Translation of "‫أسبوع" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "‫أسبوع" in a sentence and their dutch translations:

‫أسبوع بعد أسبوع، شهر بعد شهر، سنة بعد سنة.‬

...week na maand na jaar na jaar.

لدي أسبوع لأنهي واجبي.

Ik heb een week de tijd om mijn huiswerk af te maken.

ستعود في غضون أسبوع.

Ze is binnen een week terug.

بعد أسبوع من انتهاء المهرجان.

Een week na het einde van het festival.

بإمكاننا تسليم المنتوج في أسبوع.

We kunnen leveren binnen een week.

‫اطمئن قلبي عليها بعد أسبوع تقريبًا،‬

De grote opluchting kwam een week later...

كانت هناك مئات الحالات الجديدة كل أسبوع.

Er waren elke week honderden nieuwe gevallen.

‫خلال أسبوع، سينفصل هذان الجروان عن أمهما.‬

Binnen een week gaan de welpen bij hun moeder weg.

ستتفاجئ حين ترى ما تستطيع تعلمه في أسبوع.

Je zou verbaasd staan over wat je in een week leren kan.

بعد أسبوع ، قبض نابليون على جيش بينيجسن في فريدلاند.

Een week later ving Napoleon het leger van Bennigsen in Friedland.

‫أخيرًا، بعد البحث عنها لمدة أسبوع،‬ ‫يومًا بعد يوم،‬

Eindelijk, na haar een week gezocht te hebben...

أي ذهبت لرحلة تخييم بمفردي في ولاية "مين" لمدة أسبوع،

Ik ging 'n week alleen kamperen in Maine

بعد أسبوع ، أنشأ نابليون ثلاثة مشاة جدد: ماكدونالد وأودينوت ومارمونت.

Een week later creëerde Napoleon drie nieuwe Marshals: Macdonald, Oudinot en Marmont.

في بداية كل نهاية أسبوع، أحس بالتعب و بالفرحة في آن واحد.

Aan het begin van elk weekeinde ben ik tegelijk moe en vrolijk.