Translation of "Twintig" in German

0.014 sec.

Examples of using "Twintig" in a sentence and their german translations:

- Twintig families leven hier.
- Hier wonen twintig families.
- Hier wonen twintig gezinnen.

- Hier leben 20 Familien.
- Hier leben zwanzig Familien.

- Ze heeft twintig kinderen.
- Zij heeft twintig kinderen.

Sie hat zwanzig Kinder.

- Twintig families leven hier.
- Hier wonen twintig gezinnen.

Hier leben zwanzig Familien.

Twintig miljoen bulvleermuizen.

20 Millionen Bulldoggfledermäuse.

- Het kostte ongeveer twintig dollar.
- Het was ongeveer twintig dollar.

Es waren ungefähr zwanzig Dollar.

- Vier maal vijf is twintig.
- Vier keer vijf is twintig.

Vier mal fünf ist zwanzig.

Ik ben twintig geworden.

Ich bin zwanzig geworden.

De kat is twintig.

- Die Katze ist zwanzig.
- Die Katze ist zwanzig Jahre alt.

Twintig families leven hier.

Hier leben zwanzig Familien.

Hij heeft twintig kinderen.

Er hat zwanzig Kinder.

Twintig is een mooie leeftijd.

- Zwanzig Jahre sind ein schönes Alter.
- Zwanzig ist ein schönes Alter.

Ze is net twintig geworden.

Sie ist gerade zwanzig geworden.

De zonnebril kost twintig euro.

Die Sonnenbrille kostet zwanzig Euro.

Laurie is twintig jaar oud.

Laurie ist zwanzig Jahre alt.

Muiriel is twintig jaar oud.

- Muiriel ist zwanzig.
- Muiriel ist zwanzig Jahre alt.

Muriel is twintig jaar oud.

Muriel ist zwanzig Jahre alt.

Zij is twintig jaar oud.

Sie ist zwanzig Jahre alt.

Het is twintig over tien.

- Es ist zehn Uhr zwanzig.
- Es ist 10.20 Uhr.

Vier keer vijf is twintig.

Vier mal fünf ist zwanzig.

- Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
- Kan ik je binnen twintig minuten terugbellen?

Kann ich dich in den nächsten zwanzig Minuten zurückrufen?

Ze liep twintig mijl per dag.

Sie ging zwanzig Meilen am Tag.

Ze rookt twintig sigaretten per dag.

- Sie raucht 20 Zigaretten am Tag.
- Sie raucht zwanzig Zigaretten am Tag.

Meer dan twintig jongens gingen erheen.

Mehr als zwanzig Jungen sind dorthin gegangen.

Twintig jaar zijn er al verlopen.

Zwanzig Jahre sind schon vergangen.

Twintig jaar is een lange tijd.

Zwanzig Jahre sind eine lange Zeit.

Hij leest elke week twintig boeken.

Er liest jede Woche zwanzig Bücher.

Ik ben twintig jaar geleden geboren.

- Ich bin vor zwanzig Jahre geboren.
- Ich wurde vor zwanzig Jahren geboren.

Hij verdient twintig dollar per dag.

- Er verdient zwanzig Dollar pro Tag.
- Er verdient zwanzig Dollar am Tag.

Over twintig minuten bel ik terug.

Ich rufe in zwanzig Minuten wieder an.

Twintig gedeeld door twee is tien.

Zwanzig geteilt durch zwei ist zehn.

Kan ik je over twintig minuten terugbellen?

Kann ich dich in zwanzig Minuten zurückrufen?

Mijn familie heeft hier twintig jaar geleefd.

Meine Familie hat hier zwanzig Jahre lang gelebt.

- "Hoe laat is het nu?" "Drie uur twintig."
- „Hoe laat is het nu?” „Het is twintig over drie.”

„Wie viel Uhr ist es jetzt?“ „Drei Uhr zwanzig.“

"Hoe laat is het nu?" "Drie uur twintig."

- „Wie viel Uhr ist es jetzt?“ „Drei Uhr zwanzig.“
- "Wie viel Uhr haben wir?" "Es ist jetzt zwanzig nach drei."

Dit gebouw heeft vijf verdiepingen en twintig appartementen.

Das Gebäude hat 5 Etagen und 20 Wohnungen.

Sinds twintig jaar spreken ze niet met elkaar.

Seit zwanzig Jahren sprechen sie nicht miteinander.

In twintig jaar beklom hij Mount Everest 21 keer:

In zwei Jahrzehnten bestieg er den Mount Everest 21 Mal –

"Hoe laat is het?" "Het is twintig over drie."

"Wie viel Uhr ist es?" "Es ist drei Uhr zwanzig."

Ik denk dat ze ongeveer twintig jaar oud is.

Ich glaube, sie ist ungefähr zwanzig Jahre alt.

- Het is twintig jaar geleden dat ik u nog gezien heb.
- De laatste keer dat ik je zag, is twintig jaar geleden.
- Het is twintig jaar geleden dat ik je voor het laatst zag.

- Es ist zwanzig Jahre her, dass ich dich zuletzt gesehen habe.
- Das letzte Mal, als ich dich gesehen habe, war vor zwanzig Jahren.

Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd.

Zehn, zwanzig, dreißig, vierzig, fünfzig, sechzig, siebzig, achtzig, neunzig, hundert.

Mijn vader trouwde toen hij iets meer dan twintig was.

Mein Vater heiratete, als er etwas über zwanzig war.

Hij schreef dat boek op de leeftijd van twintig jaar.

Er schrieb das Buch im Alter von zwanzig.

- Het is tien voor half elf.
- Het is twintig over tien.

- Es ist 20 Minuten nach 10.
- Es ist zehn Uhr zwanzig.
- Es ist 10.20 Uhr.

- Het is twintig over zes.
- Het is tien voor half zeven.

Es ist zwanzig nach sechs.

Van de twintig studenten heeft er maar één het boek gelezen.

- Von zwanzig Schülern hat lediglich einer das Buch gelesen.
- Von zwanzig Studentinnen hat nur eine das Buch gelesen.

Ze zei dat ze twintig jaar was, wat niet waar was.

Sie sagte, sie sei zwanzig Jahre alt, was nicht stimmte.

Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.

Zehn, elf, zwölf, dreizehn, vierzehn, fünfzehn, sechzehn, siebzehn, achtzehn, neunzehn, zwanzig.

„Wanneer vertrekt de bus?” „Om twintig voor en om tien over.”

„Wann fährt der Bus?“ – „Zwanzig vor und zehn nach.“

Ik ben niet van plan om voor twintig man te koken.

Ich bin nicht bereit, für zwanzig Leute Abendessen zu kochen.

Ik schat dat er minstens twintig soorten kaas op tafel lagen.

Ich schätze, es waren mindestens zwanzig Sorten Käse auf dem Tisch.

In haar twintig eerste levensjaren werd ze dikwijls voor een jongen gehouden.

In ihren ersten zwanzig Lebensjahren wurde sie oft für einen Jungen gehalten.

Ik heb hem elke maand een keer geschreven gedurende bijna twintig jaar.

Ich habe ihm fast zwanzig Jahre lang einmal im Monat geschrieben.

- Hij schreef het boek op de leeftijd van twintig jaar.
- Hij schreef dat boek op de leeftijd van twintig jaar.
- Hij schreef dat boek toen hij 20 jaar was.

- Er schrieb das Buch im Alter von zwanzig.
- Er hat dieses Buch mit zwanzig Jahren geschrieben.
- Er hat dieses Buch geschrieben, als er 20 Jahre alt war.
- Er schrieb das Buch im Alter von zwanzig Jahren.

De vrouwen roeien samen in een soort oud Chinese zogenoemende drakenboot met twintig zitplaatsen.

Die Frauen rudern zusammen, unter Verwendung eines Musters eines urchinesischen, sogenannten Drachenbootes mit zwanzig Sitzplätzen.

Het zal me twintig minuten kosten om met de taxi naar het station te gaan.

Mit dem Taxi zum Bahnhof zu fahren dauert nur zwanzig Minuten.

- Jongeren tussen tien en twintig zijn Gods straf voor seks.
- Tieners zijn Gods straf voor seks.

Teenager sind Gottes Strafe fürs Sexhaben.

- Hij schreef het boek op de leeftijd van twintig jaar.
- Hij schreef dat boek toen hij 20 jaar was.

- Er schrieb das Buch im Alter von zwanzig.
- Er schrieb das Buch im Alter von zwanzig Jahren.

Maria werd ontslagen uit het beroep dat ze twintig jaar had beoefend. Twee uur later rende ze voor een rijdende auto en was dood.

Maria wurde aus dem Beruf, den sie zwanzig Jahre lang ausgeübt hatte, entlassen. Zwei Stunden später lief sie vor ein fahrendes Auto und war tot.