Translation of "Uitgegaan" in German

Hij was uitgegaan.

Er war hinausgegangen.

Het vuur is uitgegaan.

Das Feuer ist ausgegangen.

De kaars is uitgegaan.

Die Kerze erlosch.

Het kaarsje is vanzelf uitgegaan.

- Die Kerze ging von selber aus.
- Die Kerze ging von alleine aus.

Welke richting is hij uitgegaan?

In welche Richtung ist er gegangen?

Ik ben uitgegaan met mijn vrienden.

- Ich ging mit meinen Freunden raus.
- Ich bin mit meinen Freunden ausgegangen.

- Het vuur is uitgegaan.
- Het vuur ging uit.

- Das Feuer ist ausgegangen.
- Das Feuer ging aus.
- Das Feuer erlosch.
- Das Feuer ist erloschen.

- Ben je gisteravond uitgeweest?
- Bent u gisteravond uitgegaan?

Seid ihr letzte Nacht ausgegangen?