Translation of "Vindt" in French

- Iedereen vindt je leuk.
- Iedereen vindt u leuk.
- Iedereen vindt jullie leuk.

- Tout le monde vous apprécie.
- Tout le monde t'apprécie.

- Vindt u mij aardig?
- Vindt hij mij aardig?
- Vindt zij mij aardig?

M'aime-t-il ?

- Vindt hij het leuk?
- Vindt hij hem leuk?
- Vindt hij haar leuk?

L'apprécie t-il ?

- Hij vindt me leuk.
- Hij vindt me aardig.

Il m'aime bien.

Het vindt plaats.

C'est en cours.

Niemand vindt het leuk.

Personne ne l'aime.

Hij vindt voetballen leuk.

Il aime jouer au foot.

Hij vindt voetbal leuk.

Il aime le foot.

Iedereen vindt haar aardig.

Tout le monde la trouve sympathique.

Tom vindt reggae leuk.

Tom aime le reggae.

Vindt u tennis leuk?

Vous aimez le tennis ?

Wie vindt Toshio aardig?

- Qui Toshio aime-t-elle ?
- Qui Toshio aime-t-il ?

Hij vindt vissen leuk.

Il aime pêcher.

Tom vindt dat leuk.

- Tom aime ça.
- Tom aime cela.
- Ça plaît à Tom.
- Cela plaît à Tom.

Tom vindt Maria leuk.

- Tom aime bien Marie.
- Tom apprécie Marie.

Iedereen vindt Tom aardig.

Tout le monde aime Tom.

Ze vindt hem leuk.

- Elle l'aime.
- Elle l'apprécie.

Niemand vindt dit interessant.

Personne ne trouve ceci intéressant.

Vindt Tom Maria leuk?

Tom aime-t-il Mary ?

Niemand vindt haar leuk.

Personne ne l'apprécie.

Vindt u Moskou leuk?

- Vous aimez Moscou ?
- Est-ce que vous aimez Moscou ?

Ze vindt zwemmen leuk.

Elle aime nager.

Hij vindt het vies.

Il trouve que c'est sale.

Vindt hij het leuk?

L'apprécie t-il ?

Vindt u Tom aardig?

Tom vous plaît-il ?

Als hij haar welpjes vindt...

S'il trouve ses petits,

Jij vindt me niet aardig.

Tu ne m'aimes pas.

Tom vindt wiskunde niet leuk.

Tom n'aime pas les mathématiques.

Vindt Tom zijn werk leuk?

Tom aime-t-il son travail ?

Hun huwelijk vindt morgen plaats.

Leur mariage a lieu demain.

Vindt ze mijn hoed leuk?

Est-ce qu'elle aime mon chapeau?

Ze vindt me niet leuk.

Elle ne m'aime pas.

Tom vindt me niet leuk.

- Tom ne m'aime pas.
- Je ne plais pas à Tom.

Tom vindt Maria niet leuk.

Tom n'aime pas Mary.

Wat vindt uw vrouw ervan?

Qu'est-ce qu'en pense votre femme ?

- Wie hem kent, vindt hem aardig.
- Iedereen die hem kent vindt hem leuk.

Ceux qui le connaissent l'apprécient.

- Hij ziet me wel zitten.
- Hij vindt me leuk.
- Hij vindt me aardig.

Il m'aime bien.

...en je vindt er enorme kliffen...

On y trouve d'immenses falaises,

- Wie denkt dat?
- Wie vindt dat?

- Qui le pense ?
- Qui partage cet avis ?

Er vindt altijd wel iemand tijd.

On peut toujours trouver du temps.

Niet iedereen vindt dat boek leuk.

Tout le monde n'aime pas ce livre.

Vindt u de gele kleur leuk?

Trouvez-vous belle la couleur jaune?

- Tom vindt de meeste van zijn leraren aardig.
- De meeste van zijn leraars vindt Tom aardig.

Tom aime la plupart de ses professeurs.

- Tom breit graag.
- Tom vindt breien leuk.

Tom aime tricoter.

Vindt u het erg als ik rook?

Cela vous dérange si je fume ?

Zij vindt het leuk mensen te vernederen.

Elle aime humilier les gens.

Ik weet dat hij dat belangrijk vindt.

Je sais qu'il pense que c'est important.

Iedereen weet dat Tom Maria leuk vindt.

- Tout le monde sait que Tom aime Mary.
- Tout le monde sait que Tom apprécie Mary.

- Tom houdt hiervan.
- Tom vindt dat leuk.

- Tom adore ça.
- Tom aime ça.

Of je het leuk vindt of niet.

- Bon gré mal gré.
- Que tu l'aimes ou pas.
- Que ça te plaise ou non.
- Que ça vous plaise ou non.
- Que vous l'aimiez ou pas.

Bel me op als je iets vindt.

Donne-moi un anneau si tu découvres quelque chose.

Maria vindt dat jullie elk gesprek domineren.

Marie trouve que vous monopolisez toutes les conversations.

- U mag me niet.
- U vindt me niet aardig.
- Jij vindt me niet aardig.
- Je mag me niet.

- Vous ne m'aimez pas.
- Tu ne m'aimes pas.

Zoals het water de weg naar beneden vindt,

en suivant le chemin que prendrait l'eau dans sa descente,

Ik weet niet of je haar leuk vindt.

J'ignore si tu l'aimes ou pas.

- Hij speelt graag voetbal.
- Hij vindt voetballen leuk.

Il aime jouer au foot.

- Vindt u Moskou leuk?
- Vind je Moskou leuk?

- Aimes-tu Moscou ?
- Aimez-vous Moscou ?
- Tu aimes Moscou ?
- Vous aimez Moscou ?
- Est-ce que tu aimes Moscou ?
- Est-ce que vous aimez Moscou ?

De volgende vergadering vindt plaats over enkele dagen.

La prochaine réunion aura lieu dans quelques jours.

- Vind je tennis leuk?
- Vindt u tennis leuk?

- Vous aimez le tennis ?
- Aimez-vous le tennis ?

- Wie zoekt, zal vinden.
- Wie zoekt, die vindt.

- Qui cherche, trouve.
- Qui cherche trouve.

Men vindt altijd waar men niet naar zoekt.

On trouve toujours ce qu'on ne cherche pas.

Ze vindt naar de bioscoop gaan erg leuk.

Elle aime beaucoup aller au ciné.

Hij vindt mij aardig en ik hem ook.

- Il m'apprécie et je l'apprécie aussi.
- Il m'apprécie et je l'apprécie également.

- Iedereen houdt van Tom.
- Iedereen vindt Tom aardig.

Tout le monde aime Tom.

- Vindt u Engels leuk?
- Vinden jullie Engels leuk?

Aimez-vous l'anglais ?

Mijn gele kanarie vindt zijn eten niet lekker.

Mon canari jaune n'aime pas sa nourriture.

Dus als je waterbron vindt... ...vind je ook voedsel.

Donc près de l'eau, il y a toujours à manger.

vindt een andere dat het juist goed zou zijn.

un autre expert affirme que cela serait positif.

De meeting vindt op zijn vroegst volgende week plaats.

La réunion se tiendra la semaine prochaine au plus tôt.

- Hun huwelijk vindt morgen plaats.
- Morgen is hun huwelijk.

Leur mariage a lieu demain.

Vindt u het erg als ik de radio aandoe?

Cela vous dérange-t-il si j'allume la radio ?

Istanboel is de stad die zij het leukste vindt.

Istanbul est la ville qu'elle aime le plus.

- Ze is gek op cake.
- Ze vindt cake heerlijk.

Elle adore les gâteaux.

Ik veronderstel dat u zichzelf vrij uniek vindt, nietwaar?

- Je présume que vous pensez être plutôt singulier, n'est-ce pas ?
- Je présume que tu penses être plutôt singulier, n'est-ce pas ?
- Je présume que tu penses être plutôt singulière, n'est-ce pas ?
- Je présume que vous pensez être plutôt singulière, n'est-ce pas ?

Ik vraag me af wat u vindt van vliegen?

Je me demande ce que vous pensez de prendre l'avion?

- Yukiko houdt van aardappelen.
- Yukiko vindt de aardappelen goed.

Yukiko aime les pommes de terre.

- Jij vindt me niet aardig.
- Je mag me niet.

Tu ne m'aimes pas.

Tom vindt het leuk om iets nieuws te proberen.

Tom aime bien essayer de nouvelles choses.

Vindt u het echt noodzakelijk om dat de doen?

- Pensez-vous vraiment qu'il est nécessaire de le faire ?
- Croyez-vous vraiment nécessaire de faire cela ?

Tom vindt het leuk om naar school te gaan.

Tom aime aller à l'école.

- Je vindt dit in een ijzerhandel.
- Dit vindt u in een doe-het-zelfzaak.
- Jullie zullen dit in een ijzerwarenwinkel vinden.

- Vous trouverez ça dans une droguerie.
- Vous trouverez ça dans une quincaillerie.