Translation of "Check" in English

Check dit.

Check this.

Vastgespen. Oké, check.

Clip into this. Okay. Check, check, check!

Zuidelijke Oceaan: check.

Southern Ocean: check.

Check je feiten.

Check your facts.

- Check dat.
- Controleer dat.

Check that.

Ik had een lichamelijke check-up.

I had a physical checkup.

Ik had twee weken geleden een check-up.

I had a checkup the week before last.

Tom had een afspraak voor een check-up.

Tom was scheduled for a checkup.

- Check dit.
- Kijk hier eens naar.
- Controleer dit.

Examine this.

Ik sta op, pak mijn mobieltje, check mijn mail,

I wake up, I grab my phone, I check some email,

- Ik check haar Facebookpagina voortdurend.
- Ik controleer haar Facebookpagina constant.

I check her Facebook page constantly.

Wanneer heb je voor de laatste keer een check-up gehad?

When was the last time you had a checkup?

Wanneer heb je voor de laatste keer een volledige check-up gehad?

When was the last time you had a complete checkup?

- Ik beveel een grondige check-up aan voor uw man.
- Ik raad een grondig medisch onderzoek aan voor uw echtgenoot.

I recommend a thorough checkup for your husband.