Translation of "Chocolade" in German

0.011 sec.

Examples of using "Chocolade" in a sentence and their german translations:

- Je hield van chocolade.
- U hield van chocolade.
- Jullie hielden van chocolade.

Du hast Schokolade gemocht.

- Hou je van chocolade?
- Houdt u van chocolade?
- Houden jullie van chocolade?

Magst du Schokolade?

Ik eet chocolade.

Ich esse Schokolade.

Ze eten chocolade.

Sie essen Schokolade.

Is dat chocolade?

Ist das Schokolade?

- Ik lust geen chocolade.
- Ik hou niet van chocolade.

Ich mag keine Schokolade.

- Mijn favoriete smaak is chocolade.
- Mijn lievelingssmaak is chocolade.

Mein Lieblingsgeschmack ist Schokolade.

- Ze houdt ook van chocolade.
- Zij houdt ook van chocolade.

- Sie mag auch Schokolade.
- Sie liebt auch Schokolade.
- Auch sie liebt Schokolade.

Linda houdt van chocolade.

Linda mag Schokolade.

Ik zal chocolade eten.

Ich werde Schokolade essen.

Zelfs chocolade bevat vitaminen.

Auch Schokolade enthält Vitamine.

Ik hou van chocolade.

Ich mag Schokolade.

Ann houdt van chocolade.

Ann liebt Schokolade.

Deze chocolade smaakt bitterzoet.

Diese Schokolade hat einen Geschmack zwischen süß und bitter.

Hij bracht haar chocolade.

Er brachte ihr Schokolade.

Anna houdt van chocolade.

Anna mag Schokolade.

Linda eet graag chocolade.

Linda isst gerne Schokolade.

Ik eet graag chocolade.

Ich esse gern Schokolade.

Deze chocolade is heerlijk.

Diese Schokolade ist köstlich.

Maria houdt van chocolade.

- Maria isst gern Schokolade.
- Maria liebt Schokolade.

Chocolade wordt gemaakt van cacaobonen.

- Schokolade wird aus Kakaobohnen gemacht.
- Die Schokolade wird aus Kakaobohnen hergestellt.

Ik kan geen chocolade eten!

Ich kann keine Schokolade essen!

Ik hou niet van chocolade.

Ich mag keine Schokolade.

Zij houdt ook van chocolade.

- Sie liebt auch Schokolade.
- Auch sie liebt Schokolade.

Hij at chocolade en snoep.

Er aß Schokolade und Süßigkeiten.

Wie wil er warme chocolade?

Wer will heiße Schokolade?

Ik koop fruit en chocolade.

Ich kaufe gerade Obst und Schokolade.

Ze houdt ook van chocolade.

Sie mag auch Schokolade.

Ik hou van pure chocolade.

Ich mag dunkle Schokolade.

Tom houdt niet van chocolade.

Tom mag keine Schokolade.

Katten houden niet van chocolade.

Katzen mögen keine Schokolade.

Ze eet elke dag chocolade.

Sie isst jeden Tag Schokolade.

Je houdt van chocolade, toch?

Du isst gern Schokolade, stimmt's?

Tom houdt ook van chocolade.

Tom isst auch gern Schokolade.

Tom houdt echt van chocolade.

Tom isst sehr gerne Schokolade.

Tom pakte de chocolade uit.

Tom packte die Schokolade aus.

Ann heeft een zwak voor chocolade.

Ann hat eine Schwäche für Schokolade.

Wat?! Je hebt mijn chocolade beer opgegeten?!

Was?! Du hast meinen Schokoladenbären gegessen?!

Laat de chocolade in de mond smelten.

Lass die Schokolade im Mund schmelzen.

Het ruikt de hele dag naar chocolade.

Er riecht den ganzen Tag nach Schokolade.

- Tom kent een vrouw die niet graag chocolade eet.
- Tom kent een vrouw die geen chocolade lust.

Tom kennt eine Frau, die nicht gerne Schokolade isst.

- Linda houdt van chocolade.
- Linda houdt van chocola.

Linda liebt Schokolade.

Tom kent een vrouw die geen chocolade lust.

Tom kennt eine Frau, die nicht gerne Schokolade isst.

- Tom is gek op chocola.
- Tom houdt van chocolade.

Tom liebt Schokolade.

- Wie wil er chocolademelk?
- Wie wil er warme chocolade?

Wer will heiße Schokolade?

- Hij at chokolade en zoetigheden
- Hij at chocolade en snoep.

Er aß Schokolade und Süßigkeiten.

Op sommige plaatsen worden chocolade en paprika beschouwd als afrodisiaca.

- Mancherorts werden Schokolade und Paprika als Aphrodisiakum betrachtet.
- Mancherorts werden Schokolade und Paprika als Mittel zur Steigerung des Geschlechtstriebes betrachtet.

Ik ben op dieet, en ik zou willen weten of ge van chocolade verdikt.

Ich bin auf Diät und wüsste gerne, ob Schokolade dick macht.