Translation of "Bad" in French

0.013 sec.

Examples of using "Bad" in a sentence and their french translations:

Iedereen bad.

- Tout le monde a prié.
- Tout le monde pria.

Ik bad.

- Je priais.
- J'ai prié.

Hij bad.

Il priait.

Tom bad.

Tom priait.

Maria bad.

Marie priait.

Ze bad.

Elle priait.

Sami bad.

Sami prenait un bain.

Zij bad.

- Elle priait.
- Elle a prié.

- Het bad is gereed.
- Het bad staat klaar.

Le bain est prêt.

Neem een bad!

- Va prendre un bain !
- Prends un bain !

Ga in bad!

Va prendre un bain !

- Tom zit nu in bad.
- Tom neemt een bad.

Tom prend un bain.

- Ik heb een bad nodig.
- Ik moet in het bad.

J'ai besoin d'un bain.

Het bad is vuil.

La baignoire est sale.

Is het bad klaar?

- Le bain est prêt ?
- Le bain est-il prêt ?
- Est-ce que le bain est prêt ?

Slaap niet in bad.

Ne dors pas dans la baignoire.

Het bad staat klaar.

Le bain est prêt.

Ik ga een bad nemen.

Je vais me baigner.

Hij zingt graag in bad.

Il aime chanter dans son bain.

- Ik zit in bad.
- Ik ben een bad aan het nemen.
- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

Je suis en train de prendre mon bain.

Ze neemt elke morgen een bad.

Elle prend un bain chaque matin.

Ik zit nu net in bad.

Je suis en train de prendre mon bain.

We nemen elke dag een bad.

Nous prenons un bain tous les jours.

Ik neem elke dag een bad.

- Je prends un bain tous les jours.
- Je me baigne quotidiennement.
- Je me baigne tous les jours.

- Hoeveel maal per week neemt ge een bad?
- Hoeveel keer per week neem je een bad?

- Tu prends un bain combien de fois par semaine ?
- Combien de fois par semaine prenez-vous un bain ?
- À quelle fréquence hebdomadaire prends-tu un bain ?

- Ik zit in bad.
- Ik ben een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

Je suis en train de prendre mon bain.

Een warm bad en dan naar bed.

Un bain chaud et ensuite, au lit.

Ik neem bijna elke dag een bad.

Je prends un bain la plupart du temps chaque jour.

Laat warm water lopen in het bad.

Fais couler de l'eau chaude dans le bain.

Ik ga als eerste een bad nemen.

Je prends mon bain en premier.

Is er een bad in de kamer?

Y a-t-il une salle de bain dans la chambre ?

- Tom is uit bad gekomen en heeft zich afgedroogd.
- Tom kwam uit bad en droogde zich af.

- Tom sortit de la baignoire et se sécha.
- Tom est sorti de la baignoire et s'est séché.

- Hoeveel maal per week neemt ge een bad?
- Hoeveel keer per week ga je in het bad?

Tu prends un bain combien de fois par semaine ?

- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

Je suis actuellement en train de prendre un bain.

De meeste Japanners nemen elke dag een bad.

La plupart des Japonais prennent leur bain chaque jour.

Terwijl ik in bad zat, belde de telefoon.

Quand je prenais un bain, le téléphone a sonné.

Hoeveel maal per week neemt ge een bad?

- Tu prends un bain combien de fois par semaine ?
- À quelle fréquence hebdomadaire prends-tu un bain ?
- Combien de bains prends-tu par semaine ?

Ik moet mijn kat een bad geven vandaag.

Je dois baigner mon chat aujourd'hui.

- De badkuip is vuil.
- Het bad is vuil.

La baignoire est sale.

Ik neem een maal per dag een bad.

- Je me baigne une fois par jour.
- Je me baigne quotidiennement.
- Je prends un bain par jour.
- Je prends un bain une fois par jour.

Neem een bad en ga dan naar bed.

- Va prendre ton bain et puis va au lit.
- Prenez un bain et ensuite mettez-vous au lit.

Ik neem één keer per dag een bad.

Je prends un bain une fois par jour.

- Ik was in bad toen de telefoon ging.
- Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.

J'étais dans le bain quand le téléphone sonna.

- Papa zit in bad.
- Papa is aan het baden.

Papa prend un bain.

- Slaap niet in bad.
- Slaap niet in de badkuip.

Ne dors pas dans la baignoire.

Hij bad tot God, dat die mij zou zegenen.

Il a prié Dieu qu'il me bénisse.

...en de hitte langzaam op te bouwen als een bad...

à la même température que celle d'un bain chaud,

Wilt u een kamer met een bad of een douche?

Désirez-vous une chambre avec une baignoire ou une douche ?

Tijd voor een heet bad, en dan is het bedtijd.

Un bain chaud et ensuite, au lit.

Tom neemt elke dag een bad vlak voor het eten.

Tom prend un bain tous les jours juste avant le dîner.

Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.

Je prenais un bain quand le téléphone a sonné.

Het bad was niet warm genoeg, dus kon ik er niet van genieten.

Le bain n'était pas assez chaud et je n'ai pas pu l'apprécier.

- Laten we gaan zwemmen!
- Laten we gaan baden!
- Laten we in bad gaan!

Allons nous baigner !

Ik ben uitgeput! Ik wil alleen naar huis gaan, een bad nemen en naar bed gaan.

Je suis éreinté ! Je n'ai plus qu'une envie : rentrer chez moi, prendre un bon bain, et aller me coucher.