Translation of "Alice" in English

0.003 sec.

Examples of using "Alice" in a sentence and their english translations:

Alice glimlachte.

Alice smiled.

Groen staat Alice goed.

Green suits Alice.

Alice heeft prachtige benen.

Alice has stunning legs.

Alice is mijn moeder.

Alice is my mother.

- Jean reist minder dan Alice.
- Jean verplaatst zich minder dan Alice.

Jean travels less than Alice.

Alice slaapt in mijn kamer.

Alice is sleeping in my room.

Alice zag de hond niet.

Alice didn't see the dog.

Alice slaapt in haar kamer.

Alice sleeps in her room.

“Mary is leuk.” “Alice ook.”

"Mary is cute." "So is Alice."

Alice houdt niet van peren.

Alice doesn't like pears.

Maria verspreidde valse geruchten over Alice.

Mary spread false rumors about Alice.

Jean verplaatst zich minder dan Alice.

Jean travels less than Alice.

Tom, Maria, John en Alice stonden allemaal.

Tom, Mary, John and Alice all stood.

Tom danste met zowel Mary als Alice.

Tom danced with both Mary and Alice.

"Wiens boeken zijn dit?" "Die zijn van Alice."

"Whose books are these?" "They are Alice's."

Tom, Mary, John en Alice zijn allemaal leugenaars.

Tom, Mary, John and Alice are all liars.

Alice heeft echt bestaan maar Wonderland is een fictief land.

There really was an Alice, but Wonderland is a figment of the imagination.

Het is Alice die gisteren naar het concert geweest is.

It was Alice who went to the concert yesterday.

Ik vind het vreemd dat Alice zich zo lang stil houdt.

I think it strange that Alice should keep silence for such a long time.

Mary dacht, dat het meisje dat ze met Tom zag praten, Alice was.

Mary thought the girl she saw talking to Tom was Alice.

- Tom, Mary, John en Alice vinden allemaal dat Australië een goede plek is om te wonen.
- Tom, Mary, John en Alice denken allemaal dat Australië een goede plek is om te wonen.

Tom, Mary, John and Alice all think that Australia is a good place to live.