Translation of "Chinees" in English

0.015 sec.

Examples of using "Chinees" in a sentence and their english translations:

- Spreek je Chinees?
- Spreekt u Chinees?
- Spreken jullie Chinees?

Do you speak Chinese?

- Hij studeert Chinees.
- Hij leert Chinees.

- He studies Chinese.
- He's studying Chinese.

- Hij studeert ook Chinees.
- Hij leert ook Chinees.

- He studies Chinese as well.
- He is also studying Chinese.

Maria verstaat Chinees.

- Mary understands Chinese.
- Mary understands Mandarin.
- Mary understands Standard Chinese.

Hij studeert Chinees.

He studies Chinese.

Ben je Chinees?

Are you Chinese?

Zijn jullie Chinees?

Are you Chinese?

Ik ben Chinees.

I am Chinese.

Ik leer Chinees.

- I am learning Chinese.
- I'm learning Chinese.

Ze leest Chinees.

She reads Chinese.

Ze schrijft Chinees.

She writes Chinese.

We leren Chinees.

- We're learning Chinese.
- We're studying Chinese.

Hij spreekt Chinees.

- She speaks Chinese.
- He speaks Chinese.

Ik onderwijs Chinees.

I teach Chinese.

Hij leert Chinees.

He's learning Chinese.

Spreek je Chinees?

Do you speak Chinese?

Leren jullie Chinees?

Are you learning Chinese?

Wat is het verschil tussen vereenvoudigd Chinees and traditioneel Chinees?

What is the difference between simplified Chinese and traditional Chinese?

- Ik studeer Chinees in Beijing.
- Ik studeer Chinees in Peking.

I study Chinese in Beijing.

Mijn kamergenoot studeert Chinees.

My roommate is learning Chinese.

De kerstman is Chinees.

Santa Claus is Chinese.

Ik kan Chinees spreken.

I can speak Chinese.

Hij kan Chinees spreken.

He can speak Chinese.

Omdat ik Chinees spreek.

Because I speak Chinese.

Ik spreek geen Chinees

I do not speak Chinese.

Hij spreekt vloeiend Chinees.

He speaks Chinese fluently.

Laten we Chinees bestellen.

Let's order Chinese takeout.

Hij studeert ook Chinees.

He is also studying Chinese.

Mijn vriendin is Chinees.

My girlfriend is Chinese.

Bent u Chinees, mijnheer?

Are you Chinese, sir?

Ik eet zelden Chinees.

I eat Chinese food once in a blue moon.

Hij is niet Chinees.

He is not Chinese.

Ze zijn niet Chinees.

They’re not Chinese.

- Dat was Chinees voor mij.
- Dat was allemaal Chinees voor mij.

- That was all Greek to me.
- That was double-dutch to me.

Ben je Chinees of Japans?

Are you Chinese or Japanese?

Nee, Chinees is het beste.

No, Chinese dishes are the best.

Zijn zij Japans of Chinees?

Are they Japanese or Chinese?

Dat is Chinees voor mij.

- It's double Dutch to me.
- It's Greek to me.
- It's Chinese to me.

Ik schrijf in het Chinees.

- I write Chinese.
- I am writing Chinese.

Waar is een Chinees restaurant?

Where is a Chinese restaurant?

Mijn nieuwe vriendin is Chinees.

My new girlfriend is Chinese.

Dat is een Chinees restaurant.

This is a Chinese restaurant.

Het was Chinees voor mij.

- That was all Greek to me.
- That was double-dutch to me.

Auldey is een Chinees merk.

Auldey is a Chinese brand.