Translation of "Australië" in Italian

In Australië

dell'Australia

- Tom bezocht Australië.
- Tom heeft Australië bezocht.

- Tom ha visitato l'Australia.
- Tom visitò l'Australia.

- Tom verliet Australië.
- Tom heeft Australië verlaten.

- Tom ha lasciato l'Australia.
- Tom lasciò l'Australia.

- Ben je in Australië?
- Bent u in Australië?
- Zijn jullie in Australië?

- Sei in Australia?
- Tu sei in Australia?
- È in Australia?
- Lei è in Australia?
- Siete in Australia?
- Voi siete in Australia?

- Ik hou van Australië.
- Ik vind Australië leuk.

- Mi piace l'Australia.
- A me piace l'Australia.

- Is Australië te vertrouwen?
- Kan Australië vertrouwd worden?

Ci si può fidare dell'Australia?

- Waarom hou je van Australië?
- Waarom houdt u van Australië?
- Waarom houden jullie van Australië?
- Waarom vind je Australië leuk?
- Waarom vindt u Australië leuk?
- Waarom vinden jullie Australië leuk.

- Perché ti piace l'Australia?
- Perché vi piace l'Australia?
- Perché le piace l'Australia?

...Ierland, Oostenrijk, Australië...

e in Irlanda, e in Austria, e in Australia,

Tom bezoekt Australië.

Tom sta visitando l'Australia.

Ik mis Australië.

- Mi manca l'Australia.
- A me manca l'Australia.

Ik haat Australië.

- Odio l'Australia.
- Io odio l'Australia.

Ik ken Australië.

- Conosco l'Australia.
- Io conosco l'Australia.

Ik haatte Australië.

- Odiavo l'Australia.
- Io odiavo l'Australia.

- Australië exporteert veel wol.
- Australië voert veel wol uit.

L'Australia esporta molta lana.

- We hadden het over Australië.
- We praatten over Australië.

- Abbiamo parlato dell'Australia.
- Noi abbiamo parlato dell'Australia.

- Tom is naar Australië verhuisd.
- Tom verhuisde naar Australië.

- Tom si è trasferito in Australia.
- Tom si trasferì in Australia.

- Ik heb in Australië gewerkt.
- Ik werkte in Australië.

- Ho lavorato in Australia.
- Lavorai in Australia.

- Tom heeft in Australië gestudeerd.
- Tom studeerde in Australië.

- Tom ha studiato in Australia.
- Tom studiò in Australia.

- Ik was in Australië.
- Ik ben in Australië geweest.

Ero in Australia.

- Ik heb in Australië gestudeerd.
- Ik studeerde in Australië.

- Ho studiato in Australia.
- Studiai in Australia.

- Wanneer was je in Australië?
- Wanneer was u in Australië?
- Wanneer waren jullie in Australië?

- Quando eri in Australia?
- Quando era in Australia?
- Quando eravate in Australia?

- Kom je niet uit Australië?
- Komt u niet uit Australië?
- Komen jullie niet uit Australië?

- Non vieni dall'Australia?
- Non viene dall'Australia?
- Non venite dall'Australia?

- Waarom ben je in Australië?
- Waarom bent u in Australië?
- Waarom zijn jullie in Australië?

- Perché sei in Australia?
- Perché è in Australia?
- Perché siete in Australia?

- Waarom was je in Australië?
- Waarom was u in Australië?
- Waarom waren jullie in Australië?

- Perché eri in Australia?
- Perché era in Australia?
- Perché eravate in Australia?

- Ik ben opgegroeid in Australië.
- Ik groeide op in Australië.

- Sono cresciuto in Australia.
- Io sono cresciuto in Australia.
- Sono cresciuta in Australia.
- Io sono cresciuta in Australia.
- Crebbi in Australia.
- Io crebbi in Australia.

- Mijn vrouw komt uit Australië.
- Mijn echtgenote komt uit Australië.

Mia moglie viene dall'Australia.

- Tom houdt echt van Australië.
- Tom vindt Australië echt leuk.

A tom piace molto l'Australia.

- Ik hou ook van Australië.
- Ik vind Australië ook leuk.

Anche a me piace l'Australia.

Ik kom uit Australië.

- Vengo dall'Australia.
- Io vengo dall'Australia.

Australië exporteert veel wol.

L'Australia esporta molta lana.

Tasmanië behoort tot Australië.

La Tasmania appartiene all'Australia.

Tom woonde in Australië.

Tom viveva in Australia.

Tom houdt van Australië.

Tom ama l'Australia.

Dit komt uit Australië.

- Questo viene dall'Australia.
- Questa viene dall'Australia.
- Ciò viene dall'Australia.

Tom komt uit Australië.

Tom viene dall'Australia.

Australië is niet anders.

- L'Australia non è diversa.
- L'Australia non è differente.

Ze kwamen uit Australië.

- Venivano dall'Australia.
- Loro venivano dall'Australia.

Dit is Australië niet.

Questa non è l'Australia.

Ik woon in Australië.

Vivo in Australia.

We komen uit Australië.

- Veniamo dall'Australia.
- Noi veniamo dall'Australia.

Jane komt uit Australië.

Jane viene dall'Australia.

Ik hou van Australië.

- Amo l'Australia.
- Io amo l'Australia.

Tom is in Australië.

Tom è in Australia.

Tom woont in Australië.

Tom vive in Australia.

Australië is geen Oostenrijk.

L'Australia non è l'Austria.

Tom stierf in Australië.

- Tom è morto in Australia.
- Tom morì in Australia.

Tom werkte in Australië.

- Tom ha lavorato in Australia.
- Tom lavorò in Australia.
- Tom lavorava in Australia.

Tom emigreerde naar Australië.

- Tom è emigrato in Australia.
- Tom emigrò in Australia.

Ik bel vanuit Australië.

Sto chiamando dall'Australia.

We zijn in Australië.

Siamo in Australia.

We wonen in Australië.

Viviamo in Australia.

We waren in Australië.

Eravamo in Australia.

Tom werkt in Australië.

Tom lavora in Australia.

Was Tom in Australië?

Tom era in Australia?

Ze zijn in Australië.

Sono in Australia.

Ze woonden in Australië.

Vivevano in Australia.

Tom bleef in Australië.

- Tom è rimasto in Australia.
- Tom rimase in Australia.
- Tom è restato in Australia.
- Tom restò in Australia.

Tom blijft in Australië.

- Tom rimane in Australia.
- Tom resta in Australia.

Ik ben in Australië.

Sono in Australia.

Ik woonde in Australië.

Ho vissuto in Australia.

Tom belde vanuit Australië.

- Tom ha chiamato dall'Australia.
- Tom chiamò dall'Australia.

Veel plezier in Australië.

- Divertiti in Australia.
- Si diverta in Australia.
- Divertitevi in Australia.

Tom zal Australië bezoeken.

Tom visiterà l'Australia.

Ik hield van Australië.

- Amavo l'Australia.
- Io amavo l'Australia.

Vertel me over Australië.

- Dimmi dell'Australia.
- Mi dica dell'Australia.
- Ditemi dell'Australia.

- Ik ontmoette Tom in Australië.
- Ik heb Tom in Australië ontmoet.

- Ho incontrato Tom in Australia.
- Ho conosciuto Tom in Australia.
- Incontrai Tom in Australia.
- Conobbi Tom in Australia.

- Ben je in Australië voor Kerstmis?
- Bent u in Australië voor Kerstmis?
- Zijn jullie in Australië voor Kerstmis?
- Zul je met Kerstmis in Australië zijn?
- Zult u met Kerstmis in Australië zijn?
- Zullen jullie met Kerstmis in Australië zijn?

- Sarai in Australia per Natale?
- Sarà in Australia per Natale?
- Sarete in Australia per Natale?

- Hoe was uw reis naar Australië?
- Hoe was jouw reis naar Australië?

- Com'è stato il tuo viaggio in Australia?
- Com'è stato il suo viaggio in Australia?
- Com'è stato il vostro viaggio in Australia?

Ik wil naar Australië reizen.

- Voglio viaggiare in Australia.
- Io voglio viaggiare in Australia.

Hij groeide op in Australië.

- È cresciuto in Australia.
- Lui è cresciuto in Australia.
- Crebbe in Australia.
- Lui crebbe in Australia.

Ik wil in Australië wonen.

- Voglio vivere in Australia.
- Io voglio vivere in Australia.
- Voglio abitare in Australia.
- Io voglio abitare in Australia.

Het werd gefilmd in Australië.

- È stato filmato in Australia.
- È stata filmata in Australia.
- Fu filmato in Australia.
- Fu filmata in Australia.

Tom komt vast uit Australië.

Tom deve venire dall'Australia.

Tom bezocht afgelopen zomer Australië.

Tom ha visitato l'Australia la scorsa estate.

Tussen Australië en Nieuw Guinea.

tra Australia e Nuova Guinea.

Veel Italianen gingen naar Australië.

- Molti italiani sono andati in Australia.
- Molti italiani andarono in Australia.

Ik ben in Australië geboren.

- Sono nato in Australia.
- Io sono nato in Australia.
- Sono nata in Australia.
- Io sono nata in Australia.

Deze ansichtkaart komt uit Australië.

- Questa cartolina viene dall'Australia.
- Questa cartolina postale viene dall'Australia.

Tom kwam terug uit Australië.

- Tom è tornato dall'Australia.
- Tom tornò dall'Australia.

Verwar Oostenrijk niet met Australië.

- Non confondere l'Austria con l'Australia.
- Non confondete l'Austria con l'Australia.
- Non confonda l'Austria con l'Australia.

Tom was illegaal in Australië.

Tom era in Australia illegalmente.

Tom keerde terug naar Australië.

Tom è tornato in Australia.

We zijn terug uit Australië.

- Siamo tornati dall'Australia.
- Siamo tornate dall'Australia.

Tom is bekend in Australië.

Tom è ben noto in Australia.

Tom is in Australië geboren.

- Tom è nato in Australia.
- Tom nacque in Australia.

Hoe gaat het in Australië?

Come vanno le cose cose in Australia?

Tom komt oorspronkelijk uit Australië.

Tom è originario dell'Australia.

Tom woont momenteel in Australië.

Tom attualmente vive in Australia.