Translation of "Helemaal" in German

0.025 sec.

Examples of using "Helemaal" in a sentence and their german translations:

- Ik ben het helemaal eens.
- Ik ben helemaal akkoord.
- Ik ga helemaal akkoord.

- Ich bin vollkommen einverstanden.
- Ich stimme ganz zu.

Nee, helemaal niet.

Nein, wirklich gar nicht.

Tom flipte helemaal.

Tom ist voll ausgeflippt.

- Ik ben het helemaal eens.
- Ik ga helemaal akkoord.

Ich bin vollkommen einverstanden.

- Je bent helemaal niet veranderd.
- U bent helemaal niet veranderd.
- Jullie zijn helemaal niet veranderd.

- Du hast dich gar nicht verändert.
- Ihr habt euch gar nicht verändert.
- Sie haben sich gar nicht verändert.
- Du hast dich kein bisschen verändert.

- Ik ben het helemaal eens.
- Ik ga helemaal akkoord.
- Ik ben het er helemaal mee eens.

Ich bin vollkommen einverstanden.

- Je bent helemaal niet verkeerd.
- U bent helemaal niet verkeerd.

Du liegst in keiner Weise falsch.

- Ben je helemaal gek geworden?
- Zijn jullie helemaal gek geworden?

- Bist du denn des Wahnsinns fette Beute?
- Hast du jetzt völlig den Verstand verloren?

- Hij kent helemaal geen Frans.
- Hij spreekt helemaal geen Frans.

Er kann gar kein Französisch.

- Dat is niet helemaal verkeerd.
- Het is niet helemaal verkeerd.

Das ist nicht völlig falsch.

- Het is helemaal mijn schuld.
- Het is helemaal mijn fout.

- Es ist nur meine Schuld.
- Es ist voll und ganz meine Schuld.

- Dat is niet helemaal verkeerd.
- Dat is niet helemaal onwaar.

Das ist nicht völlig falsch.

En zijn helemaal vergeten

und wir haben vollkommen vergessen,

Dat is helemaal verkeerd.

- Das ist völlig falsch.
- Das ist alles falsch.
- Das ist komplett falsch.

U heeft helemaal gelijk.

- Sie haben vollkommen recht.
- Sie haben ganz recht.

Tom was helemaal uitgeput.

Tom war völlig erschöpft.

Hij heeft helemaal gelijk.

Er hat völlig recht.

Tom is helemaal gestoord.

- Tom ist total bekloppt.
- Tom ist völlig übergeschnappt.

Je hebt helemaal gelijk.

- Sie haben vollkommen recht.
- Du hast völlig recht.

Je bent helemaal gezond.

Du bist völlig gesund.

Hij was helemaal bevroren.

Er war blaugefroren.

- Helemaal niet!
- Verre van!

Weit gefehlt!

Ik doe helemaal niets.

Ich mache nichts.

Ik ben helemaal blut.

Ich bin total blank.

Ik vertrouw helemaal niemand.

Ich habe zu überhaupt niemandem Vertrauen.

Hij was helemaal bezweet.

Er war schweißgebadet.

Dat ging helemaal mis.

Das ging total daneben.

Ben je helemaal alleen?

Bist du ganz alleine?

Het is helemaal donker.

Es ist ganz dunkel.

Ze praten helemaal niet.

Sie sprechen gar nicht.

- Het maakt me helemaal niks uit.
- Het interesseert me helemaal niet.

Mich interessiert das überhaupt nicht.

- Ik mag Tom helemaal niet.
- Ik vind Tom helemaal niet leuk.

- Tom gefällt mir überhaupt nicht.
- Ich mag Tom überhaupt nicht.

- Het is helemaal niet dringend.
- Er is helemaal geen haast bij.

Es eilt überhaupt nicht.

- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.
- Ge hebt helemaal gelijk.

- Du hast völlig recht.
- Du hast ganz recht.
- Du hast total recht.
- Du hast vollkommen recht.

- U heeft helemaal gelijk.
- Hij heeft volkomen gelijk.
- Zij heeft helemaal gelijk.

Sie haben vollkommen recht.

We hebben het helemaal verkeerd.

Wir haben uns alle geirrt.

Dit stuk is helemaal bezet.

"Dieses Revier ist besetzt."

Ik heb helemaal geen honger.

Ich bin überhaupt nicht hungrig.

Het is niet helemaal zeker.

- Das ist nicht absolut gewiss.
- Das ist nicht völlig sicher.

Ben je helemaal gek geworden?

Hast du jetzt völlig den Verstand verloren?

Ik ben helemaal niet treurig.

Ich bin überhaupt nicht traurig.

Ik ben er helemaal tegen.

- Ich bin absolut dagegen.
- Ich bin ganz dagegen.

Ik ben hamburgers helemaal zat.

- Ich habe die Nase voll von Hamburgern.
- Hamburger habe ich so was von satt.

Dit is helemaal niet groot.

Das ist überhaupt nicht groß.

Eet je spinazie helemaal op.

- Iss deinen Spinat ganz auf.
- Iss deinen Spinat auf!

Ik ken haar helemaal niet.

Ich kenne sie überhaupt nicht.

Hij heeft helemaal niet geleerd.

Er hat kein bisschen gelernt.

Hij kijkt helemaal geen tv.

- Er guckt überhaupt kein Fernsehen.
- Er schaut überhaupt kein Fernsehen.

Hij kent helemaal geen Frans.

Er kann gar kein Französisch.

Hij woonde daar helemaal alleen.

Er lebte dort ganz allein.

Hij gelooft mij helemaal niet.

Er glaubt mir überhaupt nicht.

Ik begreep het bijna helemaal!

Ich habe fast alles verstanden!

Vanavond gaan we helemaal los.

Heute nacht werden wir die Sau rauslassen.

Ik draag helemaal geen onderbroek.

- Ich trage keinerlei Unterwäsche.
- Ich habe keine Unterwäsche an.

Ik versta helemaal geen Frans.

Ich verstehe überhaupt kein Französisch.

Ik ben nu helemaal alleen.

Jetzt bin ich ganz allein.

Ik spreek helemaal geen Frans.

- Ich spreche überhaupt kein Französisch.
- Ich kann gar kein Französisch sprechen.
- Ich kann überhaupt kein Französisch sprechen.
- Ich kann gar kein Französisch.

Ik ben helemaal niet verrast.

Ich bin kein bisschen überrascht.

De bus was helemaal vol.

Der Bus war total überfüllt.

Er is helemaal geen gevaar.

Es besteht überhaupt keine Gefahr.

Ik mag haar helemaal niet.

Ich mag sie überhaupt nicht.

Hij verstaat helemaal geen Frans.

Er versteht gar kein Französisch.

Ik ben helemaal niet overtuigd.

- Ich bin überhaupt nicht überzeugt.
- Ich bin alles andere als überzeugt.

Ik kan helemaal niks zien.

Ich kann überhaupt nichts sehen.

Is helemaal geen probleem, toch?

Das ist aber kein Problem, oder?

Lange rokken zijn helemaal modern.

Lange Röcke sind total modern.

Je gezicht is helemaal bleek.

Du bist ganz bleich im Gesicht.