Translation of "Shirt" in Italian

Wiens shirt is dit?

Di chi è questa camicia?

- Ik heb mijn T-shirt gewassen.
- Ik waste mijn T-shirt.

- Ho lavato la mia T-shirt.
- Io ho lavato la mia T-shirt.
- Lavai la mia T-shirt.
- Io lavai la mia T-shirt.

Ik kocht een T-shirt.

- Ho comprato una T-shirt.
- Io ho comprato una T-shirt.

Sami droeg een T-shirt.

Sam indossava una T-shirt.

Vind je mijn T-shirt leuk?

- Ti piace la mia T-shirt?
- Vi piace la mia T-shirt?
- Le piace la mia T-shirt?

Het T-shirt kost tien euro.

La T-shirt costa dieci euro.

Welk T-shirt zal ik aandoen?

Quale maglietta mi metto?

- Ik geef Tom een shirt voor Kerstmis.
- Ik zal Tom een shirt geven voor Kerstmis.

- Darò a Tom una camicia per Natale.
- Io darò a Tom una camicia per Natale.

- Ik droog mijn shirt.
- Ik droog mijn hemd.

Io asciugo la mia camicia.

Dit T-shirt is te klein voor mij.

Questa T-shirt è troppo piccola per me.

- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.

- Tom si è tolto la camicia.
- Tom si tolse la camicia.

- Wil je dit shirt hebben?
- Wil je dit overhemd hebben?

- Vuoi questa maglietta?
- Vuoi questa camicia?
- Volete questa camicia?
- Vuole questa camicia?

Wat? Dit T-shirt kost drieduizend yen? Dat is afzetterij!

- Cosa? Questa T-shirt costa 3.000 yen? Questo è un furto!
- Cosa? Questa T-shirt viene 3.000 yen? Questo è un furto!
- Cosa? Questa T-shirt costa 3.000 yen? È un furto!
- Cosa? Questa T-shirt viene 3.000 yen? È un furto!

- Mijn shirt is niet bruin.
- Mijn overhemd is niet bruin.

La mia camicia non è marrone.

- Ik droog mijn shirt.
- Ik droog mijn hemd.
- Ik droog mijn overhemd.

Io asciugo la mia camicia.

- Ik vind dat paarse shirt leuk.
- Ik vind dat paarse overhemd leuk.

- Mi piace quella camicia viola.
- A me piace quella camicia viola.

- Welk shirt is roze?
- Welk hemd is roze?
- Welk overhemd is roze?

Quale camicia è rosa?

- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.
- Tom trok zijn overhemd uit.

- Tom si è tolto la camicia.
- Tom si tolse la camicia.

- Zij heeft mij een shirt gegeven.
- Ze heeft me een hemd gegeven.
- Ze heeft me een overhemd gegeven.

Lei mi ha dato una camicia.