Translation of "Terug" in German

- Keer terug, alsjeblieft.
- Keer terug, alstublieft.
- Ga terug, alsjeblieft.
- Ga terug, alstublieft.

- Dreh um, bitte!
- Drehen Sie um, bitte!
- Dreht um, bitte!
- Kehre um, bitte!
- Kehrt um, bitte!
- Kehren Sie um, bitte!

- Geef het terug!
- Geef terug.

Gib es zurück!

- Schiet terug.
- Terugschieten!
- Vuur terug.

- Schießt zurück.
- Schießen Sie zurück.

- Kom onmiddellijk terug.
- Kom meteen terug.

- Komm bald wieder.
- Komm schnell zurück.

- Achteruit!
- Stap terug.
- Ga terug!
- Achteruit.

Tritt zurück!

- Terug, terug!
- Naar achteren, naar achteren!

Zurück, zurück!

Ga terug.

Geh zurück.

Stap terug.

Tritt zurück!

Welkom terug!

Willkommen zurück!

Kom terug.

Komm wieder!

Geef terug.

- Gib es zurück.
- Geben Sie es zurück.

Ga terug!

Geh zurück!

- Ik ben zo terug.
- Ik kom terug.

Ich werde zurückkommen.

- Wanneer keer je terug?
- Wanneer kom je terug?
- Wanneer ben je terug?

- Wann kommst du zurück?
- Wann wirst du zurückkommen?
- Wann werden Sie zurückkommen?
- Wann werdet ihr zurückkommen?
- Wann wirst du zurück kommen?
- Wann werdet ihr zurückkehren?

- Wanneer keer je terug?
- Wanneer kom je terug?

- Wann kommst du zurück?
- Wann wirst du zurück kommen?
- Wann werdet ihr zurückkehren?

- Wanneer komt ge terug?
- Wanneer ben je terug?

Wann kommst du zurück?

Kijk niet terug.

Gucken Sie nicht zurück.

Hij komt terug.

Er wird wiederkommen.

Ik kom terug.

Ich komme zurück.

Geef het terug!

Gib es zurück!

Kom snel terug.

Komm bald zurück.

Ik moet terug.

- Ich muss zurückgehen.
- Ich muss zurück.

Kom hier terug.

Komm wieder her!

Bel me terug.

Ruf mich zurück!

Kom onmiddellijk terug.

Komm sofort zurück!

Neem het terug!

Nimm es zurück!

Ik ga terug.

Ich gehe zurück.

Tom is terug.

Tom ist zurückgekommen.

Komt hij terug?

Kommt er zurück?

Kom terug, alsjeblieft.

Komm bitte wieder.

Kom morgen terug.

Kommen Sie morgen wieder.

Ga terug, alstublieft.

- Kehre um, bitte!
- Kehrt um, bitte!
- Kehren Sie um, bitte!

- Ik bel je zodra terug.
- Ik bel u zodra terug.
- Ik bel zodra terug.

Ich rufe bald zurück.

- Layla kwam terug thuis.
- Layle ging terug naar huis.

Layla kehrte nach Hause zurück.

Symptomen komen vaak terug en je bent terug bij af.

Symptome treten oft erneut auf und man fängt wieder von vorn an.

- Achteruit, alsjeblieft.
- Achteruit, alstublieft.
- Stap alsjeblieft terug.
- Stap alstublieft terug.

Bitte zurücktreten!

- Ga terug naar het laboratorium.
- Ga terug naar het lab.

Geh zurück zum Labor.

- Ik ben zo terug.
- In twee tellen ben ik terug.

- Ich werde bald zurück sein.
- Ich komme bald zurück.
- Bin gleich zurück.
- Ich komme bald wieder.

- Hoe laat komt ge terug?
- Hoe laat kom je terug?

- Um wie viel Uhr kehren Sie zurück?
- Um wie viel Uhr kommen Sie wieder?

- Onze buur kwam net terug.
- Onze buurman kwam net terug.

- Unser Nachbar kam gerade zurück.
- Unser Nachbar ist soeben zurückgekommen.

Betaalden hun leningen terug

zahlten ihre Kredite zurück

Het mannetje is terug.

Das Männchen ist zurück.

Terug naar mijn vader.

Zurück zu meinem Papa.

"Kom terug!" riep hij.

"Komm zurück!", schrie er.

Is hij al terug?

Ist er schon zurück?

Wanneer komt hij terug?

Wann kommt er zurück?

Hij is zo terug.

Er wird gleich zurück sein.

De jongen kwam terug.

Der Junge kam zurück.

Kom je morgen terug?

Kommst du morgen zurück?

Hij kwam snel terug.

Er kam bald zurück.

Ik ga niet terug.

- Ich gehe nicht dorthin zurück.
- Ich gehe nicht zurück.

Ik ben zo terug.

- Ich bin bald wieder da.
- Ich komme bald wieder zurück.
- Ich werde bald zurückkommen.
- Ich komme bald wieder.

Ik bel zodra terug.

Ich rufe bald zurück.

Zij komt zo terug.

Sie wird bald zurück sein.

Dat neem je terug.

- Nimm das zurück!
- Nehmen Sie das zurück!

Ga terug naar bed.

Geh wieder ins Bett.

Ik kom vanavond terug.

- Heute Abend komme ich wieder.
- Heute Nacht komme ich wieder.