Translation of "Bevallen" in French

0.006 sec.

Examples of using "Bevallen" in a sentence and their french translations:

Ze is net bevallen.

Elle vient d'accoucher.

Volgende maand zal ze bevallen.

Elle va avoir un bébé le mois prochain.

Welke kat is net bevallen?

Quel chat vient de mettre bas?

- Ik hoop dat hij u zal bevallen.
- Ik hoop dat het u zal bevallen.

- J'espère que vous l'aimerez.
- J'espère que ça vous plaira.
- J'espère que cela vous plaira.
- J'espère que ça te plaira.

De volgende maand zal ze bevallen.

- Elle va avoir un bébé le mois prochain.
- Elle obtiendra un bébé le mois prochain.

Ik hoop dat hij u zal bevallen.

J'espère que vous l'aimerez.

Ik hoop dat het u zal bevallen.

J'espère que vous l'aimerez.

Ze is bevallen van een gezonde baby.

Elle donna naissance à un bébé en bonne santé.

Wat voor soort hotel zou u bevallen?

Quel genre d'hôtel vous plairait ?

Ik denk niet dat het je zal bevallen.

- Je ne pense pas que ça va te plaire.
- Je ne pense pas que ça te plaira.

Normaal gesproken vertrekken otterpups als hun moeders opnieuw bevallen.

Normalement, les petits partent lorsque leur mère accouche à nouveau.

Ik denk dat het toetje je wel zal bevallen.

Je pense que tu vas aimer le dessert.

Ze kunnen slapen, eten en zelfs bevallen in die houding.

Il dort, il mange, il accouche même ainsi.

- Vond je de film leuk?
- Is de film je bevallen?

- As-tu aimé le film ?
- Le film t'a-t-il plu ?

Ik ben er zeker van dat het je zal bevallen.

Je suis sûr que ça va te plaire.

- Ik hou niet van zulke huizen.
- Dergelijke huizen bevallen mij niet.

Je n'aime pas ce genre de maison.

Tom heeft een lijst gemaakt van liedjes die hem niet bevallen.

Tom a fait une liste des chansons qu'il n'aimait pas.

- Ze is bevallen van een gezonde baby.
- Zij heeft een gezond kind ter wereld gebracht.

Elle a mis au monde un bébé bien portant.

- Afgelopen week heeft ze een schitterende dochter gekregen.
- Afgelopen week is ze bevallen van een mooie dochter.

La semaine dernière elle donna naissance à une jolie fille.

- Ik ben zeker dat Tom het niet leuk zou vinden.
- Ik denk wel dat het Tom niet zou bevallen.

- Je pense bien que Tom n'aimerait pas ça.
- Je suis sûr que Tom ne l'apprécierait pas.
- Je suis certaine que ça ne plairait pas à Tom.