Translation of "John" in Chinese

- Ik ben John.
- Ik heet John.

我是约翰。

Ik heet John.

我叫约翰。

John is slim.

约翰很聪明。

Waar woont John?

约翰住在哪里？

Ik ben John.

我是约翰。

Ik maakte John gelukkig.

我让John高兴了。

John is politieagent geworden.

約翰已經成了一名警察。

Ik hoop dat John komt.

我希望約翰來。

John woont in New York.

约翰住在纽约。

John is een goede student.

约翰是个好学生。

John erfde een groot fortuin.

John 繼承了一大筆財產。

John is mijn goede vriend.

約翰是我的一個好朋友。

- Ik heb John gezien in de bibliotheek.
- Ik zag John in de bibliotheek.

我在图书馆看见了约翰。

We hebben John als aanvoerder gekozen.

我們選擇了約翰當隊長。

Ik zat tussen Tom en John.

我坐在汤姆和约翰中间。

Ze hebben hun zoon John genoemd.

他们为他们的儿子取名John。

John en Mary hielden van elkaar.

約翰和瑪麗相愛。

Veel plezier op het feestje, John.

聚会愉快，约翰。

Ik zou graag met John spreken.

我想跟約翰談談。

John riep luid om de kelner.

約翰大聲地喊了服務生。

Tom en John waren als broers.

汤姆和约翰就像兄弟一样。

- Mary en John kunnen allebei niet zwemmen.
- Mary en John kunnen geen van beiden zwemmen.

玛丽和约翰两人都不会游泳。

- Ik zette mij tussen Tom en John.
- Ik ben tussen Tom en John gaan zitten.

我坐在汤姆和约翰中间。

John is twee jaar ouder dan ik.

John比我大两岁。

John haalde een sleutel uit zijn zak.

約翰從他的口袋拿出了一把鑰匙。

De naam van hun zoon is John.

他們兒子的名字是約翰。

Ik heb John gezien in de bibliotheek.

我在图书馆看见了约翰。

John kan nu niet in Londen wonen.

約翰現在不可能住在倫敦。

Wat heeft John op het toneel gezongen?

約翰在台上唱了甚麼歌？

Wij hebben John als onze aanvoerder gekozen.

我們選了約翰作我們隊長。

John weet niet wat hij verder moet doen.

約翰不知道下一步要做什麼。

John vindt het leuk om postzegels te ruilen met zijn vriend.

約翰喜歡和朋友交換郵票。

John heeft dit bedrijf verlaten en is zijn eigen zaak begonnen.

约翰离开了公司，另起炉灶。

John had het gevoel dat er geesten in de donkere kamer waren.

約翰感覺到那黑漆漆的房間裏有鬼。