Translation of "Schreef" in English

Je schreef.

You wrote.

Ik schreef.

I wrote.

Tom schreef.

Tom was writing.

Ik schreef dat.

I wrote that.

Wat schreef Tom?

What did Tom write?

Zoals Leo Tolstoj schreef:

As Leo Tolstoy wrote,

Tom schreef zich in.

Tom enlisted.

Wie schreef dit gedicht?

- Who wrote this poem?
- Who was this poem written by?

Zij schreef één brief.

She wrote one letter.

Tom schreef vroeger liedjes.

Tom used to write songs.

Tom schreef niet terug.

Tom didn't write back.

Emily schreef een brief.

Emily wrote a letter.

Hij schreef noch telefoneerde.

He neither wrote nor telephoned.

Tom schreef zijn kerstlijst.

Tom wrote his Christmas list.

Tom schreef een boek.

Tom wrote a book.

Ik schreef een boek.

I wrote a book.

Tom schreef met inkt.

Tom wrote in ink.

- Ik schreef Tom een ​​brief.
- Ik schreef een brief aan Tom.

- I wrote Tom a letter.
- I wrote a letter to Tom.

Fabre schreef boeken over insecten.

Fabre wrote books about insects.

Ze schreef me snel terug.

She wrote me back soon.

Maria schreef me een brief.

Maria wrote me a letter.

Wie schreef deze twee brieven?

- Who wrote these two letters?
- Who was it who wrote these two letters?
- Who wrote the two letters?

Tom schreef Maria een brief.

- Tom wrote a letter to Mary.
- Tom wrote Mary a letter.

Tom stierf terwijl hij schreef.

Tom died while writing.

Zij schreef aan een vriendin.

She wrote to a friend.

Tom schreef het kentekennummer op.

Tom wrote down the license plate number.

Een beer schreef het verhaal.

A bear wrote the story.

Ze schreef een autobiografische roman.

She wrote an autobiographical novel.

Mary schreef het recept op.

Mary wrote down the recipe.

- Hij schreef me van tijd tot tijd.
- Hij schreef me af en toe.

He wrote to me from time to time.

- Ik schreef haar elke dag een brief.
- Ik schreef hem elke dag een brief.

I wrote her a letter every day.

Ik schreef haar een lange brief.

I wrote a long letter to her.

Hij schreef een boek in China.

- He wrote a book in China.
- He wrote a book while in China.

Hij schreef veel boeken over China.

He wrote a lot of books on China.

Ze schreef een boek over vogels.

She wrote a book about birds.

In welke taal schreef de vader?

In which language did the father write?

Waarom schreef Tom Mary niet terug?

Why didn't Tom answer Mary's letters?

Gisteren schreef ze beter dan vandaag.

Yesterday she was writing better than today.

Tom schreef daarover in zijn dagboek.

Tom wrote about that in his journal.

Ik schreef een brief aan Tom.

- I wrote Tom a letter.
- I wrote a letter to Tom.

Ik schreef ontzettend veel in die brief.

I said a lot in this letter.

Tenslotte schreef ik hoe ik haar miste,

Finally, I told her I missed her,

Hij schreef deze roman op zijn twintigste.

He wrote this novel at twenty.

Ik schreef hem voor iets totaal anders.

I wrote to him for quite another reason.

Ik schreef haar elke dag een brief.

I wrote her a letter every day.

Tom schreef zijn naam op het bord.

Tom wrote his name on the blackboard.

- Ik schreef.
- Ik was aan het schrijven.

I was writing.

Tom schreef een brief aan de kerstman.

- Tom wrote a letter to Santa.
- Tom wrote Santa a letter.

Ik schreef een brief in het Frans.

I wrote a letter in French.

Hij schreef een dreigbrief aan zijn vriendin.

He wrote a threatening letter to his girlfriend.

Tom schreef een brief aan de Kerstman.

Tom wrote a letter to Santa Claus.

Maria schreef zich in in Toms kanaal.

Mary subscribed to Tom's channel.

Sami schreef een boek over de islam.

Sami wrote a book about Islam.

Hij schreef een boek over zijn familie.

He wrote a book about his family.

Ik schreef me meteen in voor het programma.

So I signed right up for this program.

Fred schreef aan zijn moeder een lange brief.

Fred wrote his mother a long letter.

De broer schreef een brief aan de zus.

The brother wrote a letter to the sister.

Ik schreef in het Engels naar mijn leraar.

I wrote to my teacher in English.

De dokter schreef medicijnen voor voor de patiënt.

The doctor prescribed medicine for the patient.

Tom schreef een bericht op een stukje papier.

Tom wrote a message on a slip of paper.

Ik schreef het foute adres op de envelop.

I wrote the wrong address on the envelope.

In die jaren schreef hij eeuwig mooie gedichten.

During these years he wrote immortal poems.