Translation of "Zocht" in English

0.008 sec.

Examples of using "Zocht" in a sentence and their english translations:

Iedereen zocht dekking.

- Everyone ran for cover.
- Everyone was trying to take cover.

Ken zocht je.

- Ken has been looking for you.
- Ken was looking for you.

Ik zocht de afstandsbediening.

I was looking for the remote.

Hij zocht zijn sleutels.

He looked for his keys.

Hij zocht naar de sleutel.

- He looked for the key.
- He searched for the key.

Ik zocht naar gepaste woorden.

I was looking for appropriate words.

- Gij zijt de persoon die ik zocht.
- Jij bent degene die ik zocht.

You are the one that I was looking for.

zocht ik naar een wetenschappelijke verklaring.

I started searching for a scientific explanation.

Hij zocht beschutting tegen de regen.

He sought shelter from the rain.

Dit was precies wat hij zocht.

He was looking for this very thing.

Dat is niet wat ik zocht.

That's not what I was looking for.

Ik heb gevonden wat ik zocht.

- I found what I was looking for.
- I've found what I've been looking for.

Het is niet wat ik zocht.

It's not what I was looking for.

Jij bent degene die ik zocht.

- You're just the person I've been looking for.
- You are the one that I was looking for.
- You're the one that I was looking for.

Mary zocht u op dat ogenblik.

Mary was looking for you at that time.

zocht ik naar 'chien' op Google Afbeeldingen.

then I would search on Google Images for chien,

Huilend zocht het meisje naar haar moeder.

Crying out, the little girl was looking for her mother.

Je hebt me gevonden waar niemand zocht.

You found me where no one else was looking.

Tom heeft niet gevonden wat hij zocht.

Tom didn't find what he was looking for.

- Zij zocht haar kinderen, maar kon hen nergens vinden.
- Ze zocht haar kinderen, maar kon ze nergens vinden.

She looked for her children, but couldn't find them anywhere.

Mijn moeder zocht de geschiedenis van koffiekopjes op.

My mother looked up the history of coffee cups.

Ik zocht urenlang, maar kon het niet vinden.

I searched for hours, but couldn't find it.

Tom zocht in het handschoenenkastje naar een landkaart.

Tom searched the glove compartment for a map.

Ik zocht Andy. Weet jij waar hij is?

I was looking for Andy. Do you know where he is?

Ik heb de sleutel gevonden die ik zocht.

I found the key that I was looking for.

Ik zocht naar Andy. Weet je waar hij is?

I was looking for Andy. Do you know where he is?

Ik heb de foto waar Tom naar zocht gevonden.

I found the picture Tom was looking for.

Ik heb enkele van de dingen waarnaar ik zocht, gevonden.

I've found some of the things I was looking for.

- Jij bent de man waarnaar ik op zoek ben geweest.
- Gij zijt de persoon die ik zocht.
- Jij bent degene die ik zocht.

- You are the one that I was looking for.
- You're the one that I was looking for.

Tom kon in de supermarkt niet vinden waar hij naar zocht.

Tom couldn't find what he wanted at the supermarket.

Ze zocht een hoed uit die bij de nieuwe jurk paste.

She selected a hat to match her new dress.

- Hij zocht in de kamer naar de verloren sleutel.
- Hij doorzocht de kamer naar de verloren sleutel.

He searched the room for the lost key.

- Ik geloof dat je naar me aan het zoeken bent geweest.
- Ik geloof dat je naar me zocht.

- I believe you've been looking for me.
- I think you've been looking for me.