Translation of "Leugenaar" in English

0.010 sec.

Examples of using "Leugenaar" in a sentence and their english translations:

Leugenaar!

Liar!

- Leugenaar!
- Leugenaarster!

Liar!

Tom, jij leugenaar!

Tom, you're a liar.

Ik ben geen leugenaar.

- I'm no liar.
- I'm not a liar.
- I am not a liar.

Hij is geen leugenaar.

- He's not a liar.
- He is not a liar.
- He's no liar.
- He isn't a liar.

Tom is geen leugenaar.

- Tom is not a liar.
- Tom isn't a liar.

Google is een leugenaar.

Google is a liar.

Ben ik een leugenaar?

Am I a liar?

- Zij noemde hem een leugenaar.
- Zij maakte hem uit voor leugenaar.

She called him a liar.

Hij is een notoire leugenaar.

He's a notorious liar.

Hij is een vuile leugenaar.

He's a filthy liar.

Sami is een pathologische leugenaar.

- Sami is a pathological liar.
- Sami is a compulsive liar.

Hij was een pathologische leugenaar.

He was a pathological liar.

Zij noemde hem een leugenaar.

She called him a liar.

- Hij is een leugenaar, en gij ook.
- Hij is een leugenaar, en jij ook.

He's a liar, and you're another.

Hij is niets dan een leugenaar.

He is nothing but a liar.

Hij bekende een leugenaar te zijn.

He confessed to being a liar.

Ze brandmerkten hem als een leugenaar.

They branded him as a liar.

Waarom noemt u hem een leugenaar?

Why do you say that he's liar?

Donald Trump is een pathologische leugenaar.

- Donald Trump is a compulsive liar.
- Donald Trump is a pathological liar.

Je zei dat ik een leugenaar ben.

You said I was a liar.

Je bent de slechtste leugenaar ter wereld.

You're the worst liar in the world.

Een leugenaar heeft een goed geheugen nodig.

A liar needs to have a good memory.

Ik geloof dat je een leugenaar bent.

I think you're a liar.

Ik weet dat Tom een pathologische leugenaar is.

- I know that Tom is a pathological liar.
- I know Tom is a pathological liar.

De leider van de separatisten is een leugenaar.

The leader of the separatists is a liar.

Tom is een betere leugenaar dan ik me voorstelde.

Tom is a much better liar than I thought.

Het bleek dat hij niets anders was dan een leugenaar.

He turned out to be nothing but a liar.

Het spijt me dat ik je een leugenaar heb genoemd.

- I'm sorry I called you a liar.
- I'm sorry that I called you a liar.

- Ik geloof dat je een leugenaar bent.
- Ik geloof dat je een leugenares bent.

I think you're a liar.

- Zij beschuldigden hem van liegen.
- Zij betichtten hem van een leugen.
- Zij noemden hem een leugenaar.

You accused him of lying.