Translation of "Vakantie" in Polish

- Ik heb vakantie nodig.
- Ik ben aan vakantie toe.

Potrzebuję wakacji!

- Fijne vakantie.
- Prettige feestdagen.

Wesołych świąt.

Hoe was je vakantie?

Jak spędziłaś urlop?

Ik ben op vakantie.

Jestem na urlopie.

Ik neem vakantie volgende maand.

W przyszłym miesiącu biorę urlop.

De studenten zijn met vakantie.

Studenci są na wakacjach.

Ik heb een vakantie nodig.

Potrzebuję wakacji!

Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?

- Jak spędziłeś wakacje?
- Jak spędziłaś wakacje?
- Jak spędziłeś urlop?

Heb je al eens vakantie genomen?

Brałeś kiedykolwiek urlop?

Waar ben je met vakantie geweest?

Gdzie spędziłeś swoje wakacje?

Ik was op vakantie in het buitenland.

Byłem na wakacjach za granicą.

Ik ga van 20 juli tot 8 augustus op vakantie.

Biorę wakacje od 20 lipca do 8 sierpnia.

Toen ze op vakantie waren, zorgden hun buren voor de hond.

Kiedy byli na urlopie, psem opiekowali się sąsiedzi.

Na veel overleg besloten we onze vakantie in Spanje door te brengen.

Po wielu dyskusjach postanowiliśmy spędzić wakacje w Hiszpanii.

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.

Kiedy zaczynasz przypominać swoje zdjęcie w paszporcie, powinieneś jechać na urlop.