Translation of "Euro" in Italian

0.007 sec.

Examples of using "Euro" in a sentence and their italian translations:

- Zei u "dertig euro"?
- Zei je "dertig euro"?

- Hai detto "trenta euro"?
- Ha detto "trenta euro"?
- Avete detto "trenta euro"?

- Dat wordt dan 30 euro.
- Dat wordt dan dertig euro.

Costerà trenta euro.

- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.

Il biglietto costa cento euro.

- Het ticket kost honderd euro.
- Het kaartje kost 100 euro.

Il biglietto costa cento euro.

Het kost 2 euro.

Costa due euro.

Dat kost 30 euro.

Costa trenta euro.

De zonnebril kost twintig euro.

Gli occhiali da sole costano venti euro.

De thee kost twee euro.

Il tè costa due euro.

- Dat zal € 30,- kosten.
- Dat wordt dan 30 euro.
- Dat wordt dan dertig euro.

- Costerà trenta euro.
- Questo costerà 30 €.
- Questa costerà 30 €.

Het T-shirt kost tien euro.

La T-shirt costa dieci euro.

100 euro voor de hele dag.

- 100 euro per tutta la giornata.
- 100 euro per tutto il giorno.

In totaal hebben we 800 euro betaald.

Abbiamo pagato in tutto 800 euro.

Ik heb het voor 600 euro verkocht.

- L'ho venduto a 600 euro.
- Io l'ho venduto a 600 euro.
- L'ho venduta a 600 euro.
- Io l'ho venduta a 600 euro.

De valuta van Italië is de euro.

La valuta dell'Italia è l'euro.

De Zwitserse frank is aan de euro gekoppeld.

Il franco svizzero è agganciato all'euro.

Eén euro is één dollar en vijftig cent waard.

Un euro equivale a un dollaro e cinquanta centesimi.

- Dat zal € 30,- kosten.
- Dat wordt dan 30 euro.

- Costerà trenta euro.
- Questo costerà 30 €.
- Questa costerà 30 €.

- Het minimumloon in Duitsland is acht euro vijftig per uur.
- Het minimumloon in Duitsland is €8,50 per uur.

- Il salario minimo della Germania è di 8 euro e 50 all'ora.
- Il salario minimo della Germania è di otto euro e cinquanta all'ora.