Translation of "Gewacht" in German

Ik heb gewacht.

Ich habe gewartet.

We hebben niet gewacht.

Wir haben nicht abgewartet.

Ik zou hebben gewacht.

Ich hätte gewartet.

- Ik wachtte.
- Ik heb gewacht.

Ich habe gewartet.

Ik heb drie uur gewacht.

Ich habe drei Stunden gewartet.

Net waar vrouwtjesschildpadden op hebben gewacht.

Genau darauf haben diese Schildkröten-Weibchen gewartet.

Ze heeft uren op hem gewacht.

Sie hat stundenlang auf ihn gewartet.

Ik heb lang op haar gewacht.

Ich habe auf sie lange gewartet.

Ik heb tien minuten lang gewacht.

- Ich habe zehn Minuten lang gewartet.
- Ich wartete zehn Minuten.

We hebben lang op hem gewacht.

Wir haben lange auf ihn gewartet.

Ik heb tot de laatste minuut gewacht.

Ich habe bis zur letzten Minute gewartet.

Ik heb een uur op haar gewacht.

Ich habe eine Stunde auf sie gewartet.

Ik heb meer dan twee uur gewacht.

Ich habe mehr als zwei Stunden gewartet.

We hebben lang in het park gewacht.

Wir haben im Park lange gewartet.

Hoe lang heb je op de bus gewacht?

Wie lange hast du auf den Bus gewartet?

We hebben lang gewacht maar ze verscheen niet.

Wir haben eine lange Zeit gewartet, aber sie tauchte nicht auf.

Ik heb uren gewacht, maar ze kwam niet.

Ich habe stundenlang gewartet, aber sie kam nicht.

Tom heeft een goed uur op Maria gewacht.

Tom wartete eine gute Stunde auf Maria.

We hebben de hele dag op je gewacht.

Wir haben den ganzen Tag auf dich gewartet.

- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.

Ich habe drei Stunden gewartet.

Ik heb twee uur in de sneeuw gewacht op de bus.

Ich habe im Schnee zwei Stunden lang auf den Bus gewartet.

We hebben een lange tijd gewacht, maar ze daagde niet op.

Wir haben eine lange Zeit gewartet, aber sie tauchte nicht auf.

Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht.

Endlich treffen wir uns! Ich habe so lange auf diesen Moment gewartet.

Ik heb al twee uur gewacht, ik kan niet nog langer wachten.

Ich warte schon seit zwei Stunden. Ich kann nicht noch länger warten.

Ik heb drie uur op Tom gewacht, maar hij kwam gewoon niet.

- Ich wartete drei Stunden auf Tom, aber er kam einfach nicht.
- Ich habe drei Stunden lang auf Tom gewartet, aber er kam gar nicht.

Ik heb drie uur op Tom gewacht maar hij liet zich niet zien.

Ich wartete drei Stunden auf Tom, aber er ließ sich nicht blicken.

- We waren lang op hem aan het wachten.
- We hebben lang op hem gewacht.

Wir haben lange auf ihn gewartet.

- Ik heb zo lang op u gewacht.
- Ik wacht al een eeuwigheid op u

Ich warte schon so lange auf Sie.

Ik denk dat jij het bent waar ik al die jaren op heb gewacht.

- Ich glaube, du bist es, auf den ich all diese Jahre gewartet habe.
- Ich glaube, du bist es, auf die ich all diese Jahre gewartet habe.

- Ik heb meer dan een week op je gewacht.
- Ik wachtte meer dan een week op je.

Ich wartete über eine Woche auf dich.

- We wachtten lang, maar hij kwam niet.
- We hebben een lange tijd gewacht, maar ze daagde niet op.

Wir haben eine lange Zeit gewartet, aber sie tauchte nicht auf.

- Ik heb zijn antwoord afgewacht. Dat had ik misschien beter niet gedaan.
- Ik heb op zijn antwoord gewacht. Dat had ik misschien beter niet kunnen doen.

Ich habe auf seine Antwort gewartet. Vielleicht hätte ich das nicht tun sollen.