Translation of "Kiespijn" in English

0.004 sec.

Examples of using "Kiespijn" in a sentence and their english translations:

Tom heeft kiespijn.

Tom has a toothache.

Heb je kiespijn?

- Do you have a toothache?
- Do you have toothache?
- Have you got toothache?

Ik heb kiespijn.

I've got a toothache.

Mijn zoon heeft kiespijn.

My son has a toothache.

We kunnen hem missen als kiespijn.

We need him here like we need a hole in the head.

- Ik heb kiespijn.
- Ik heb tandpijn.

- I've got a toothache.
- I have a toothache.

Ik heb kiespijn en wil naar de tandarts gaan.

I have a toothache and I want to go to the dentist.

- Heb je kiespijn?
- Heeft u tandpijn?
- Heeft u last van tandpijn?

- Do you have a toothache?
- Do you have toothache?
- Have you got toothache?

- Ik kon niet slapen door mijn tandpijn.
- Door kiespijn kon ik niet slapen.

- A toothache deprived me of sleep.
- A toothache kept me from sleeping.

- Heb je kiespijn?
- Heb je tandpijn?
- Heeft u tandpijn?
- Heeft u last van tandpijn?

- Do you have a toothache?
- Do you have toothache?
- Have you got toothache?

- Heb je kiespijn?
- Heb je tandpijn?
- Heeft u tandpijn?
- Heb je last van tandpijn?
- Heeft u last van tandpijn?

- Do you have a toothache?
- Do you have toothache?
- Have you got toothache?
- Does your tooth hurt?