Translation of "Verstopt" in French

0.005 sec.

Examples of using "Verstopt" in a sentence and their french translations:

- De pijp is verstopt.
- De buis is verstopt.
- De pijp zit verstopt.

Le tuyau est bouché.

- Waar zit Tom verstopt?
- Waar verstopt Tom zich?

- Où se cache Tom ?
- Où Tom se cache-t-il ?

Hij verstopt zich.

Il se cache.

Wat heb je verstopt?

Qu'as-tu caché ?

Jij verstopt iets, nietwaar?

Tu me caches quelque chose, toi.

Waar zitten ze verstopt?

Où sont-ils cachés ?

Waar heb je ze verstopt?

Où est-ce que tu les as cachés ?

Ik heb mijn geld verstopt.

- Je cachais mon argent.
- J’ai caché mon argent.

- Hoe lang voel je je al verstopt?
- Hoe lang voelt u zich al verstopt?

- Depuis combien de temps vous sentez-vous constipé ?
- Depuis combien de temps vous sentez-vous constipée ?
- Depuis combien de temps te sens-tu constipé ?
- Depuis combien de temps te sens-tu constipée ?

Ik heb me onder de tafel verstopt.

Je me suis caché sous la table.

- Verstop je je?
- Zit je ergens verstopt?

Tu te caches ?

De afvoer van de wasbak is verstopt.

La bonde dans le lavabo est bouchée.

Weet je waar Tom zich verstopt had?

Tu sais où Tom s'est caché?

En dan wacht ze en verstopt ze zich.

Elle y patiente.

Ik vraag me af waar hij zich verstopt.

Je me demande où il se cache.

- Wat heb je verborgen?
- Wat heb je verstopt?

- Qu'avez-vous dissimulé ?
- Qu'as-tu caché ?

Ik haat het als haar de afvoer verstopt.

Je déteste quand des cheveux bouchent le tuyau d'évacuation.

- Tom vond kerstcadeautjes verstopt onder het bed van zijn ouders.
- Tom vond kerstcadeaus verstopt onder het bed van zijn ouders.

Tom a trouvé des cadeaux de Noël cachés sous le lit de ses parents.

Dat er vloeibaar water in de ijskap verstopt zit,

c'est que de l'eau à l'état liquide était cachée dans la calotte glaciaire,

Hij verstopt zijn hoofd in het zand, zoals een struisvogel.

Il se cache la tête dans le sable, comme une autruche.

Ik vraag me af waar Tom zijn sleutel verstopt heeft.

Je me demande où Tom a caché sa clé.

Tom heeft de kerstcadeautjes van de kinderen achter de sofa verstopt.

Tom a caché les cadeaux de Noël des enfants derrière le canapé.

Tom zei dat hij wist waar Maria het gestolen geld heeft verstopt.

Tom dit qu'il savait où Marie avait caché l'argent volé.