Translation of "Gelezen" in French

- Hebt u alles gelezen?
- Heb je alles gelezen?

Avez-vous tout lu ?

Je had gelezen.

Tu avais lu.

- Heeft u dat al gelezen?
- Heb je dit al gelezen?
- Hebben jullie dit al gelezen?

As-tu déjà lu ceci ?

Hebt u alles gelezen?

Avez-vous tout lu ?

Heb je alles gelezen?

- L'as-tu lu en entier ?
- L'as-tu lue en entier ?
- L'avez-vous lu en entier ?
- L'avez-vous lue en entier ?
- L'avez-vous lu en totalité ?
- L'as-tu lu en totalité ?

Heb je het gelezen?

L'as-tu lu ?

- Ik heb een boek gelezen vannacht.
- Ik heb gisteravond een boek gelezen.

J'avais lu un livre hier soir.

Ik heb het boek gelezen.

- J'ai lu un livre.
- J'ai lu le livre.

Ik heb een brief gelezen.

J'ai lu une lettre.

Hij heeft "Het manifest" gelezen.

Il a lu « Le Manifeste ».

Heb je dit artikel gelezen?

As-tu lu cet article ?

Ik heb het verkeerd gelezen.

J'ai mal lu.

Ik heb enkele boeken gelezen.

J'ai lu des livres.

Ik heb veel boeken gelezen.

J'ai lu beaucoup de livres.

Ik heb beide boeken gelezen.

J'ai lu les deux livres.

Ik heb honderden boeken gelezen.

J'ai lu des centaines de livres.

Hebben jullie Toms boek gelezen?

As-tu lu le livre de Tom ?

Hebben jullie de aankondiging gelezen?

- As-tu lu l'annonce ?
- Est-ce que tu as lu la petite annonce ?

Hoeveel boeken heb je gelezen?

Combien de livres avez-vous lus ?

- Alleen hij heeft die brief gelezen.
- Hij heeft als enige deze brief gelezen.

Seul lui a lu cette lettre.

- Je hebt dit boek misschien al gelezen.
- Misschien heb je dat boek al gelezen.

Tu as peut-être déjà lu ce livre.

- Sinds vanochtend heb ik drie boeken gelezen.
- Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.

- Depuis ce matin, j'ai lu trois livres.
- Depuis ce matin j'ai lu trois livres.

Boeken die langzaam gelezen moeten worden

des livres écrits pour être lus lentement,

Heb je dat boek al gelezen?

As-tu déjà lu ce livre ?

Ze heeft het boek niet gelezen.

Elle n'a pas lu le livre.

Ik heb al zijn romans gelezen.

J'ai lu tous ses romans.

Ik heb het hele boek gelezen.

- J'ai lu le livre jusqu'à la fin.
- J'ai lu le livre jusqu'au bout.

Ik heb die roman al gelezen.

J'ai déjà lu ce roman.

Ik heb dit boek al gelezen.

J'ai déjà lu ce livre.

Ik heb gisteren geen boek gelezen.

Je n'ai pas lu de livre hier.

Ik heb het boek al gelezen.

J'ai déjà lu ce livre.

Hij heeft de brief misschien gelezen.

Peut-être a-t-il lu la lettre.

Hebt ge het boek al gelezen?

- As-tu déjà lu ce livre ?
- Avez-vous déjà lu le livre ?
- Avez-vous déjà lu ce livre ?

Ik heb het boek nooit gelezen.

Je n'ai jamais lu ce livre.

- Heb je de krant van vandaag al gelezen?
- Heb je de krant van vandaag gelezen?

As-tu lu le journal d'aujourd'hui ?

- Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
- Heeft u de krant van vandaag al gelezen?
- Heb je de krant van vandaag al gelezen?

Avez-vous déjà lu le journal d'aujourd'hui ?

Je hebt dit boek misschien al gelezen.

Tu as peut-être déjà lu ce livre.

Heb je de krant van vandaag gelezen?

As-tu lu le journal d'aujourd'hui ?

Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.

Depuis ce matin j'ai lu trois livres.

Ik heb het voor mijn familie gelezen.

- Je l'ai lu à ma famille.
- Je l'ai lue à ma famille.

Ik heb niet al deze boeken gelezen.

Je n'ai pas lu tous ces livres.

Kamal heeft het boek nog niet gelezen.

Kamal n'a pas encore lu le livre.

Ik heb niet al haar romans gelezen.

Je n'ai pas lu tous ses romans.

Misschien heb je dat boek al gelezen.

Tu as peut-être déjà lu ce livre.

Wie geschreven heeft, heeft twee keer gelezen.

Celui qui a écrit, a lu deux fois.

Sinds vanmorgen hebben ze drie boeken gelezen.

- Ils ont lu trois livres depuis ce matin.
- Elles ont lu trois livres depuis ce matin.

Arabisch wordt van rechts naar links gelezen.

L'arabe se lit de droite à gauche.

Ze heeft de hele nacht boeken gelezen.

Elle lit des livres toute la nuit.

Ik heb die roman met plezier gelezen.

J'ai lu ce roman avec plaisir.

Ik heb enkele van deze boeken gelezen.

J'ai lu quelques-uns de ces livres.

- Ik heb je boek gelezen.
- Ik heb uw boek gelezen.
- Ik heb jullie boek gelezen.
- Ik las je boek.
- Ik las uw boek.
- Ik las jullie boek.

- J'ai lu votre livre.
- J'ai lu ton livre.

Ik heb de krant van vandaag al gelezen.

J'ai déjà lu le journal d'aujourd'hui.

Heb je ooit al eens Chinese gedichten gelezen?

Avez-vous déjà lu un poème chinois ?

Ze heeft de brief gelezen, opnieuw en opnieuw.

Elle a lu la lettre, encore et encore.

Heb je de krant van vandaag al gelezen?

As-tu déjà lu le journal d'aujourd'hui ?

Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?

Avez-vous déjà lu le journal d'aujourd'hui ?

Heeft u de krant van vandaag al gelezen?

Avez-vous déjà lu le journal d'aujourd'hui ?

Gisteren heb ik een erg interessant verhaal gelezen.

- Hier, j'ai lu une histoire vraiment intéressante.
- J'ai lu hier une histoire fort intéressante.

Ik heb alleen de eerste drie hoofdstukken gelezen.

- Je n'ai lu que les trois premiers chapitres.
- Je ne lus que les trois premiers chapitres.

Ik heb dit verhaal in een boek gelezen.

J'ai lu cette histoire dans un livre.

Ik heb alle boeken van deze bibliotheek gelezen.

J'ai lu la totalité des livres de cette bibliothèque.

Ze heeft de hele nacht dat boek gelezen.

Elle a lu le livre toute la nuit.