Translation of "Droeg" in Italian

Ik droeg bij.

- Ho contribuito.
- Io ho contribuito.
- Contribuii.
- Io contribuii.

Ze droeg zwart.

Era vestita di nero.

Je droeg bij.

- Versavi una quota.
- Tu versavi una quota.

- Ze droeg een rode blouse.
- Zij droeg een rode blouse.

- Indossava una camicetta rossa.
- Lei indossava una camicetta rossa.

- Ze droeg een wit kleed.
- Ze droeg een witte jurk.

- Indossava un vestito bianco.
- Lei indossava un vestito bianco.

Ze droeg een bril.

- Indossava degli occhiali.
- Lei indossava degli occhiali.

Hij droeg een bril.

Stava indossando degli occhiali.

Tom droeg geen sokken.

Tom era senza calze.

Tom droeg een hoed.

Tom indossava un cappello.

Hij droeg een smoking.

- Stava indossando uno smoking.
- Lui stava indossando uno smoking.

Ik droeg een zonnebril.

Stavo indossando degli occhiali da sole.

Tom droeg een piratenkostuum.

Tom indossava un costume da pirata.

Tom droeg witte sokken.

Tom stava indossando delle calze bianche.

Tom droeg een kostuum.

Tom stava indossando un costume.

- Maria droeg een lange zwarte jurk.
- Maria droeg een lang zwart kleed.

Mary indossava un lungo vestito nero.

Hij droeg een rode broek.

- Indossava dei pantaloni rossi.
- Lui indossava dei pantaloni rossi.

Ze droeg een prachtige jurk.

Ha indossato un abito bellissimo.

Ze droeg een zwarte hoed.

Indossava un cappello nero.

Maria droeg een roze blouse.

Mary indossava una camicetta rosa.

Tom droeg een zwarte spijkerbroek.

Tom indossava dei jeans neri.

Ze droeg een rood kleed.

- Indossava un vestito rosso.
- Lei indossava un vestito rosso.

De man droeg een tijgermasker.

Quell'uomo stava indossando una maschera da tigre.

Zijn onderzoek droeg uiteindelijk vrucht.

La sua ricerca ha portato dei frutti alla fine.

De persoon droeg de piano.

- La persona trasportava il piano.
- La persona trasportava il pianoforte.

Sami droeg een T-shirt.

Sam indossava una T-shirt.

Zij droeg een rode blouse.

Stava indossando una camicetta rossa.

Tom droeg een oude hoed.

Tom stava indossando un vecchio cappello.

Hij droeg haar bagage naar de trein.

Portò il suo bagaglio sul treno.

Tom droeg een spijkerbroek en een cowboyhoed.

Tom indossava dei jeans e un cappello da cowboy.

Tom droeg een kerstmuts op het kerstfeest.

Tom stava indossando un cappello da Babbo Natale alla festa di Natale.

Jane droeg een gele band in het haar.

Jane aveva un fiocco giallo nei capelli.

Ik droeg hem, om er slim uit te zien,

Li ho indossati per sembrare intelligente,

Ze droeg een groene jas met een bijpassend minirokje.

- Stava indossando un cappotto verde con una minigonna in tinta.
- Lei stava indossando un cappotto verde con una minigonna in tinta.

Zodat je beseft dat je dit beeld eigenlijk al bij je droeg,

rendervi consapevoli di avere già in voi quest'immagine,

- Ik droeg bij.
- Ik leverde een bijdrage.
- Ik was aan het bijdragen.

- Contribuivo.
- Io contribuivo.
- Stavo contribuendo.
- Io stavo contribuendo.