heet.

Woda jest gorąca.

Tom had water nodig.

Tom potrzebował wody.

Tom heeft water nodig.

Tom potrzebuje wody.

Het water is goed.

Ta woda jest dobra.

Tom drinkt alleen water.

Tom pije tylko wodę.

Water heeft geen calorieën.

Woda nie posiada kalorii.

We hebben geen water.

Nie mamy wody.

Is het water koud?

Czy woda jest zimna?

Zit daar vloeibaar water in?

Czy te szczeliny są wypełnione ciekłą wodą?

Je gaat dat water in...

Wejście do wody…

Dat ons water zal besparen.

pozwoli nam oszczędzać na wodzie.

Wees alstublieft zuinig met water.

Proszę oszczędzać wodę.

Het water veranderde in ijs.

Woda zamarzła.

Een spons neemt water op.

Gąbka wchłania wodę.

Vul de emmer met water.

Napełnij wiadro wodą.

Er is veel water nodig.

Potrzeba dużo wody.

De soldaat gaf me water.

Żołnierz dał mi wody.

De emmer was vol water.

Wiadro było pełne wody.

Bloed is dikker dan water.

Krew jest gęstsza od wody.

Water is onmisbaar voor planten.

Woda jest roślinom niezbędna.

Hoe is het water hier?

Jaka tu jest woda?

Is er water op Mars?

Czy jest woda na Marsie?

Storm in een glas water.

Wiele hałasu o nic.

Zij heeft veel water nodig.

Potrzebuje dużo wody.

Ik kan leven zonder water.

Mogę żyć bez wody.

Jezus veranderde water in wijn.

Jezus przemienił wodę w wino.

Suiker lost op in water.

Cukier rozpuszcza się w wodzie.

Lucht is lichter dan water.

Powietrze jest lżejsze od wody.

Betty geeft de bloemen water.

Betty podlewa kwiaty.

Water is erg hard nodig.

Woda jest bardzo potrzebna.

Water is onmisbaar voor ons.

Woda jest nam niezbędna.

Tom gaf het gazon water.

Tom podlał trawnik.

Katten houden niet van water.

Koty nie lubią wody.

- Ik zou wel een glas water willen.
- Ik wil graag een glaasje water.

Chciałbym szklankę wody.

- Water is gevormd uit waterstof en zuurstof.
- Water bestaat uit waterstof en zuurstof.

Woda składa się z wodoru i tlenu.

- Stil water, gevaarlijk water.
- Stille waters, diepe gronden.
- Stille wateren hebben diepe gronden.

Cicha woda brzegi rwie.

...die eruit kan zien als water.

które może wyglądać jak woda.

Maar we hebben ook water nodig.

ale potrzebujemy również wody. 

Ik heb bijna geen water meer.

Mam coraz mniej wody.

Als het water de scheuren vult,

Kiedy wypełnią się wodą,

Water en lucht zijn allebei fluïda.

I woda, i powietrze są płynami.

Ober! Breng me alstublieft wat water.

Kelner, proszę o wodę.

Mayuko dook het koude water in.

Mayuko skoczyła w zimną wodę.

Water bestaat uit zuurstof en waterstof.

Woda składa się z tlenu i wodoru.

Water en olie zijn allebei vloeistoffen.

Zarówno woda jak olej są płynami.

Ik drink water in de keuken.

Piję wodę w kuchni.

Men kan niet leven zonder water.

Nie da się żyć bez wody.

IJs wordt water wanneer het smelt.

Kiedy lód się topi, zmienia się w wodę.

We moeten de bloemen water geven.

Musimy podlać kwiaty.

Water is onmisbaar voor het leven.

Woda jest niezbędna do życia.