Examples of using "رائحة" in a sentence and their dutch translations:
Ge stinkt uit uw mond.
- Het ruikt goed.
- Dit ruikt goed.
Dit ruikt goed.
Het vlees ruikt verschrikkelijk.
Dit vlees ruikt vies.
- Je ruikt naar chocolade.
- U ruikt naar chocolade.
- Jullie ruiken naar chocolade.
Sami's kussen stinkt.
Maar de kudde heeft gevaar geroken.
Sami rook.
...dat je slaapt in die heerlijke geur van dennen.
Als het van een vos was... ...zou het heel sterk ruiken.
Door haar chemisch receptieve haren ruikt ze haar slachtoffers naderen.
zoals die walgelijke smaak in je mond, de geur van brandende, rottende vis,
De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.
"Het was een grote vuilcontainer," zei Dima, "en er was een heleboel eten, dus... het was niet direct oncomfortabel. Maar ja, het stonk wel nog erger dan het achterste van een ezel."