Translation of "Moeten" in French

0.018 sec.

Examples of using "Moeten" in a sentence and their french translations:

- We moeten vertrekken.
- We moeten gaan.

- Il faut partir.
- Il nous faut partir.

- Wij moeten bezuinigen.
- Wij moeten besparen.

Nous devons épargner.

- We moeten vlug zijn.
- We moeten opschieten.

Il faut que nous nous dépêchions.

- We moeten ze voorrang geven.
- Wij moeten ze voorrang geven.
- We moeten hen voorrang geven.
- Wij moeten hen voorrang geven.
- We moeten ze bevoorrechten.
- Wij moeten ze bevoorrechten.
- We moeten hen bevoorrechten.
- Wij moeten hen bevoorrechten.

Il faut les privilégier.

- Je zou moeten sporten.
- U zou moeten sporten.
- Jullie zouden moeten sporten.

- Tu devrais faire de l'exercice.
- Vous devriez faire de l'exercice.

- Zou ik moeten gaan?
- Zou hij moeten gaan?
- Zou ze moeten gaan?

Devrais-je y aller ?

- Je had moeten stoppen.
- U had moeten stoppen.
- Jullie hadden moeten stoppen.

- Tu aurais dû arrêter.
- Vous auriez dû arrêter.

- Alle mensen moeten sterven.
- Alle mannen moeten sterven.

Tous les hommes doivent mourir.

- Hij zou moeten komen.
- Zij zou moeten komen.

Il devrait venir.

- Waar moeten we heen?
- Waar moeten we naartoe?

Où avons-nous besoin d'aller ?

- We moeten hem aansluiten.
- We moeten het aansluiten.

Il faut le brancher.

- We moeten hem oproepen.
- We moeten hem dagvaarden.

Il faut le convoquer.

We moeten veranderen.

Nous devons changer.

We moeten opschieten.

Il faut faire vite.

We moeten samenwerken,

Nous devons travailler ensemble,

Indringers moeten oppassen.

Intrus, prenez garde.

Mannen moeten werken.

Les hommes devraient travailler.

Kinderen moeten spelen.

Les enfants ont besoin de jouer.

We moeten praten.

Il faut que nous parlions.

Mensen moeten werken.

Les gens doivent travailler.

We moeten gaan.

- Nous devons y aller.
- Nous devons partir.
- Il nous faut y aller.
- Nous devons nous en aller.

We moeten ervandoor.

- Il nous faut nous y mettre.
- Il nous faut démarrer.

We moeten ontsnappen.

Nous devons nous échapper.

We moeten handelen.

Il nous faut agir.

We moeten evacueren.

Il nous faut évacuer.

We moeten helpen.

Nous devons aider.

Ze moeten sterven.

- Ils doivent mourir.
- Elles doivent mourir.

We moeten beslissen.

Il nous faut prendre une décision.

Jullie moeten gaan.

Il faut que vous y alliez.

Jullie moeten wachten.

- Il te faut attendre.
- Il vous faut attendre.

Jullie moeten beginnen.

Vous devez commencer.

Ze moeten terugkomen.

- Ils doivent revenir.
- Elles doivent revenir.

- Ge zoudt minder moeten roken.
- Jij zou minder moeten roken.
- U zou minder moeten roken.
- Jullie zouden minder moeten roken.

Tu devrais moins fumer.

- Ze zou zich moeten kalmeren.
- Zij zou zich moeten kalmeren.
- Ze zou zich moeten beheersen.
- Zij zou zich moeten beheersen.

Elle devrait se calmer.

- U zou wat moeten slapen.
- U zou moeten gaan slapen.
- Jullie zouden moeten gaan slapen.
- Jullie zouden wat moeten slapen.

Vous devriez aller dormir.

- We moeten rustig blijven.
- We moeten de rust bewaren.

Nous devons garder notre calme.

- Misschien moeten we praten.
- Misschien zouden we moeten praten.

Peut-être devrions-nous parler.

- Je zou daar moeten zijn.
- U zou daar moeten zijn.
- Jullie zouden daar moeten zijn.

- Vous devriez y être.
- Vous devriez être là.

- Je zou voorzichtig moeten zijn.
- Jullie zouden voorzichtig moeten zijn.
- U zou voorzichtig moeten zijn.

- Tu devrais faire attention.
- Vous devriez faire attention.

- U zou wat moeten rusten.
- Jullie zouden wat moeten rusten.
- U zou wat rust moeten nemen.
- Jullie zouden wat rust moeten nemen.

Vous devriez vous reposer.

- U zou moeten beginnen.
- Jullie zouden moeten beginnen.
- U zou aan de slag moeten gaan.
- Jullie zouden aan de slag moeten gaan.

Vous devriez commencer.

- We moeten de trap nemen.
- We moeten met de trap.

Nous devons prendre les escaliers.

- U zou hem moeten bedanken.
- Jullie zouden hem moeten bedanken.

Vous devriez le remercier.

- Uw potloden moeten gescherpt worden.
- Jouw potloden moeten geslepen worden.

Tes crayons doivent être aiguisés.

- Je zou wat moeten slapen.
- Je zou moeten gaan slapen.

Tu devrais aller dormir.

- We zouden meer moeten recyclen.
- We zouden meer moeten recycleren.

- Nous devrions recycler plus.
- Nous devrions recycler davantage.

- U zou daar moeten zijn.
- Jullie zouden daar moeten zijn.

- Vous devriez y être.
- Vous devriez être là.

- Dat moeten beslist VS-burgers zijn.
- Dat moeten Amerikanen zijn.

Ils doivent sans doute être Étasuniens.

- De grenzen moeten gesloten worden.
- De grenzen moeten worden gesloten.

Les frontières doivent être fermées.

En we moeten erkennen

et nous devons admettre

Alles zal moeten veranderen

Tout doit changer,

Wat moeten we doen?

Qu'en dites-vous ?

Complexe levensvormen moeten ontstaan --

Pour qu'une vie complexe émerge,

Dus we moeten opschieten.

donc on doit faire vite.

Jullie moeten geduldig zijn.

- Tu dois être patient.
- Vous devez vous montrer patient.

We moeten meteen beginnen.

Nous devons commencer immédiatement.

We moeten rustig blijven.

Nous devons garder notre calme.

We moeten vroeg vertrekken.

Nous devons partir tôt.

Dat zou moeten volstaan.

- Ça devrait le faire.
- Ça devrait suffire.

Afspraken moeten gerespecteerd worden.

Les traités nous obligent.

We moeten ze waarschuwen.

- Nous devons les avertir.
- Il faut que nous les avertissions.

Je zou moeten eten.

- Tu devrais manger.
- Vous devriez manger.

We moeten vlug zijn.

Il faut que nous nous dépêchions.