Translation of "Hoeveel" in French

0.020 sec.

Examples of using "Hoeveel" in a sentence and their french translations:

Hoeveel?

Combien ?

- Hoeveel rekenen ze aan?
- Hoeveel vragen ze?
- Hoeveel vragen jullie?
- Hoeveel rekenen jullie aan?

Vous prenez combien ?

- Hoeveel zijn er gestorven?
- Hoeveel doden?

- Combien de morts ?
- Combien sont morts ?

- Hoeveel is dit?
- Hoeveel kost dit?

- Combien ça coûte ?
- C’est combien ?

- Hoeveel kost het?
- Hoeveel is dit?

- Ça coûte combien ?
- Combien ça coûte ?
- Combien est-ce que ça coûte ?
- Combien cela coûte-t-il ?

- Hoeveel kost het?
- Hoeveel kost dat?

- Ça coûte combien ?
- Combien ça coûte ?
- Combien est-ce que ça coûte ?
- Combien cela coûte-t-il ?
- Combien coûte ceci ?
- C’est combien ?

- Hoeveel betalen jullie?
- Hoeveel betaalt u?

Combien payez-vous ?

Hoeveel mensen?

Combien de personnes ?

Hoeveel appels?

Combien de pommes ?

Hoeveel overnachtingen?

Pour combien de nuits ?

Hoeveel eieren?

Combien d'œufs ?

- Hoeveel pennen heeft u?
- Hoeveel pennen heb jij?
- Hoeveel pennen hebben jullie?
- Hoeveel pennen heb je?

Combien de crayons as-tu ?

- Hoeveel zussen hebt gij?
- Hoeveel zussen hebben jullie?
- Hoeveel zussen heb je?
- Hoeveel zussen heb jij?

- Tu as combien de sœurs ?
- Combien as-tu de sœurs ?
- Combien avez-vous de sœurs ?

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?
- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?

Combien de langues parles-tu ?

- Hoeveel kost dat?
- Hoeveel kost dit ding?

- Combien ça coûte ?
- Combien est-ce que ça coûte ?
- Combien ça fait ?
- Qu'est-ce que ça coûte ?

- Hoeveel geld wil je?
- Hoeveel geld wilt u?
- Hoeveel geld willen jullie?

- Combien d'argent voulez-vous ?
- Combien d'argent veux-tu ?

- Hoeveel appels wil je?
- Hoeveel appels wilt u?
- Hoeveel appels willen jullie?

Combien de pommes veux-tu ?

- Hoeveel klokken had je?
- Hoeveel klokken had u?
- Hoeveel klokken hadden jullie?

Combien d'horloges avais-tu ?

- Hoeveel kleinkinderen heb je?
- Hoeveel kleinkinderen heeft u?
- Hoeveel kleinkinderen hebben jullie?

- Combien de petits-enfants avez-vous ?
- Vous avez combien de petits-enfants ?
- Tu as combien de petits-enfants ?

- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?
- Hoeveel talen kan je spreken?

- Combien de langues sais-tu parler ?
- Combien de langues parles-tu ?

- Hoeveel kerstkaarten heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verstuurd?

- Combien de cartes de Noël avez-vous envoyées ?
- Combien de cartes de Noël as-tu envoyées ?

- Hoeveel pennen heeft u?
- Hoeveel pennen hebben jullie?

Combien de crayons avez-vous ?

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

- Combien de livres possède-t-il ?
- Combien de livres a-t-il ?

- Hoeveel cd's hebt ge?
- Hoeveel cd's heb je?

- Combien de CD avez-vous ?
- Combien de CD as-tu ?

- Hoeveel kost dit uurwerk?
- Hoeveel kost dit horloge?

- Combien coûte cette montre ?
- Quel est le prix de cette montre ?

- Hoeveel borden wil je?
- Hoeveel borden willen jullie?

- Combien de plats voulez-vous ?
- Combien d'assiettes désires-tu?

- Hoeveel geld hebt ge?
- Hoeveel geld heb je?

Combien as-tu d'argent ?

- Hoeveel zussen heb je?
- Hoeveel zussen heb jij?

Tu as combien de sœurs ?

- Hoeveel pennen heb jij?
- Hoeveel pennen heb je?

Combien de crayons as-tu ?

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?

Combien de langues savez-vous parler ?

- Hoeveel hoeden hebt u?
- Hoeveel hoeden heb jij?

- Combien de chapeaux as-tu ?
- Combien de chapeaux possédez-vous ?

- Hoeveel kinderen hebt gij?
- Hoeveel kinderen heb je?

Combien d'enfants as-tu ?

- Hoeveel kost deze sofa?
- Hoeveel kost deze bank?

- Combien coûte ce sofa ?
- Combien coûte ce sofa ?
- Combien coûte ce canapé ?

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

- Combien de livres as-tu ?
- Combien de livres as-tu donc ?!

- Hoeveel musea heb je bezocht?
- Hoeveel museums heb je bezocht?
- Hoeveel musea heeft u bezocht?
- Hoeveel museums heeft u bezocht?
- Hoeveel musea hebben jullie bezocht?
- Hoeveel museums hebben jullie bezocht?

- Combien de musées avez-vous visités ?
- Tu as visité combien de musées ?

Hoeveel kost dit?

- Ça coûte combien ?
- Combien ça coûte ?
- Combien est-ce que ça coûte ?

Hoeveel wil je?

- Combien en veux-tu ?
- Combien en voulez-vous ?

Hoeveel haltes nog?

Combien d'arrêts à partir d'ici ?

Hoeveel kosten ze?

Combien coûtent-elles ?

Hoeveel kost dat?

- Ça coûte combien ?
- Combien cela coûte-t-il ?
- Quel est le coût ?

Hoeveel weegt dat?

- Combien cela pèse-t-il ?
- Combien ça pèse ?

Hoeveel waren er?

Combien y en avait-il ?

Hoeveel kost het?

Ça coûte combien ?

Hoeveel betalen jullie?

Combien payez-vous ?

Hoeveel weegt het?

Combien cela pèse-t-il ?

Hoeveel weeg je?

Combien pèses-tu ?

Hoeveel verdienen astronomen?

Combien les astronomes gagnent-ils ?

Hoeveel krijg ik?

Combien je reçois ?

Hoeveel verdienen tandartsassistenten?

- Combien les assistants dentaires gagnent-ils ?
- Combien gagne un assistant dentaire ?

Hoeveel weegt Tom?

Combien pèse Tom ?

- Hoeveel moet ik u?
- Hoeveel ben ik u schuldig?

- Combien vous dois-je ?
- Combien vous dois-je ?

- Hoeveel moet ik u?
- Hoeveel ben ik u verschuldigd?

Combien vous dois-je ?

- Hoeveel Kerstmannen zijn er eigenlijk?
- Hoeveel kerstmannen zijn er?

Combien de Pères Noël y a-t-il ?

- Hoeveel heeft je kerstboom gekost?
- Hoeveel heeft uw kerstboom gekost?
- Hoeveel heeft jullie kerstboom gekost?

- Combien a coûté votre sapin de Noël ?
- Combien a coûté ton sapin de Noël ?

- Hoeveel dichte vrienden hebt ge?
- Hoeveel intieme vrienden heb je?

- Combien d'amis proches est-ce que tu as ?
- Combien d'amis proches avez-vous ?

- Hoeveel symfonieën heeft Beethoven gecomponeerd?
- Hoeveel symfonieën heeft Beethoven geschreven?

Combien de symphonies Beethoven a-t-il écrites ?

- Hoeveel is dat in dollar?
- Hoeveel is dat in dollars?

Combien ça fait, en dollars ?

- Hoeveel hebt ge ervoor betaald?
- Hoeveel heb je daarvoor betaald?

Combien as-tu payé pour ça ?

- Hoeveel kost het per doos?
- Hoeveel kosten ze per doos?

Combien est-ce par boîte ?

- Weet je hoeveel je weegt?
- Weet u hoeveel u weegt?

- Savez-vous combien vous pesez ?
- Sais-tu combien tu pèses ?

- Hoeveel alcohol drinkt u gewoonlijk?
- Hoeveel alcohol drink je gewoonlijk?

- Quelle quantité d'alcool consommez-vous habituellement ?
- Quelle quantité d'alcool consommes-tu habituellement ?

Waarop Nixon vraagt: "Hoeveel?"

Et Nixon dit : « Combien ? »

Hoeveel boeken bezit je?

- Combien de livres possèdes-tu ?
- Combien de livres as-tu ?
- Combien de livres as-tu ?

"Hoeveel sleutels?" vroeg Pepperberg.

"Combien de clés ?" demanda Pepperberg.

Hoeveel kost deze pen?

- Combien coûte ce stylo ?
- Combien coûte ce stylo ?

Hoeveel kost deze jurk?

Combien coûte cette robe ?

Hoeveel boeken hebben jullie?

Combien de livres as-tu ?

Hoeveel tassen heb je?

- Combien de sacs avez-vous ?
- Combien de sacs as-tu ?