Translation of "Studeren" in Finnish

Studeren jullie?

- Opiskeletko?
- Opiskeletko sinä?
- Opiskeletteko?
- Opiskeletteko te?

- Je kunt hier studeren.
- U kunt hier studeren.
- Jullie kunnen hier studeren.

Voit opiskella täällä.

We studeren Frans.

Me opiskelemme ranskaa.

Ik moet studeren.

- Minun täytyy opiskella.
- Minun on opiskeltava.

Stop met studeren!

- Lopeta opeskelu!
- Lopettakaa opiskelu!

- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?
- Studeren jullie?

Opiskeletko?

- We zijn Frans aan het studeren.
- We studeren Frans.

Me opiskelemme ranskaa.

We zouden moeten studeren.

Meidän pitäisi opiskella.

Ik wil geschiedenis studeren.

Haluan opiskella historiaa pääaineenani.

Ik wil wiskunde studeren.

- Minä haluan opiskella matikkaa.
- Haluan opiskella matikkaa.

Ik zou graag Frans studeren.

- Minä haluaisin opiskella ranskaa.
- Haluaisin opiskella ranskaa.

Studenten horen hard te studeren.

Opiskelijoiden on tarkoitus opiskella ahkerasti.

Hij is aan het studeren.

- Hän opiskelee.
- Hän on opiskelemassa.

Ik had meer moeten studeren.

Minun olisi pitänyt opiskella enemmän.

Ik wil in het buitenland studeren.

Minä haluan opiskella ulkomailla.

Ik zou graag in Parijs studeren.

Haluaisin opiskella Pariisissa.

Ben je begonnen Frans te studeren?

Oletko alkanut opiskella ranskaa?

Ik ga volgend jaar Engels studeren.

Aion opiskella englantia ensi vuonna.

- We studeren muziek.
- Wij bestuderen muziek.

Me opiskelemme musiikkia.

Misschien was Tom aan het studeren.

Ehkä Tom oli opiskelemassa.

Hoezo wil je in het buitenland studeren?

Miksi haluat opiskella ulkomailla?

- Hij studeert.
- Hij is aan het studeren.

- Hän opiskelee.
- Hän on opiskelemassa.

Waarom ben je begonnen Frans te studeren?

Miksi sinä aloit opiskella ranskaa?

Morgen ga ik studeren in de bibliotheek.

- Huomenna opiskelen kirjastossa.
- Aion opiskella huomenna kirjastossa.

Hij is te moe om te studeren.

Hän on liian väsynyt opiskellakseen.

- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?

Opiskeletko?

Waarom ben ik IJslands aan het studeren?

Miksi minä opiskelen islanninkieltä?

Hij ging naar Parijs om Frans te studeren.

Hän meni Pariisiin opiskelemaan ranskaa.

- Ik studeer Frans.
- Ik ben Frans aan het studeren.

- Minä opiskelen ranskaa.
- Opiskelen ranskaa.

Mijn droom is om in het buitenland te studeren.

Minun unelmani on opiskella ulkomailla.

Tom begon drie jaar geleden met het studeren van Frans.

- Tom alkoi opiskella ranskaa kolme vuotta sitten.
- Tom aloitti ranskan opiskelun kolme vuotta sitten.

Als ik jonger was zou ik in het buitenland gaan studeren.

Jos olisin nuorempi, niin menisin opiskelemaan ulkomaille.

Hij zei tegen zijn moeder, dat hij de volgende dag zou studeren.

Hän kertoi äidilleen opiskelevansa seuraavana päivänä.

Als je in de Verenigde Staten wilt studeren, heb je een studentenvisum nodig.

Jos haluat opiskella Yhdysvalloissa, sinun täytyy hankkia opiskelijaviisumi.

- Ik zal proberen je niet te storen bij het leren.
- Ik zal mijn best doen je niet lastig te vallen bij het studeren.

Koetan parhaani mukaan olla häiritsemättä opiskeluasi.