Translation of "Tonijn" in English

0.003 sec.

Examples of using "Tonijn" in a sentence and their english translations:

- Heeft u tonijn?
- Hebben jullie tonijn?

Do you have tuna fish?

Heeft u tonijn?

Do you have tuna fish?

Japanners eten graag tonijn.

Japanese people like to eat tuna.

Tom houdt van tonijn.

Tom likes tuna.

Tom opende een blik tonijn.

Tom opened a can of tuna fish.

Tonijn kan heel snel zwemmen.

Tuna can swim very fast.

Tom at een broodje tonijn.

Tom ate a tuna sandwich.

Tom maakte broodjes met tonijn voor Maria en John.

Tom made tuna fish sandwiches for Mary and John.

Kip, tonijn en sojabonen zijn goede bronnen van eiwitten.

Chicken, tuna and soybeans are good sources of protein.

Russische salade wordt gemaakt met aardappelen, olijven, tonijn en andere groenten.

Russian salad is made with potatoes, olives, tuna, and other vegetables.

In een kartonnen doos heeft ze fruit, rozijnen, noten, haver, kefir en ingeblikte vis, namelijk sardientjes, tonijn en makreel.

In a cardboard box she has fruit, raisins, nuts, oats, kefir and canned fish, namely sardines, tuna and mackerel.