Translation of "Wandelde" in English

Ik wandelde.

I took a walk.

Ik wandelde alleen.

I walked alone.

Ze wandelde en praatte.

She walked and talked.

Hij wandelde voorbij het huis.

He walked past the house.

Hij wandelde langs de rivier.

He walked along the river.

Hij wandelde met zijn vrouw.

He walked with his wife.

- Tom liep alleen.
- Tom wandelde alleen.

Tom walked alone.

Ik wandelde zo traag als ik kon.

I walked as slowly as I could.

Ik wandelde de hele weg naar het station.

I walked all the way to the station.

- Ze sprak al gaand.
- Ze wandelde en praatte.

She walked and talked.

Hij wandelde met een stok in de hand.

- He was taking a walk while holding a stick.
- He was walking while holding a stick.

Toen ik klein was wandelde ik heel graag in de regen.

I used to like walking in the rain when I was a child.

Het was de eerste keer dat ik langs de Mogami-rivier wandelde.

It was the first time I walked along the Mogami River.

- Tom liep naar huis.
- Tom is naar huis gelopen.
- Tom is naar huis gewandeld.
- Tom wandelde naar huis.

Tom walked home.