Translation of "Meenemen" in French

En ze erin meenemen.

les entraînant à leur suite.

Wat moet ik meenemen?

- Que devrais-je apporter ?
- Que dois-je emporter ?

Je mag wie je maar wilt meenemen.

- Tu peux emmener qui tu veux.
- Vous pouvez emmener qui vous voulez.

Je je camera of mobiel niet kon meenemen?

vous ne pouviez pas amener votre appareil, votre téléphone ?

Moeten we onze woordenboeken morgen meenemen naar de les?

- Devons-nous apporter nos dictionnaires en classe, demain ?
- Est-il besoin que nous amenions nos dictionnaires en classe, demain ?

Ge kunt een regenscherm meenemen, als ge er een nodig hebt.

Tu peux emporter un parapluie si tu en as besoin d'un.

Hij zei dat hij me zou meenemen op de Everest-expeditie in '53.

Tenzing a dit qu'il m'emmènerait pour l'expédition sur le mont Everest en 53.

- Je mag meebrengen wie je maar wil.
- Je mag wie je maar wilt meenemen.

Tu peux emmener qui tu veux.

Ik ben bang dat de boot zinkt als we meer dan zeven mensen meenemen.

Je crains que le bateau coule, si nous emportons plus que sept personnes.

Ik heb mijn sleutels op tafel laten liggen. Kun je ze voor me meenemen, alsjeblieft?

J'ai laissé mes clés sur la table. Veux-tu bien me les apporter ?

- Hier opeten of meenemen?
- Is dit om hier op te eten of om mee te nemen?

Sur place ou à emporter ?