Translation of "Zitten" in Turkish

0.011 sec.

Examples of using "Zitten" in a sentence and their turkish translations:

- Ze zitten vast.
- Zij zitten vast.
- Ze zitten gevangen.
- Zij zitten gevangen.

Onlar tuzağa düşürülmüş.

- Ze zitten gevangen.
- Zij zitten gevangen.

Onlar yakalandı.

Blijf zitten.

Otur oturduğun yerde.

Ga zitten!

Otur!

- Blijf zitten!
- Blijf op je plaats zitten!
- Blijf op jullie plaats zitten!
- Blijf op uw plaats zitten!
- Blijft u zitten!

- Oturmuş olarak kal!
- Oturduğun yerden kalkma!

- Gaat u zitten.
- Neem plaats.
- Ga zitten.

Buyurun oturun.

- Kunnen we gaan zitten?
- Mogen we zitten?

Oturabilir miyiz?

- Waar wil je zitten?
- Waar willen jullie zitten?
- Waar wilt u zitten?

- Nerede oturmak istiyorsun?
- Nereye oturmak istersin?
- Nereye oturmak istersiniz?

- Gaat u zitten.
- Ga zitten!
- Zet u.
- Neem plaats.
- Ga even zitten.
- Zit!

Oturun.

- Je veter zitten los.
- Uw veters zitten los.

Ayakkabıların çözülmüş.

- Ga alsjeblieft hier zitten.
- Ga alstublieft hier zitten.

Lütfen burada oturun.

- Waar mag ik zitten?
- Waar kan ik zitten?

Nerede oturabilirim?

Blijf zitten alstublieft.

- Lütfen oturun.
- Lütfen oturmuş biçimde kalın.
- Lütfen oturmaya devam edin.
- Lütfen ayağa kalkmayın.

Ga rechtop zitten.

Doğru otur.

Zitten jullie ondergedoken?

Saklanıyor musun?

Ga daar zitten.

Otur orada.

Ga zitten, alsjeblieft.

- Lütfen yerine otur.
- Lütfen otur.
- Lütfen oturun.

Alle kinderen zitten.

Çocukların hepsi oturuyor.

Ik ging zitten.

Oturdum.

Tom bleef zitten.

- Tom oturmuş kaldı.
- Tom oturmaya devam etti.

Iedereen bleef zitten.

Herkes oturmuş kaldı.

Gaat u zitten.

Lütfen otur.

Zitten ze ondergedoken?

Onlar saklanıyor mu?

Nee, ga zitten.

Hayır, otur.

Ga hier zitten.

Buraya otur.

Als je wilt zitten, ga je gang en ga zitten.

Oturmak istiyorsan öyleyse git ve otur.

- Je kan naast me zitten.
- Je mag naast me zitten.

Benim yanıma oturabilirsin.

Ze zitten vol leven.

Hayat doludurlar.

Kom naast me zitten.

Yanımda otur.

Ze zitten aan tafel.

Masada oturuyorlar.

Laat dat maar zitten.

Onu yalnız bırak.

Kan ik hier zitten?

Buraya oturabilir miyim?

Kan ik daar zitten?

- Orada oturabilir miyim?
- Oraya oturabilir miyim?

Ze gingen allebei zitten.

Her ikisi de oturdu.

- Blijf zitten.
- Blijf staan.

Kımıldama.

We moeten gaan zitten.

Biz oturmalıyız.

Ik blijf liever zitten.

Oturmayı tercih ederim.

Ik ga daar zitten.

Orada oturacağım.

Mag ik hier zitten?

Ben burada oturabilir miyim?

Wilt u niet zitten?

Oturmaz mısınız?

Je kan gaan zitten.

Oturabilirsin.

Kom bij me zitten.

Gel yanıma otur.

Tom kan hier zitten.

Tom buraya oturabilir.

- Wilt u zo vriendelijk zijn te gaan zitten?
- Ga zitten alstublieft.

Lütfen oturun.

- Ze zijn boven.
- Zij zijn boven.
- Ze zitten boven.
- Zij zitten boven.

Üst kattalar.

- Je kan niet bij mij zitten.
- Je mag niet bij mij zitten.

Benimle oturamazsın.

- We zitten in hetzelfde team, toch?
- We zitten toch in hetzelfde team?

Aynı takımdayız, değil mi?

We zitten in de lucht.

Tamam, havadayız.

Daarna zitten we eraan vast.

Bu gittikten sonra mecbur kalacağız.

Ze zitten vol wetenschappelijke sensors

Hem oşinografik, hem de atmosferik

En daarom zitten we vast.

İşte bu yüzden sıkışıp kalmışız.

Maar we zitten eraan vast.

Ama artık başladık.

Ze zitten onder de blaren.

Bakın, ciddi şekilde su toplamaya başladı.

De oude man ging zitten.

Yaşlı adam oturdu.

Zitten we in hetzelfde hotel?

Aynı otelde miyiz?

Kom hier, meisje, ga zitten!

Buraya gel küçük kız, otur!

We zitten in de problemen.

Başımız dertte.

- Zit hier.
- Ga hier zitten.

Buraya otur.

Tom wilde naast Maaike zitten.

Tom Mary'nin yanına oturmak istiyordu.

Iedereen wil naast haar zitten.

Herkes onun yanına oturmak istiyor.

Hij ging naast haar zitten.

O onun yanına oturdu.

Ga zitten waar je wilt.

İstediğin yere otur.

We zitten in hetzelfde schuitje.

- Hepimiz aynı teknedeyiz.
- Biz aynı gemide oturuyoruz.

Tom ging met Mary zitten.

Tom, Mary ile oturdu.

Gaat u alstublieft zitten, meneer.

Lütfen oturun, beyefendi.

Tom ging naast Mary zitten.

Tom Mary'ye bitişik bir koltuk aldı.

Waarover zitten jullie te fluisteren?

Siz beyler ne hakkında fısıldıyorsunuz?

We zouden moeten gaan zitten.

Oturmalıyız.

Je kan bij mij zitten.

Benimle oturabilirsin.

- Ga daar zitten.
- Zit daar.

Orada otur.

We zitten bijna zonder eten.

Yiyeceğimizi tüketiyoruz.

Waar zou u willen zitten?

- Nereye oturmak istersin?
- Nerede oturmak istersiniz?

Tom ging naast Maria zitten.

Tom, Mary'nin yanına oturdu.

De wegen zitten vol kuilen.

Yollar çukurlarla dolu.

Wij zitten om de tafel.

Masanın etrafında oturuyoruz.

- Gaat u zitten.
- Neem plaats.

Oturun.

Hij ging naast me zitten.

Benim yanıma oturdu.

In welk seizoen zitten we?

Hangi mevsimdeyiz?

- Gaat u zitten.
- Zet u, a.u.b.
- Alstublieft, zet u.
- Wilt u zo vriendelijk zijn te gaan zitten?
- Ga zitten, alsjeblieft.

- Lütfen yerine otur.
- Lütfen oturun.

- We zitten in een straatje zonder eind.
- We zitten in een doodlopende straat.

Biz çıkmaz bir sokaktayız.

- Ze hebben het mis.
- Ze zitten ernaast.
- Zij hebben het mis.
- Zij zitten ernaast.

Onlar yanılıyor.

- Kom je bij me op schoot zitten?
- Wil je niet op mijn knie zitten?

Dizime oturmayacak mısın?

Ga er gewoon comfortabel bij zitten

Pekala, herkes rahatça yerine yerleşsin,

Er zitten zo veel harsoliën in.

İçinde bir sürü reçine yağı var.

Alle andere beesten zitten daar ook.

Burada yaşayan her canlı olacak.

Toen ging Chas naast me zitten.

Sonra Chaz yanıma oturdu.

...en vol zitten met giftige woestijnwezens.

ve zehirli çöl yaratıklarıyla dolu.

Kleine kinderen zitten graag overal aan.

Küçük çocuklar her şeye dokunmak ister.

Laten we op de bank zitten.

Bankta oturalım.

We gingen recht tegenover elkaar zitten.

Yüz yüze oturduk.

We zitten in een moeilijke situatie.

Biz zor bir durumdayız.