Translation of "Nummer" in French

0.037 sec.

Examples of using "Nummer" in a sentence and their french translations:

Nummer één:

Premièrement :

Nummer drie:

Troisièmement :

Nummer vier:

Quatrièmement :

Trek een nummer.

- Prends un numéro !
- Prenez un numéro !

- Ze belde het verkeerde nummer.
- Ze draaide het verkeerde nummer.

Elle se trompa de numéro.

Nummer 2: sociale valuta.

Numéro 2 : la monnaie sociale.

Ze draaide het verkeerde nummer.

Elle se trompa de numéro.

Heb je het nummer opgeschreven?

- Avez-vous noté le numéro ?
- As-tu noté le numéro ?
- As-tu pris note du numéro ?
- Avez-vous pris note du numéro ?

Ik heb je nummer niet.

Je n'ai pas ton numéro.

Elke afdeling heeft haar nummer.

Chaque département à son numéro.

Ik heb het nummer niet.

Je n'ai pas le numéro.

Kan ik uw nummer hebben?

Merci de me donner votre numéro.

- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?

Peux-tu me donner ton numéro de portable ?

Je hebt het verkeerde nummer gebeld.

Tu as composé le mauvais numéro.

Wanneer komt bus nummer vier aan?

Quand le bus numéro quatre arrivera-t-il ?

- Ik heb zeker het verkeerde nummer.
- Het lijkt erop dat ik het verkeerde nummer heb.

Il semble que je dispose du mauvais numéro.

Tip nummer twee is ‘luisteren naar experts’.

Deuxième conseil : écoutez les experts.

Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?

Peux-tu me donner ton numéro de portable ?

Hebt gij het nummer van buiten geleerd?

Avez-vous appris le numéro par cœur ?

Het is een regelrechte nummer 1-hit.

C'est un véritable tube.

Ik denk dat je het verkeerde nummer hebt.

Je crois que tu as composé le mauvais numéro.

Ik vrees dat u het verkeerde nummer heeft.

Je crains que vous n'ayez le mauvais numéro.

- Mag ik je telefoonnummer?
- Mag ik je nummer?

- Puis-je avoir ton numéro de téléphone ?
- Est-ce que je peux prendre ton numéro de téléphone ?

Ik wil hem telefoneren, hebt ge zijn nummer?

J'aimerais l'appeler. Tu as son numéro de téléphone ?

Tom schreef Maria haar nummer op een servet.

Tom nota le numéro de téléphone de Mary sur une serviette.

Welk nummer moet ik bellen in geval van nood?

Quel numéro dois-je appeler en cas d'urgence ?

Ik woon in de Lange-Rivierstraat, nummer tweehonderd twintig.

J'habite dans la rue Grande Rivière, au numéro deux cent vingt.

Het lijkt erop dat ik het verkeerde nummer heb.

Il semble que je dispose du mauvais numéro.

In geval van nood, bel mij op dit nummer.

Appelez-moi à ce numéro en cas d'urgence.

Naar elk nummer dat we willen wanneer we maar willen.

jusqu'à écouter tout ce qu'on veut, quand on veut.

Tom en Mary wisselden op het feestje hun nummer uit.

Tom et Marie ont échangé leurs numéros de téléphone lors de la fête.

- Ik heb kamer 5.
- Het nummer van mijn kamer is 5.

Mon numéro de chambre est le 5.

Het nummer is 932 85 47, maar ik weet het kengetal niet.

Le numéro est 932-86-47, mais je ne connais pas l'indicatif régional.

- Ik vind dit nummer niet leuk.
- Ik vind dit liedje niet leuk.

- Je n'aime pas cette chanson.
- Je n'apprécie pas cette chanson.
- Je n'aime pas ce chant.

- Zou u het nummer voor mij kunnen draaien? De telefoon is te hoog geplaatst.
- Zou u het nummer voor mij kunnen vormen? De telefoon staat te hoog.

Pourriez-vous composer le numéro pour moi ? Le téléphone est placé trop haut.

- Mag ik je telefoonnummer?
- Kan ik je telefoonnummer krijgen?
- Mag ik je nummer?

- Vous ne me pourriez pas me donner votre numéro de téléphone ?
- Puis-je avoir ton numéro de téléphone ?

Ze vinden het geweldig, iedereen zegt: 'Super nummer, precies wat je moet doen, laten we aan

Ils pensent que c'est génial, tout le monde dit: "Super chanson, juste le truc, commençons

Komaan, geef me je nummer. Ik zal met je praten over de zee en de sterren.

Allez, file-moi ton zéro six. Je te parlerai du bord de mer et des étoiles.

- Ik hou niet van dit liedje.
- Ik vind dit nummer niet leuk.
- Ik vind dit liedje niet leuk.

Je n'aime pas ce chant.