Translation of "Kerstcadeaus" in English

0.004 sec.

Examples of using "Kerstcadeaus" in a sentence and their english translations:

- Van wie verwacht u kerstcadeaus?
- Van wie verwacht je kerstcadeaus?
- Van wie verwachten jullie kerstcadeaus?

- Who do you expect to receive Christmas presents from?
- Who do you expect to get Christmas presents from?

Tom stuurde ons kerstcadeaus.

- Tom sent Christmas presents to us.
- Tom sent us Christmas presents.
- Tom sent us Christmas gifts.

Ik moet kerstcadeaus kopen.

- I need to buy Christmas gifts.
- I have to buy Christmas gifts.

- Hoeveel heb je uitgegeven aan kerstcadeaus?
- Hoeveel hebt u uitgegeven aan kerstcadeaus?
- Hoeveel hebben jullie uitgegeven aan kerstcadeaus?

How much did you spend on Christmas presents?

- Tom en Maria wisselden kerstcadeaus uit.
- Tom en Maria hebben kerstcadeaus uitgewisseld.

Tom and Mary exchanged Christmas gifts.

- Tom kreeg meer kerstcadeaus dan ik.
- Tom heeft meer kerstcadeaus gekregen dan ik.

Tom got more Christmas presents than me.

- Aan wie geef je dit jaar kerstcadeaus?
- Aan wie geeft u dit jaar kerstcadeaus?
- Aan wie geven jullie dit jaar kerstcadeaus?

Who will you give Christmas presents to this year?

- Hoeveel kerstcadeaus heb je dit jaar gegeven?
- Hoeveel kerstcadeaus hebt u dit jaar gegeven?
- Hoeveel kerstcadeaus hebben jullie dit jaar gegeven?

How many Christmas presents did you give this year?

- Van wie verwacht je kerstcadeaus te krijgen?
- Van wie verwacht u kerstcadeaus te krijgen?
- Van wie verwachten jullie kerstcadeaus te krijgen?

- Who do you expect to receive Christmas presents from?
- Who do you expect to get Christmas presents from?

- Hoeveel kerstcadeaus heb je dit jaar gekregen?
- Hoeveel kerstcadeaus hebt u dit jaar gekregen?
- Hoeveel kerstcadeaus hebben jullie dit jaar gekregen?

How many Christmas presents did you get this year?

Tom kreeg meer kerstcadeaus dan Maria.

Tom got more Christmas presents than Mary.

Tom en Maria kochten elkaar kerstcadeaus.

Tom and Mary bought each other Christmas presents.

Tom en Maria hebben kerstcadeaus uitgewisseld.

Tom and Mary exchanged Christmas gifts.

Hoeveel heb je uitgegeven aan kerstcadeaus?

How much did you spend on Christmas presents?

- Hoeveel heb je dit jaar aan kerstcadeaus besteed?
- Hoeveel hebt u dit jaar aan kerstcadeaus besteed?
- Hoeveel hebben jullie dit jaar aan kerstcadeaus besteed?

- How much did you spend on Christmas gifts this year?
- How much did you spend on Christmas presents this year?

- Hoeveel mensen heb je dit jaar kerstcadeaus gekocht?
- Hoeveel mensen hebt u dit jaar kerstcadeaus gekocht?
- Hoeveel mensen hebben jullie dit jaar kerstcadeaus gekocht?

How many people did you buy Christmas presents for this year?

- Hoeveel mensen hebben je dit jaar kerstcadeaus gegeven?
- Hoeveel mensen hebben u dit jaar kerstcadeaus gegeven?
- Hoeveel mensen hebben jullie dit jaar kerstcadeaus gegeven?

How many people gave you Christmas presents this year?

Tom en Maria hebben hun kerstcadeaus geopend.

Tom and Mary opened their Christmas presents.

Kinderen vonden kerstcadeaus verborgen onder het bed.

Children found Christmas presents hidden under the bed.

Ik heb dit jaar geen kerstcadeaus gekregen.

- I didn't get any Christmas presents this year.
- I didn't receive any Christmas presents this year.
- I didn't buy any Christmas presents this year.

Ik heb dit jaar geen kerstcadeaus gekocht.

- I didn't get any Christmas presents this year.
- I didn't buy any Christmas presents this year.

Tom is aan het winkelen voor kerstcadeaus.

Tom is shopping for Christmas presents.

- Ik heb vandaag kerstcadeautjes gekocht.
- Ik heb vandaag kerstcadeaus gekocht.
- Ik kocht vandaag kerstcadeaus.
- Ik kocht vandaag kerstcadeautjes.

I bought Christmas presents today.

We hebben te veel uitgegeven voor de kerstcadeaus.

We spent too much for the Christmas presents.

We hebben dit jaar teveel uitgegeven aan kerstcadeaus.

We spent too much for Christmas presents this year.

We zouden eerst kerstcadeaus voor de kinderen moeten gaan halen.

We should start getting Christmas gifts for the children.

- Ik heb geen kerstcadeautjes gekocht.
- Ik heb geen kerstcadeaus gekocht.

I haven't bought any Christmas presents.

Tom is de hele dag al aan het winkelen voor kerstcadeaus.

Tom has been shopping for Christmas presents all day.

Na zoveel aan Kerstcadeaus te hebben uitgegeven, bevond ze zich in een moeilijke situatie.

After having spent so much money on Christmas gifts, she found herself in a tough spot.

Mijn ouders zeiden dat ze de meeste van hun kerstcadeaus al online hebben gekocht.

My parents said they have already purchased most of their Christmas presents online.

Na zoveel geld te hebben uitgegeven aan kerstcadeaus, kwam ze in een lastig parket terecht.

After having spent so much money on Christmas gifts, she found herself in a tough spot.

- We hebben de kerstcadeautjes onder de boom gelegd.
- We hebben de kerstcadeaus onder de boom gelegd.

We've put the Christmas presents under the tree.

- Tom vond kerstcadeautjes verstopt onder het bed van zijn ouders.
- Tom vond kerstcadeaus verstopt onder het bed van zijn ouders.

Tom found Christmas presents hidden under his parents' bed.

- Ik moet deze kerstcadeautjes ergens verstoppen waar Tom ze niet kan vinden.
- Ik moet deze kerstcadeaus ergens verstoppen waar Tom ze niet kan vinden.

- I need to hide these Christmas presents somewhere that Tom can't find them.
- I need to hide these Christmas presents somewhere Tom can't find them.

In plaats van elkaar dit jaar kerstcadeaus te geven, hebben we het bedrag dat we aan cadeaus zouden hebben besteed aan een goed doel gedoneerd.

- Instead of giving each other Christmas presents this year, we donated the amount we would have spent on presents to a charity.
- Instead of giving each other Christmas presents this year, we donated the amount we would've spent on presents to a charity.