Translation of "Mama" in English

0.010 sec.

Examples of using "Mama" in a sentence and their english translations:

- Welterusten, mama.
- Goede nacht, mama.

Good night, Mom.

- Dag, mama.
- Tot ziens, mama.

Bye, mother.

Mama huilde.

Mummy cried.

Welterusten, mama.

- Good night, Mom.
- Goodnight, Mother.

Dankjewel, mama!

Thanks, Mom.

Goede nacht, mama.

- Good night, Mom.
- Goodnight, Mother.

Fijne verjaardag, mama.

Happy birthday, Mom.

Hebt ge mama geholpen?

You helped Mommy?

Is dat jouw mama?

Is that your mummy?

Mama staat vroeg op.

My mother gets up early.

Mama heeft de tafel gedekt.

- Mom spread the table.
- Mom set the table.

Mama zal zeker razend zijn.

Mother will be furious for sure!

Mama heeft dit gordijn gekozen.

Mother chose this curtain.

Kijk mama, ik kan lezen!

Look Mummy, I can read!

Waar is je mama, jongetje?

Where is your mother, boy?

Mama is ouder dan papa.

Mom is older than Dad.

Mama is aan het werk.

- Mommy's working.
- Mummy's working.

Mijn mama woont in Dudelange.

My mother lives in Düdelingen.

Mama en papa zijn erg nerveus.

- Mummy and Daddy are very nervous.
- Mom and Dad are very nervous.

Mama liet de kinderen koekjes eten.

Mom let the children eat cookies.

Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!

Mom, Tom ate my cookie.

Ik gaf het aan mijn mama.

I gave it to my mommy.

Mijn mama kocht twee flessen appelsap.

My mum bought two bottles of apple juice.

Mama was bezig met haar naaiwerk.

Mom was busy with her sewing.

Mijn mama wordt iedere dag boos.

My mother gets angry every single day.

Ik wil een plant aan mama geven.

- I want to give Mom a plant.
- I want to give mum a plant.

Ik heb mama in de keuken geholpen.

I helped Mommy in the kitchen.

Mama is een taart aan het maken.

Mom is making a cake.

Mama en papa worden vast niet boos.

Mom and Dad probably won't get mad.

Mama, er is niets om te eten.

Mom, there is nothing to eat.

Mama kocht een mooie pop voor mij.

Mom bought a pretty doll for me.

Mama is op dit moment niet thuis.

Mommy is not home at the moment.

Jij bent de beste mama ter wereld!

- You're the best mom in the world.
- You're the best mom in the whole world!

Ik noem mijn moeder nog steeds mama.

I still call my mother Mama.

Ik ben zeker dat mama kwaad zal zijn.

I'm sure Mom will get mad.

En zo leerde mijn papa mijn mama kennen.

And that's how my dad met my mom.

- Is je moeder thuis?
- Is je mama thuis?

- Is your mum at home?
- Is your mom home?

Mama, waarom heb ik geen oom met een baard?

Mommy, why don't I have an uncle with a beard?

- Mijn mama werkt in een fabriek.
- Mijn moeder werkt in een fabriek.

My mom works in a factory.

- Is je moeder thuis?
- Is je mama thuis?
- Is jouw moeder thuis?

Is your mum at home?

- Mam, ik wil dit niet aantrekken.
- Mama, ik wil dit niet aan!

Mom, I don't want to wear this.

Mama zei hetzelfde. En wat dan nog? Het heeft niets met mij te maken.

Mum said the same thing. But, so what? It's got nothing to do with me.

„Mama, ik denk dat ik zwanger ben.” „Maar meisje toch, waar zat je met je hoofd?”

"Mom, I think I'm pregnant." "Girl, what were you thinking?"

Maria groeit tweetalig op: met Mama Akiko spreekt ze Japans, en met Papa Tom spreekt ze Duits.

- Mary is growing up to be bilingual: with Mum Akiko, she speaks Japanese, and with Dad Tom, she speaks German.
- Mary is being brought up bilingually: with Mum Akiko, she speaks Japanese, and with Dad Tom, she speaks German.
- Mary's growing up bilingual: with Mum Akiko, she speaks Japanese, and with Dad Tom, she speaks German.

"Mama, mag ik een koekje eten?" "Nee, dat mag je niet. Je hoort niet tussen de maaltijden te eten."

"Mom, please can I have a biscuit?" "No, you can't; you shouldn't eat between meals."

- Snel, mama! Iedereen is aan het wachten!
- Mam, schiet op! Iedereen wacht op je!
- Mam, schiet op! Iedereen wacht op ons!

Mom, hurry up! Everyone's waiting.