Translation of "Spullen" in English

0.004 sec.

Examples of using "Spullen" in a sentence and their english translations:

- Waar zijn je spullen?
- Waar zijn jouw spullen?
- Waar zijn uw spullen?
- Waar zijn jullie spullen?

Where are your things?

- Waar zijn je spullen?
- Waar zijn jouw spullen?
- Waar zijn uw spullen?

Where are your things?

- Pak je spullen.
- Haal je spullen bij elkaar.

Get your things together.

Pak je spullen!

Pack your gear.

Haal je spullen.

Get your things.

Vergeet je spullen niet.

- Don't forget your things.
- Don't forget your stuff.

Ik wil mijn spullen.

I want my stuff.

Gratis spullen zijn geweldig.

Free stuff is great.

Iemand nam mijn spullen.

Someone took my stuff.

Waar zijn je spullen?

Where are your things?

- Pak je spullen, alsjeblieft.
- Pak uw spullen, alstublieft.
- Inpakken, alstublieft.
- Inpakken, alsjeblieft.

Please wrap it up.

Laat mijn spullen met rust.

Let my things alone.

Pak je spullen en ga.

Pick up your things and go away.

Al mijn spullen zijn verdwenen.

All of my things are gone.

Ik hou van gratis spullen.

I love free stuff.

Iedereen houdt van gratis spullen.

- Everyone likes free stuff.
- Everybody likes free stuff.

Tom heeft al mijn spullen meegenomen.

Tom took all my stuff.

Ik heb mijn spullen al gepakt.

- I have already packed my things.
- I've already packed my things.

Raak nooit mijn spullen meer aan.

Don't ever touch my things again.

Tom wil al zijn spullen weggooien.

- Tom wants to throw all this stuff away.
- Tom wants to throw all of this stuff away.

Leg je spullen niet op de eettafel.

Don't put your belongings on the dining-room table.

- Vergeet je spullen niet.
- Vergeet je dingen niet.

- Don't leave your things behind.
- Don't leave your stuff behind.
- Don't forget your things.
- Don't forget your stuff.

- Tom heeft spullen nodig.
- Tom heeft kleding nodig.

Tom needs clothes.

Denk je dat je mijn spullen moet vernielen?

- Do you think that you need to destroy my things?
- Do you think that you need to destroy my stuff?
- Do you think that you have to destroy my things?
- Do you think that you have to destroy my stuff?

Wat wil Tom dat wij doen met zijn spullen?

What does Tom want us to do with his stuff?

Ik denk dat ik al deze spullen moet weggooien.

I think I should throw all this stuff away.

Tom is in zijn kamer zijn spullen aan het inpakken.

Tom is in his room packing up his stuff.

Tussen de gevonden spullen bevonden zich paraplu's, schoenen en zakdoeken.

Among the things found were umbrellas, shoes, and handkerchiefs.

De laatste tijd doe ik mijn uiterste best om mijn spullen niet op straat te laten liggen.

Recently, I've been making great efforts not to forget my stuff in the street.