Translation of "Zwemmen" in English

0.012 sec.

Examples of using "Zwemmen" in a sentence and their english translations:

- Ze zwemmen.
- Zij zwemmen.

- They are swimming.
- They swim.

- Zwemmen verboden!
- Verboden te zwemmen.

- No swimming.
- Bathing prohibited.

- Je mag zwemmen.
- U mag zwemmen.
- Jullie mogen zwemmen.

You may swim.

Zwemmen verboden!

Bathing prohibited.

- Je kunt niet zwemmen.
- Jij kan niet zwemmen.
- U kunt niet zwemmen.
- Jullie kunnen niet zwemmen.

You can't swim.

- Vis moet zwemmen.
- De vis wil zwemmen.

Fish wants to swim.

- Jullie zwemmen.
- Jullie zijn aan het zwemmen.

- You swim.
- You're swimming.
- You are swimming.

- Ik zag haar zwemmen.
- Ik zag hem zwemmen.
- Ik heb het zien zwemmen.

I saw her swim.

- Hij kan niet zwemmen.
- Ze kan niet zwemmen.

He doesn't know how to swim.

- Hij kan snel zwemmen.
- Ze kan snel zwemmen.

He can swim fast.

- Je kunt niet zwemmen.
- Jij kan niet zwemmen.

You can't swim.

Zwemmen is gezond.

Swimming is healthy.

Honden kunnen zwemmen.

Dogs can swim.

Kun je zwemmen?

- Can you swim?
- Are you able to swim?

Mary kan zwemmen.

Mary can swim.

Hij kan zwemmen.

- He can swim.
- He knows how to swim.

Vis moet zwemmen.

Fish gotta swim.

Ik kan zwemmen.

I can swim.

Tom kan zwemmen.

Tom can swim.

Verboden te zwemmen!

No swimming.

We kunnen zwemmen.

- We know how to swim.
- We can swim.

Zij kunnen zwemmen.

They know how to swim.

Zwemmen is gemakkelijk.

- It is easy to swim.
- Swimming is easy.

Hij leert zwemmen.

He's learning to swim.

Waar zwemmen ze?

Where are they swimming?

Laat ons zwemmen.

Let's swim.

Kunnen konijnen zwemmen?

- Can rabbits swim?
- Are rabbits able to swim?

Probeer te zwemmen!

Try and swim!

Ze leert zwemmen.

She's learning to swim.

Ik wil zwemmen.

I want to swim.

Zwemmen is verfrissend.

Swimming is refreshing.

Kan Tom zwemmen?

Is Tom able to swim?

- U zwemt.
- U bent aan het zwemmen.
- Jullie zwemmen.
- Jullie zijn aan het zwemmen.

- You swim.
- You're swimming.
- You are swimming.

- Waar zwemmen ze?
- Waar zijn ze aan het zwemmen?

Where are they swimming?

- Zwemmen is gezond.
- Zwemmen is goed voor je gezondheid.

- Swimming is good for your health.
- Swimming is healthy.

- Houdt u niet van zwemmen?
- Houd je niet van zwemmen?
- Hou je niet van zwemmen?

Don't you like swimming?

- Zoudt ge ooit naakt zwemmen?
- Zou je ooit naakt zwemmen?

Would you ever go skinny dipping?

- Houd je niet van zwemmen?
- Hou je niet van zwemmen?

Don't you like swimming?

- Ik ga vandaag niet zwemmen.
- Ik zal vandaag niet zwemmen.

I won't swim today.

Een vis kan zwemmen.

A fish can swim.

Zullen we gaan zwemmen?

How about going for a swim?

Tom houdt van zwemmen.

Tom likes swimming.

Hij kan snel zwemmen.

He can swim fast.

Zwemmen versterkt de benen.

Swimming makes your legs strong.

Tom kan goed zwemmen.

Tom is good at swimming.

Ik kan niet zwemmen.

I can't swim.

Hij kan niet zwemmen.

- He can't swim.
- He cannot swim.

Ik hou van zwemmen.

- I like to swim.
- I like swimming.

Ik zag haar zwemmen.

I saw her swim.